Betuwepad, etappe – 2

Wandeling – 2 is een gecombineerde etappe van etappe twee en drie. We wandelen van Buren via Tricht naar Beesd.

We nemen de trein vanaf station Geldermalsen richting Culemborg waar we overstappen op de bus naar Buren.

Station Geldermalsen en Culemborg.

De route start in Buren.

Toegangspoort Oude Algemene Begraafplaats

Deze begraafplaats werd in 1829 op een (verhoogd) bastion van het voormalige kasteelterrein aangelegd. Het terrein werd een paar malen vergroot en in 1883 verrees het poortgebouw met tevens een centrale toegang welke werd voorzien van een smeedijzeren hekwerk.

Gedenkteken kasteel Buren

Tegenwoordig is er niets meer van te zien, maar vele eeuwen lang heeft Buren een indrukwekkend kasteel. Een hoogtijdag in de geschiedenis van het kasteel is de huwelijksdag van prins Willem van Oranje en gravin Anna van Egmond Buren in 1551. Het huwelijk wordt ingezegend in de kapel van het kasteel. Zo wordt kasteel Buren de eerste woning van de Oranjes in Nederland. Op de plaquette in het monument staat onderstaande:

Deze steen wil de herinnering levend houden aan Kasteel Buren.
Verblijf der geslachten:
van Buren, ongeveer 1220 – 1435
van Egmond, ongeveer 1435 – 1558
Oranje Nassau na 1558 tot het werd gesloopt in de jaren 1804 – 1883

We wandelen verder richting de Tichelgaten. Een natuurgebied.

De Tichelgaten zijn ontstaan door klei- en zandwinning. Op de kaart van Buren in 1890 zijn de eerste gebouwen van de N.V. Waalsteenfabriek te zien, langs de Korne, Kornedijk en Hennisdijk. De klei is gewonnen op een stroomrug langs de Hennisdijk. Het terrein is met de hand tot 1 meter afgegraven. Daardoor kwam kalkhoudend zand te voorschijn. In de afgegraven delen ontstonden natte graslanden, struwelen, elzenbos en ruigten. De plassen zijn tussen 1922 en 1964 ontstaan door het opzuigen van zand. De grote plas, waar het gebied zijn naam “de Put van Buren” aan te danken heeft, is tussen 1951 en 1954 gegraven.

Deze planten kwamen we o.a. tegen in dit gebied.

van links naar rechts zien we de Grote Ratelaar, Zilverschoon en op de bloem een Citroenpendelvlieg

Wilgje buitensport

We wandelen verder door de landerijen.

Op de foto’s rechts een eenzame klaproos en een Paarse Morgenster of Haverwortel

Biologische varkens

We wandelen verder langs de Hooglandsche wetering.

Een wetering is een (gegraven) watergang. Vooral bij de ontginning van laagveengebieden was het graven van een wetering belangrijk voor de afwatering van het gebied. De wetering werd vaak evenwijdig gegraven aan de ontginningsbasis, zoals een weg, dijk of oeverwal. Vanaf de ontginningsbasis werd het veen dan ontgonnen tot aan de eerste wetering. Vanaf daar kon het proces zich herhalen tot de aan de eerste wetering evenwijdig gegraven volgende wetering. Langs de wetering was vaak bewoning. Weteringen komen voor in een (laag)veenlandschap.

Reygersfoort

Het Huis Reygersfoort (ook gespeld als Reigersvoort) was een kasteel in het dorp Tricht. De huidige boerderij Reigersvoort, gelegen aan de Meersteeg, staat op de locatie van het voormalige kasteel. Het oorspronkelijke kasteel is rond 1352 gebouwd, maar voor die tijd was er al sprake van een Gelders leen  Reygersfoort. Zowel het leen als het huis waren in handen van het geslacht  Van Buren. Het Huis Reygersfoort bezat de patronaatsrechten voor het Sint-Catharinavicarie in de kerk van het nabijgelegen Buurmalsen. Dit vicarie is vermoedelijk nog vóór het jaar 1315 vanuit Reygersfoort gesticht, aangezien Tricht in dat jaar een eigen kapel kreeg. Het kasteel zelf is verdwenen. In 1741 was kennelijk nog wel een vierkante toren zichtbaar, die echter bouwvallig was. De huidige boerderij Reigersvoort dateert uit eind 18e eeuw en bevat mogelijk nog muurdelen van het kasteel, onder andere in de kelder. Rondom het terrein zijn restanten zichtbaar van de slotgracht.

Arkelshoef

Vloedschuur Arkelshoef.

Eén van de monumentale gebouwen van de Arkelshoef is een best bewaarde vloedschuur op een duidelijke terp. Een vloedschuur is een stal of schuur die hoger ligt dan het woonhuis. Het doel hiervan was dat men het vee hier naar toe kon brengen bij een overstroming.

Fruitschuur

ANWB praatpaal, voor beide auto’s te gebruiken. Echter op 1 juli 2017 zijn de praatpalen langs de Nederlandse snelwegen buiten bedrijf gesteld. Dus weinig hoop meer voor beide auto’s.

Prullaria ’s te koop…

Kerk Tricht

In 1315 werd op de plek van de huidige kerk een kapel gesticht. Deze kapel behoorde tot de parochie van Buurmalsen. In 1345 werd het vicarie gesticht dat aan Maria was gewijd. In 1389 werd de kapel verheven tot een parochiekerk. De uit drie geledingen bestaande toren zal kort daarna, rond 1400, zijn gebouwd, tegen de oude kapel aan. De kapel is nadien vervangen: in de 15e eeuw werd het nieuwe schip gebouwd, in de 16e eeuw volgde het koor. In 1507 werd de kerk ondergebracht bij het Utrechtse  kapittel van Sint Pieter. Onder het koor bevonden zich twee grafkelders: een voor de bewoners van het huis Reygersfoort en een voor het Huis Crayestein. De preekstoel is afkomstig uit de 17e eeuw en is waarschijnlijk geschonken door de familie Gruyter-Van Els, die destijds Huis Crayestein bewoonde. In de kerk bevinden zich tevens twee herenbanken, waarvan er een toebehoorde aan Crayestein. Tegen de zuidzijde van de toren bevindt zich een doopkapel met een 16e-eeuwse muurschildering die de doop van Christus voorstelt. 

Voormalige pastorie uit 1849

We wandelen verder langs de Linge richting Beesd.

Gemaal “De Neust”.

De verouderde gemalen “De Neust” en “Tricht” zijn vervangen door één nieuw gemaal “De Neust”, met daarnaast een vrije aflaat (stuw met vispassage) en separate kroosbrug. Het monumentale gemaal Tricht diende als gebouw (bovenbouw) behouden te blijven. Het gemaal verving het gelijknamige gemaal uit 1972, dat gesloopt werd. Het gesloopte gemaal was op zijn beurt de vervanger van een ander gelijknamig gemaal uit 1926, dat nog wel behouden is. Daarnaast vervangt het gemaal een tweede gemaal, Tricht genaamd, dat als rijksmonument beschermd is en voor de realisatie van het nieuwe gemaal tijdelijk in zijn geheel is opgetild en teruggeplaatst op de persleidingen van het nieuwe gemaal.  

Wandelen langs de Linge

Molen “De Vlinder”

Langs de rivier De Linge tussen Deil en Enspijk stond tot 1913 een wipkoren molen die in dat jaar door brand werd verwoest. De toenmalige molenaar liet daarop een ronde stenen stellingkorenmolen bouwen die de naam “De Haas” kreeg. In maart 1931 brandde ook deze molen uit en werd in datzelfde jaar hersteld met onderdelen van o.a. de molen uit het dorpje Heukelum, die toen gesloopt werd. Om de vreemde kap passend te krijgen, werden de romp en het gevlucht ca. 1,5 m. ingekort en de zolderindeling gewijzigd. De wiekenvorm is Oudhollands en de vlucht bedraagt 20 meter. Het gevlucht wordt op de wind gezet met behulp van een kruilier. De houten, met dakleer gedekte kap van de molen is voorzien van een zogenaamd Engels kruiwerk. De Vlaamse vang is voorzien van een vangstok. De bovenas uit 1855 is van gietijzer. De as wordt gesmeerd met reuzel. De kammen (tanden) op de wielen en de rondselstaven worden elk jaar met bijenwas behandeld.

Oude glorie op het landgoed Mariënwaerdt

Landgoed Heerlijkheid Mariënwaerdt

Weduwe Alverardis van Hochstaden doneerde in 1129 een flinke lap grond aan de kerk om daarop een klooster te kunnen stichten. Het klooster viel verschillende keren ten prooi aan brand. Op de fundamenten ervan werd in de eerste helft van de 18e eeuw Huis Mariënwaerdt gebouwd. Bisschop van Utrecht
De naam Mariënwaerdt betekent eiland (‘waard’) van Maria. Die naam voert terug naar de 12e eeuw. Alverardis, de weduwe van Hendrik van Cuijk, besloot in 1129 met toestemming van haar zoons om een lap grond te schenken aan de bisschop van Utrecht. Dergelijke schenkingen waren heel normaal in de Middeleeuwen. Niet toevallig was de bisschop van Utrecht directe familie, namelijk Andries van Cuijk, de jongere broer van Hendrik. Die nodigde de zojuist opgericht orde van de Norbertijnen uit om op het ‘eiland van Maria’ een abdij te stichten. Klooster
Door de ligging van Mariënwaerdt bij de grens van Gelre en Holland was het rijke klooster vaak doelwit van strijdgewoel en plunderingen. Zo werd het klooster bij de strijd om de Utrechtse bisschopszetel in 1427 door brand verwoest. Na herbouw werd het in 1493 door een legerbende opnieuw in brand gestoken. In 1567 werd het klooster door Hendrik van Brederode (een van de vroege leiders van de Opstand tegen Spanje) voor de derde keer in de as gelegd. Daarna was er voor het landgoed weinig belangstelling en stond het ruim 100 jaar te koop. Heerlijkheid
Om de koop aantrekkelijker te maken, besloot het Kwartier van Nijmegen in 1709 Mariënwaerdt tot heerlijkheid te verheffen. De Graaf van Bylandt hapte toe en werd in 1744 de nieuwe eigenaar. Hij bouwde Huis Mariënwaerdt op de gewelven van de voormalige abdij, waarvan de kelders met kruisbogen nog steeds te zien zijn. Sindsdien is Mariënwaerdt altijd in rechte lijn vererfd, via de familie Van Balveren aan de familie Van Verschuer. Inmiddels beheert de negende generatie van de familie Van Verschuer het landgoed. 

Zo zijn we aan het eind van deze etappe gekomen. Buren – Beesd. Een wandeling van 19,5 km.