Betuwepad, etappe – 1

We beginnen het Betuwe pad in Tiel bij het station, tegenover de oude veiling gebouwen van Tiel. We wandelen langs de Dode Linge richting Zoelen en kasteel Soelen. Door het landgoed Soelen met zijn monumentale bomen gaat het verder richting Erichem en het eindpunt Buren.

We beginnen in Tiel in mistige omstandigheden

Ooit was Tiel een belangrijk centrum voor de fruitteelt in Nederland, met name de teelt van appels en peren. Veilingen hebben toen een cruciale rol gespeeld in de verkoop en distributie van fruit uit de regio, en dat doen ze nog steeds. De fruitteelt in de Betuwe, de streek rondom Tiel, begon in de 19e eeuw sterk te groeien. Boeren begonnen steeds meer appels en peren te telen, waardoor de Betuwe al snel bekend stond als een vruchtbare regio voor fruit. Mijlpaal: in 1888 werd de eerste fruitveiling in Tiel opgericht, genaamd ‘De Betuwe’. Deze veiling was speciaal bedoeld voor boeren om hun fruit op een georganiseerde manier te verkopen en te distribueren.

Jomanda heeft zich ook nog even gehuisvest in de oude veilinghallen. Eén van de hallen kreeg in de jaren 90 zelfs nationale bekendheid door haar healingsessies en werd zelfs ‘Jomanda-hal’ genoemd. Dit trok maandelijks zo’n 20.000 bezoekers naar Tiel.

Station Tiel

Het station werd geopend op 1 november  1882, tegelijk met het oostelijk deel van de Betuwelijn, van  Elst  naar  Geldermalsen. Het westelijk gedeelte (de huidige Merwede-Lingelijn), werd via Gorinchem (1883) naar Dordrecht (1885) aangelegd. De Betuwelijn is de onofficiële naam van de spoorlijn door de Betuwe  van  Elst via Geldermalsen naar Dordrecht. De Betuwelijn werd naar aanleiding van een initiatief van enkele Dordtse notabelen aangelegd door de Staat volgens de wet van 10 november 1875, onder de naam “Merwe- en Waalspoorweg”.

We passeren de A-15 en het spoor van de Betuweroute.

De Betuweroute (vaak de Betuwelijn genoemd, wat verwarring kan opleveren met de spoorlijn Elst – Dordrecht) is een ongeveer 160 kilometer lange Nederlandse goederenspoorlijn van de Maasvlakte bij Rotterdam naar de grens met Duitsland, enkele kilometers voorbij Zevenaar. 

We wandelen verder richting het buurtschap “De Veluwe”.

Dit is waar de Betuwe om bekend staat.

Op deze mistige morgen naderen we het dorp Zoelen.

De naam betekent nederzetting aan de rivier de Zoel. De Zoel is een vrijwel verdwenen zijrivier van de Linge ( op de onderste foto). De molen is de molen “De Korenbloem”. De kerktoren in de mist is de toren van de Stefanuskerk.

Voormalig tolhuis, uit het midden van de 19e eeuw, gelegen bij rivier De Linge, nu restaurant.

Stefanuskerk

De Stefanuskerk te Zoelen, genoemd naar de eerste martelaar, werd in de 15e eeuw gebouwd. De muren werden witgepleisterd. Hier en daar steunen beren de muren van de kerk. Voor de bouw van de toren werd ook baksteen gebruikt. Vervolgens werden de torenmuren met tufsteen bekleed. De 36 meter hoge toren steekt hoog boven het landschap uit.

De voormalige pastorie van Zoelen

Voormalige pastorie uit het derde kwart van de 19e eeuw.

Gevelsteen van de voormalige pastorie

De gevelsteen stelt een zon voor met in het midden het wapen van Utrecht. Toen de Universiteit van Utrecht werd opgericht, in 1636 koos de universiteit de zinspreuk Sol Iustitiae Illustra Nos (Zon der gerechtigheid verlicht ons) en een zon (Sol) als symbool.

De Soay is een van de primitiefste bekende rassen

19de-eeuwse dienstwoning 

De dienstwoning behoorde tot de kasteel Soelen

Oprijlaan van kasteel Soelen.

Kasteel Soelen

Het huidige huis ligt op het zuidelijke grondgebied van het oude huis Soelen (Aldehagen of Aldenhaag), ruim 500 meter verwijderd van het oude huis. Het wordt voor het eerst genoemd in 1306 als Walraven van Benthem zich ‘heer van Soelen’ noemt waarbij het gaat om de hofstede Soelen die gescheiden is van het oude huis Soelen. De strijd ging erom wie zich heer van Soelen mocht noemen, Jan van Arkel die ‘Soele over de Sole’ (het latere Aldehagen) bezat of Walraven die een stuk grond met de hofstede ten zuiden van het oude huis bezat. Beslist werd dat de heerlijkheid aan Van Arkel van Aldehagen bleef. Het kasteel en het koetshuis, die zich binnen de slotgracht bevinden, zijn verbouwd tot een appartementencomplex en worden bewoond door diverse gezinnen. Het poortgebouw is verbouwd tot woning met atelier. Het juridische eigendom van de grond is geheel in handen van de Staat, het appartementenrecht grotendeels van particulieren en deels van de Staat.

Park rondom kasteel Soelen.

Aan het einde van de vijftiende eeuw stonden bij het door singels en grachten omgeven kasteel een duifhuis, een molen en een boerderij, en was het verder omgeven door boomgaarden en landerijen, met daaromheen akkers en weilanden. In de 17e eeuw werd rondom Soelen een park aangelegd in de Franse stijl. De tuin werd een eeuw later deels heringericht in de Engelse landschapsstijl. De geheel eigen mengvorm van deze twee stijlen wordt wel de Soelense stijl genoemd.

Boerderij Aldenhaag

Aldenhaag is een omgrachte motte. De oorspronkelijke bebouwing is verdwenen. Op de motte staat de graftombe van baron J.G. Verstolk, die in 1845 is overleden. In de noordoostelijke hoek van het park ten zuiden van de plaats van het voormalige kasteel Aldenhaag staat een boerderij met voorhuis uit 1827 en stal uit 1743.

Ingang begraafplaats Zoelen en Kerk-Avezaath

In de 30-er jaren van de vorige eeuw is deze door de Zoelense burgemeester, Ridder van Rappard, ontworpen begraafplaats aangelegd in het kader van de werkverschaffing.

Vrede Hof

Boerderij uit 1937

We wandelen verder richting Erichem

Kleine Pimpernel

Kleine pimpernel is een echte windbestuiver en dat is in de Rozenfamilie een zeldzaamheid. Het is ook een zeldzame plantensoort die als kwetsbaar omschreven op de Rode lijst staat. Kleine pimpernel vinden we op de kalkgrashellingen in Zuid-Limburg, en verder hier en daar in het Rivierengebied, waar de soort op dijken te vinden is waar behoorlijk wat kalk in de tamelijk droge bodem zit. Ook vinden we de soort in duingraslanden. Het is een soort van weinig of niet bemeste gesloten graslanden.

Erichem en de Sint Joriskerk

Het oudste deel van de huidige kerk – de tufstenen onderbouw van de toren – dateert uit de tweede helft van de 13e eeuw.

We laten Erichem achter ons en wandelen verder richting Buren.

Maar eerst aken we een wandeling door de wijngaard, Het Betuws Wijndomein.

Langs en over de camping.

Buren

De snoekfabriek, passie voor oldtimers

Citroën 11 B is voor het eerst in gebruik genomen in het jaar 1955

Deze Citroën D17BCA D-Special N.A., oftewel Snoek, is voor het eerst in gebruik genomen in het jaar 1974. De Citroën DS. In het Frans spreekt men de naam uit als ‘déesse’, wat ‘godin’ betekent. Hiervan is ook de troetelnaam ‘godin van de weg’ afgeleid. Andere bijnamen zijn Snoek en Strijkijzer (Vlaanderen, Nederland),  Snoekebek (Friesland), Haifisch (Duitsland: ‘haai’), Flunder (Duitsland: ‘schol’), Tiburón (Spanje: ‘haai’), Squalo (Italië: ‘haai’), Boca de Sapo (Portugal: ‘kikkerbek’ en Padde (Vlaanderen, Noorwegen).

Het oude stadscentrum van Buren met de stadsmuren.

Buren mag zich Oranjestad noemen, vanwege de band met de koninklijke familie. Willem van Oranje trouwde er in 1551 in de Sint-Lambertuskerk  met Anna van Buren. Aan de kerk staat het standbeeld van Willem van Oranje en Anna van Buren. Prinses Beatrix en koning Willem-Alexander zijn hierdoor gravin en graaf van Buren. De korenmolen op de wallen draagt dan ook de toepasselijke naam De Prins van Oranje

De Oranjes gebruiken soms de schuilnaam Van Buren als ze incognito willen zijn. Dat gebeurde onder meer bij de Elfstedentocht van 1986, waaraan  Willem-Alexander meedeed onder de naam W.A. van Buren.

Burgerweeshuis Buren

Maria van Nassau was de dochter van Prins Willem van Oranje en van Anna van Egmond, Gravin van Buren. Toen zij twee jaar was, overleed haar moeder en haar vader, nauw betrokken bij de opvolging van Keizer Karel V, zag ze zelden. Na de dood van prins Willem van Oranje kwamen de bezittingen in handen van zijn zoon, doch die zat gevangen in Spanje! Maria werd belast met het beheer over de graafschappen Buren, Leerdam en de heerlijkheid IJsselstein. In 1595 huwde Maria, op 39 jarige leeftijd, haar jeugdvriend, de Duitse Graaf Philips van Hohenlohe te Buren. Philips beheerde de bezittingen van Maria en haar familie maar overleed al in 1606. Haar broer nam na zijn terugkeer het bestuur van de bezittingen van de Oranjes over en Maria kreeg uit de opbrengst van die vergoeding een rentevergoeding. Van dit geld stichtte zij bij acte van dotatie van 26 mei 1612 het weeshuis in Buren.

In het voormalige Koninklijk Weeshuis was tot 22 december 2023 het  Marechausseemuseum (voorheen Museum der Koninklijke Marechaussee) was gevestigd

Molen “De Prins van Oranje”.

De Prins van Oranje is een walmolen in Buren. Het is een ronde stenen stellingmolen die als korenmolen is ingericht. De molen staat op de Molenwal en is in 1716 gebouwd als vervanging van een eerdere standerdmolen op dezelfde plaats.

Sint Lambertuskerk

De kerk werd in 1367 gesticht als een kapel en in 1395 als parochiekerk genoemd naar de heilige Lambertus. De Utrechtse bisschop Frederik van Blankenheim gaf in dat jaar toestemming aan de gelovigen te Buren een zelfstandige parochie te vormen in de Lambertuskerk. Willem van Oranje trouwde op 8 juli 1551 zijn eerste vrouw Anna van Buren in deze kerk, toen nog in de rooms-katholieke ritus. De bisschop van Keulen zegende het huwelijk in. 

Voor de kerk staat het standbeeld van Willem van Oranje en Anna van Buren.

De stadspomp van Buren

De huidige waterpomp is vooraf gegaan door een ouder exemplaar uit waarschijnlijk de 16e eeuw. De houten pomp bleek in 1714 in slechte staat te verkeren, waarna een nieuwe pomp werd gebouwd. Ook deze voldeed al snel niet meer en in 1731 besloot de magistraat van Buren dat er een nieuwe stadspomp moest komen. De pomp was van groot belang voor de brandbestrijding en moest een grote koperen vergaarbak krijgen, zodat de brandspuit snel van een grote hoeveelheid water kon worden voorzien. In 1731 begonnen de werkzaamheden waarvoor ambachtslieden uit onder andere Utrecht, Tiel en Tricht werden aangetrokken.

Op de voorzijde van de pomp is een Latijnse tekst aangebracht: Crassante flamma civibus solatio (vertaling: ‘wanneer de vlammen woeden, ben ik de burgers tot troost’).

De Waag van Buren

De oudste vermelding van een waag in Buren dateert uit 1608. In 1612 werd de waag hersteld; het was toen een tegen de kerk aangebouwd schuurtje met een lessenaarsdak dat met pannen was bedekt. In 1870 werd de waag afgebroken en vervangen door het huidige bouwwerk. Een waag is een gebouw waar goederen werden gewogen.

Een vorstelijk geschenk

Het kanon “Queen Elizabeth’s Pocket Pistol” als Vorstelijk geschenk dat Maximiliaan van Egmond van Buren in 1544 aanbood aan Hendrik VIII, koning van Engeland.

Pand “De Fortuyn”.

“ Sy mogen my lyden en laeten leven die my benyden en niet leven als ’t God behaegt? Beter benydt dan beklaeght 1633”. 

Culemborgsche Poort

De poort werd samen met de overige verdedigingswerken rond 1400 gebouwd. In 1618-1619 volgde een restauratie. Reizigers die de stad in wilden, moesten eerst de Hameypoort door, waarna ze via een brug over de gracht de Huizerpoort bereikten. In 1629 werd deze Hameypoort herbouwd. De houten brug werd in 1730 in steen uitgevoerd.

Aanvankelijk had de poort waarschijnlijk een houten verdieping. In de 17e eeuw is deze vervangen door een verdieping van baksteen tussen twee topgevels. Deze verdieping is in 1733 herbouwd. In 1816 werd de gevel aan de stadszijde nieuw opgetrokken, waarbij ook de beide boogdoorgangen werden vernieuwd.

Malle Jan

Een eenvoudig mobiel werktuig dat hele zware lasten kon vervoeren!

Tiel – Buren. Een wandeling van 19.4 km.