De Abdij – Kasteel de Merode rondtocht vanuit Tongerlo

We wandelen vanaf de Norbertijnen abdij van Tongerlo, maken een zijsprongetje richting het stadhuis van Westerlo, wandelen verder naar het Kwarekkenven. Vandaar wandelen we verder richting Westerlo en het kasteel de Merode. Via “Het Trammeke” wandelen we langs de Grote Nete richting “de Ster” en verder naar het eindpunt van onze wandeling, de Abdij van Tongerlo.

We starten bij de Norbertijnen abdij waar we eerst een rondje maken over het terrein terwijl er nog weinig mensen te zien zijn.

Onze-Lieve-Vrouwabdij van Tongerlo

Op verzoek van heer Giselbert, een vermogend landheer, kwamen omstreeks 1130 enkele norbertijnen van de Sint-Michielsabdij van Antwerpen zich op zijn landgoed in Tongerlo vestigen. Deze jonge kloosterstichting ontstond in het kader van de kerkelijke vernieuwingsbeweging rond Norbert van Gennep, die in Prémontré (F) rond 1121 met een gemeenschap van reguliere kanunniken was begonnen. Om haar werkzaam bestaan te verzekeren werden woeste gronden in cultuur gebracht. Voorspoed en rampspoed wisselden elkaar af. Er kwamen tijden van groei en expansie op ‘alle’ terreinen van de toenmalige samenleving. Opvallende krachtlijnen waren de diensten van pastoraal in veertig kerken en de diensten van gebed met een vaste kern van koorheren. Naast een actieve armenzorg ontplooide zich een uitgebreid mecenaat op vele fronten van kunst, cultuur en wetenschap. Op 6 december 1796 moest de gemeenschap van Tongerlo noodgedwongen in ballingschap gaan. Ten gevolge van de Franse Revolutie werd de abdij opgeheven en haar bezit verkocht. Deze uittocht dwong Tongerlo klein te leren leven in jaren van beproeving. Erg gehavend, met slechts zes overlevenden van de honderdzesentwintig, kon Tongerlo in 1837-1840 het gemeenschappelijk leven hernemen in het kasteel van Broechem. Moedig zocht men met oude waarden naar nieuwe wegen. Op 1 juli 1840 kwam een kleine groep terug naar Tongerlo. Er volgden jaren van snelle groei en vitaliteit. Later deze eeuw ontvouwde zich een intense missionaire activiteit, eerst in Groot-Britannië (1872), vervolgens in Congo (1892) en ook in Chili (1965). In eigen land werd de vitaliteit van de abdijgemeenschap gemarkeerd door Oostpriesterhulp, het Sportapostolaat, het Liturgisch Apostolaat en de aanwezigheid in vele parochies.

Sportvelden in België…..

Het Gravinnekespad! Zó plezant. 

Het gemeentehuis van Westerlo.

Het kasteel van Gravin Jeanne de Merode, ook wel “nieuw kasteel” genoemd, is gebouwd tussen 1909 en 1911 en is een voorbeeld van neogotiek. Van 1911 tot aan de Tweede Wereldoorlog werd het kasteel bewoond door de gravin, haar vroegere gouvernante en enkele personeelsleden. Na de dood van de gravin in 1944, leidden de zusters augustinessen in het kasteel een rusthuis voor priesters. In 1972 kocht het gemeentebestuur van Westerlo het pand aan en richtte het in als gemeentehuis. Het park rondom heeft het oorspronkelijke ontwerp bewaard. De vijver met fontein en bijhorend kunstwerk vóór het gemeentehuis dateert van 1995. 

Monumento de Memoria

In Westerlo is naast het gemeentehuis in 2007 een monument ingehuldigd dat symbool staat voor de mensen die vermoord zijn in het Noordwesten van Colombia. Het bevat de namen van de slachtoffers van het bloedbad in februari 2005 en van nog enkele slachtoffers nadien.

De Belgische versie van de Cruyff Courts

Het Kwarekkenven

De Kwarekken is een lager gelegen natuurgebied dat aansluit bij de vallei van de Grote Nete.

Krekkemie

Houtsculptuur Krekkemie is gezaagd eb gekapt uit een imposante beuk welke tijdens een zware winterstorm in februari 2020 de top van de boom verloor.

We wandelen verder richting Westerlo.

In Westerlo de nodige monumenten die herinneren aan de eerste wereldoorlog.

En aan de invloedrijke inwoners van deze plaats, zoals Hendrik de Merode.

Henri de Merode, 11de Markies van Westerlo, 8ste Prins van Rubempré en 5de Prins van Grimbergen, was de zoon van graaf Charles de Merode, markies van Westerlo (1824-1892) en van prinses Marie-Nicolette d’Arenberg (1830-1905). Zijn vader was Voorzitter van de senaat en burgemeester van Westerlo. Zelf trouwde hij met prinses Nathalie Eugénie Eléonore de Croÿ (1863-1957). Ze hadden twee dochters en een zoon. De Merode was doctor in de rechten (Leuven, 1879), diplomaat en grondeigenaar. Na de dood van zijn vader werd hij burgemeester (1892-1908) van Westerlo Hij was provincieraadslid voor de provincie Antwerpen van 1882 tot 1884. Hij werd voor de Katholieke Partij verkozen in het parlement. Hij was volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Brussel (1884-1892 en 1894-1896) en voor het arrondissement Turnhout (1896-1900). Hij werd vervolgens senator (1900-1908) voor het arrondissement Mechelen-Turnhout. Hij was senaatsvoorzitter van 1903 tot aan zijn dood in 1908. Op 6 mei 1907 werd hij benoemd tot minister van Staat.

Op de markt van Westerlo vinden we ook deze imposante lindeboom.

Eén van de blikvangers op de bredere westzijde van de markt te Westerlo is de eeuwenoude Marktlinde, een schitterend voorbeeld van een in etage gesnoeide Hollandse linde. De lindeboom zou rond 1630 geplant zijn ter hoogte van de middeleeuwse halle die op het einde van de 16de eeuw afbrandde. Binnen de omheining van de boom is ondergronds nog metselwerk bewaard, mogelijk afkomstig van deze halle. De Marktlinde is voor het eerst afgebeeld op een figuratieve kaart van Westerlo uit 1556. Er zou vroeger ook een zuivelmarkt onder de boom plaatsgevonden hebben, waarbij de boter en eieren onder het bladerdek koeler gehouden konden worden. De linde wordt ook afgebeeld op een figuratieve kaart uit 1712, op de kabinetskaart van de Ferraris (1770-1778) en de kaart van Vandermaelen (1846-1854).

Historische etagebomen werden gewoonlijk in drie etages gevormd: met de onderste etage wordt het volk uitgebeeld, de middelste etage staat symbool voor de clerus en de bovenste etage symboliseert God. De linde van Westerlo heeft maar twee etages, waarvan de onderste moet ondersteund worden. 

We verlaten Westerlo en wandelen verder richting “Het Trammeke”.

Het Trammeke bevindt zich op de grens van Herselt en Westerlo, op 100m van het Kasteel van prins de Merode. Het is een oude, unieke mobiele dam op de Grote Nete en deed dienst als een sluis- of stuwsysteem.
Het werd aangelegd in 1874 naar ontwerp van P. Langerock en bestaat uit twee delen: aan de Netekant van Herselt ligt het zogenaamde ‘Trammeke’, aan de kant van Westerlo bevindt zich het trekmechanisme. Met het Trammeke regelde men het waterpeil van de Grote Nete, waardoor het hooilandschap bevloeid kon worden na de eerste oogst. Op die manier werd een tweede hooibeurt mogelijk. Tegelijk werd ook het vervoer van ijzererts langs de Grote Nete vergemakkelijkt, en werd het water van de kasteelvijver ververst.

Kasteel de Merode

De eerste burcht zou dateren uit 1066, hoewel het best mogelijk is dat er reeds vroeger door de Romeinen een versterkte nederzetting opgetrokken werd. Rond 1300 legden de Heren van Wezemaal de grondvesten van het huidige kasteel. Zij kozen daarvoor een strategische plaats op ongeveer 80 meter van de Grote Nete te midden van lage landen, ideaal voor een waterburcht. De burcht diende oorspronkelijk als grensvesting van het Hertogdom ter beveiliging van de grenzen met de buren. De donjon (=woontoren) werd rond 1300 opgetrokken in ijzerzandsteen van de streek. De toren vormt het kerngebouw van het kasteel waartegen de beide zijvleugels schrijlings aanleunen. Dit verleent aan het grondplan een echte kruisvorm. Voor de donjon werd in de 16de eeuw de huidige binnenplaats aangelegd. Deze binnenplaats werd ommuurd en voorzien van schuin gerichte vierkante hoektorens die nu nog bestaan. Aan de voorzijde bleven de vierkante torens behouden als versterking van de burcht, aan de achterkant werden twee torens uitgebouwd tot volledige woonvertrekken. De halfronde poorttoren waarlangs men de binnenplaats bereikt, dateert ook uit de 16de eeuw. Later, in de 18de en de 19de eeuw werden nog een linker en rechter zijvleugel aangebouwd. De omlijsting van de ingang langs het binnenplein is barok en werd in de 2de helft van de 17de eeuw gebouwd. Van het neerhof rest nog een vleugel met toren en poort, waarvan de omlijsting in classicistische vroegrenaissance is (16de eeuw). De Merode, Van Merode en Von Merode genaamd, is een oud Belgisch, Duits en Nederlands adellijk geslacht, oorspronkelijk afkomstig uit het Rijnland. De familieleden dragen sinds 1930 de titel van prins(es). Door huwelijk is dit geslacht verbonden met tal van adellijke families, terwijl het tevens gelieerd is aan de meeste Europese vorstenhuizen. Hier vindt u meer informatie over de familie de Merode, welke nog steeds het kasteel bewonen.

Marlybrug

De brug werd gebouwd in 1952. De naam is afgeleid van de vroegere afspanning, hotel “De Marly”, die nabij de brug gelegen was.

We wandelen verder langs de Grote Nete.

Hierboven respectievelijk het “wijfjesvaren” en de koningsvaren.

We wandelen verder richting het eindpunt.

Op het eindpunt aangekomen, nemen we nog een kijkje in en rond de Abdij.

De abdijkerk.

Met deze blijk in de abdijkerk zijn we aan het eind gekomen van deze 17,5 km lange wandeling.