Brabants Vennenpad etappe – 4
Sonse Brug – Geldrop
De route begint dus bij de Sonse brug. Vanaf daar gaat de wandeling langs de Sonse haven richting de Dommel. Op onderstaande kaart ziet u twee routes, de rode en de oranje. De oranje route is een alternatieve route in geval van een hoge waterstand in de Dommel. Aangezien daar nu geen sprake van is volgen we de rode route.




De Boktse Beemden is een natuurgebied dat zich bevindt ten oosten van buurtschap Bokt dat deel uit maakt van de wijk Dommelbeemd. Karakteristiek voor dit gebied zijn de vele knotwilgen.
De Oude Toren is een losstaande toren langs de Dommel te Nederwetten.

De eerste parochiekerk, de Sint-Lambertuskerk werd waarschijnlijk omstreeks 1250 gebouwd, maar de eerste documenten aangaande een zelfstandige parochie stammen uit de 14e eeuw. De rechten van de kerk lagen bij de Priorij Hooidonk. In de 15e eeuw werd aan de Kerkhoef een nieuwe dorpskerk in de stijl van de Kempense gotiek gebouwd. Deze was van 1648 tot 1700 in gebruik bij de protestanten, en van 1756 tot 1791 als raadkamer. In 1797 werd de kerk teruggegeven aan de katholieken, die van 1717 tot 1797 van een schuurkerkje gebruik maakten. De kerk aan de Dommel werd in 1898 afgebroken. De toren bleef echter behouden en werd geconserveerd. Tot 1920 was de toren nog in gebruik als klokkentoren, maar toen zijn de klokken weggehaald en naar de nieuwe Sint Lamberuskerk gebracht. In 1938 is sinds een storm de spits van de toren geblazen.







Weidebeekjuffer


Sint Jozefdal enkKasteel Eckart





In 1312 wordt het ‘hof Eykart’ voor het eerst vernoemd, en in 1695 wordt een kasteel gebouwd door jonkheer Carel van Vlierden. Naast de boerderij was er een koetshuis en ijskelder. Voor het poortgebouw was een ophaalbrug. In 1899 werd Eckart verkocht aan Theodoor Smits, de zoon van de burgemeester van Eindhoven. Hij bouwde een nieuw kasteel en legde een park aan. In 1937 werd het kasteel Eckart met landerijen verkocht aan de Broeders van de H. Norbertus. Het werd een leef- en woongemeenschap voor mannen met een verstandelijke beperking, Sint Jozefdal. In 1949 namen de Broeders van Liefde Sint Jozefdal over.


Door vererving kwam het kasteel in 1772 in bezit van familie de Jeger. Deze lieten in 1793 de grote kasteelhoeve bouwen.

Toegang wandelpark Eckart



Watermolen van Opwetten





De Opwettense watermolen is een watermolen in de Kleine Dommel













De ouderdom van de molen valt niet te achterhalen. Mogelijk dateert hij uit de elfde eeuw en is hij gebouwd door monniken van de abdij van Sint-Truiden; anders dateert de molen wellicht van het begin van de dertiende eeuw.
De molen is een dubbele onderslagmolen die heeft gefungeerd als koren-, olie- en zaag- en volmolen. In het kleine gebouw (van de weg gezien links) bevond zich de korenmolen en in het verleden ook de houtzaagmolen. Van de houtzaagmolen is alleen nog een deel van het drijfwerk aanwezig. In het grote gebouw bevonden zich de oliemolen en de volmolen. Alleen het aswiel is daarvan nog aanwezig. Achter in het grote gebouw was ook een verblijf voor de knechten.
De molen heeft twee waterraderen. Het grootste rad, dat van de korenmolen, heeft een doorsnee van 9,3 m en is het grootste in Brabant. Het kleine rad meet 7,6 m.

De Collse watermolen





De ouderdom van de molen valt niet precies te bepalen, maar rond het monument zijn aardewerk scherven aangetroffen uit de periode 1200-1250. Het oudst bekende document waarin de molen wordt genoemd dateert uit 1337. Bekend is dat deze molen in de 14e eeuw een bezitting was van de hertog van Brabant die hem in leen gaf aan Rudolfus Rover van Hoescoet. Deze verkocht de molen in 1337 aan de heer van Cuijk en Mierlo. Tot de Franse tijd was het een banmolen, dat wil zeggen dat de molen in de streek een monopoliepositie had. De landbouwers uit de omgeving waren verplicht hun producten hier te laten malen. De molen werd in die tijd verpacht aan de molenaar; de pachtsom kon bestaan uit geld, goederen en molenaarsdiensten. In 1680 is de molen helemaal afgebrand. Een jaar later werd de molen weer in gebruik gesteld. Met de komst van industrialisatie in de tweede helft van de 19e eeuw werd de molen ingezet als industriemolen, onder andere voor het persen van oliezaden en het vervaardigen van sigarenkistjes. Het dubbele waterrad bediende toen een graanmolen aan de Eindhovense en een oliemolen aan de Nuenense kant.
Zo zag Vincent van Gogh de watermolen.

Zo ziet hij er nu uit.

De wandeling gaat verder langs de Dommel waarbij blijkt dat het niet alleen een mooi gebied is maar ook dat het een nat gebied is. Zeker voor zware machines kan dat wel eens problemen opleveren.







Brug over het Eindhovensch kanaal nabij Geldrop.


Eindhovensch kanaal. Een kanaal met een lange geschiedenis.
Een officiële naam voor het kanaal is eigenlijk nooit vastgelegd. Schippers noemden het “het Gat van Eindhoven” en ook wel “het Eindhovensche Gat”. De topografische Dienst in Delft (Emmen) noemde het consequent “Het Eindhovensch Kanaal” en dat is nu de naam die overal wordt gehanteerd. Al laten velen de oude uitgang “sch” nogal eens achterwege. In 1612 stelde een zekere Paulo Fancesci aan de Staten van Brabant voor om de transportmogelijkheden in het hertogdom Brabant te verbeteren. Het voorstel voor een verbinding tussen Den Bosch, Eindhoven en Hasselt is nooit verder uitgevoerd. In 1761 stelde ir. Caront uit Luik voor om ter bevordering van de handel een kanaal te graven tussen Tongeren en ’s-Hertogenbosch. Landmeter Hendrik Verhees stelde in 1787 voor om de route die Caront bedacht had, uit te voeren met een wijziging vanaf Kaulille. Niet via het Dommeltracé, maar met een nieuw te graven kanaal via Achel en Eindhoven naar ’s-Hertogenbosch. De overheid gaf in 1798 opdracht aan het Bureau van den Waterstaat, een voorloper van Rijkswaterstaat, om te onderzoeken of de rivieren de Aa bij Helmond, de Dommel bij Eindhoven en de Ley bij Tilburg bevaarbaar gemaakt konden worden. In 1816 werd een plan ontworpen om Den Bosch met het zuiden te verbinden. Er werd gekozen voor het tracé door het Aa-dal. Geo-fysisch was dit beekdal geschikter dan het Dommeldal. Toen de Koning in juni 1829 een bezoek bracht aan ’s-Hertogenbosch, bood het stadsbestuur hem een rekwest aan, waarin werd verzocht om Eindhoven via een kanaal te verbinden met Helmond. Op 4 juli 1845 gaf de Minister na de nodige aanpassingen in het ontwerp van de vaarroute te hebben aangebracht, toestemming om met de aanleg te beginnen. Op 28 oktober 1846 was het werk gereed en kon het kanaal worden geopend. In de periode 1929-1932 werd het kanaal verbreed. Zwakke plekken zijn de reden waarom het kanaal sinds 1974 niet meer bevaren mag worden.
Schering en inslag

Vanuit de rotonde in Geldrop centrum, bij de kerk, gaat een weg naar Nuenen te beginnen met de Helze. Dit stukje weg was in het midden van de 19e eeuw een breed verhard zandpad en eindigde bij de Kleine dommel waar nu het stukje natuurbos ligt opgesloten, tussen de Beemdstraat en Rietstraat. In 1852 werd hier een textielfabriek gebouwd, waar later vele verschillende ondernemers zich in vestigde.
Kasteel Geldrop



De eerste bewoners die we in de archieven tegenkomen zijn Philip en Jan van Geldrop, die omstreeks 1350 het kasteel bouwen. De volgende twee eeuwen was het kasteel in bezit van het geslacht Van Horne, maar het werd nauwelijks bewoond. Rond 1600 vestigde Amandus van Horne zich op een woontoren vlak naast het kasteel. In 1616 liet hij de middeleeuwse bouwvallen opknappen. Dit bouwwerk met de karakteristieke trapgevels vormt nu het middendeel van het huidige kasteel; aan de grachtzijde is het jaartal in de muurankers nog terug te vinden.








Met een wandeling naar het station en een zicht op de Heilige Brigida kerk eindigt deze etappe.

De Rooms-katholieke kerk werd tussen 1889 en 1891 gebouwd. Het is een forse neoromaanse kruiskerk met torens en een achtzijdige koepel. Die hoge koepel, die strikt genomen een vieringtoren is, domineert met zijn bouwvolume het aanzien van de kerk. De torens aan de voorzijde zijn 71 meter hoog en worden bekroond door een achtkantige spits tussen vier topgevels. De kerk heeft een rond gesloten koor en transepten. Naast de koepel zijn aan beide kanten twee traptorens aangebouwd.

Een 18,8 km lange wandeling van Son naar Geldrop
