Etappe -1 Hulst – Koewacht

De wandeling begint in Hulst, Zeeuws-Vlaanderen. We wandelen over de stadswallen richting het Groot Eiland verder richting de Kijkuit langs het Zijkanaal naar Hulst (het Kanaaltje). Vanaf daar gaat het verder richting Koewacht waar we in het gebied komen wat bekend is geworden door de vlasteelt.

Hulst ontstond in de 11e eeuw als de nederzetting Hulust. Hulst kreeg in 1180 stadsrechten van de Vlaamse graaf Filips van de Elzas en ontwikkelde zich tot een belangrijke vesting- en havenstad. Dit is nog terug te zien aan de Vestingwerken en toonaangevende gebouwen. 

We starten de route bij de Gentse Poort.

Deze poort werd gebouwd in het jaar 1780 en werd vroeger de Hospitaalpoort genoemd, dit was een verwijzing naar het ‘hospitaal’ (gasthuis) dat in de achterliggende Gentsestraat stond. Nu kennen we de poort als ‘Gentse Poort’.  Aan de bovenzijde van de poort zien we drie natuurstenen trofeeën. De middelste draagt het generaliteitswapen, het teken van de Verenigde Nederlanden. Dit is de enige toegangspoort tot Hulst waar een weg naast gelegd is. Langs deze weg komt het vrachtverkeer binnen, maar in de geschiedenis is dit gebeurd vanwege de aanleg van de tramlijn Hulst-Walsoorden. Vanwege de kromming in de poort kon de tram er niet doorheen.

Naast de poort staat een monument gewijd aan Reinaert de Vos. Het stelt “De Hofdag” voor, een scène uit de dierenfabel ‘Van den Vos Reynaerde’, welke werd geschreven in de dertiende eeuw

Het dierenepos Van den Vos Reynaerde, gaat over de strijd van goed tegen kwaad. Hoofdrolspelers zijn dierenfiguren met als belangrijkste de vos die het eigenbelang, de ijdelheid, de hebzucht en de jaloezie van de andere dieren aan de kaak stelt. De vos zelf is de grootste schurk en past de macht van het woord toe. In het eeuwenoude verhaal, geschreven in de 13e eeuw door Willem die Madocke maecte komen namen van dorpen en streken voor uit het land van Hulst en het aangrenzende land van Waas (België). 

Tamboer en vaandeldrager.

Heel de stad Hulst ademt de sfeer van de tachtig jarige oorlog. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog was Hulst een strategisch belangrijke stad. Hulst was tussen 1591 en 1596 in handen van de Staatse troepen, maar daarnaast overwegend in Spaanse handen. De vesting werd tijdens het Twaalfjarig Bestand aanzienlijk verbeterd. In 1645 veroverden de troepen van Frederik Hendrik de vestingstad. Daarmee was er op dat moment een aaneengesloten verdedigingslinie voor de Republiek tot stand gekomen. 

Op de wandeling door Hulst komen we ook met enige regelmaat onderstaande beeldjes tegen.

De naam is afgeleid van de Spaanse “pagadores”, die kleine mannen waren die de soldij (het loon) van de Spaanse soldaten in Antwerpen uitbetaalden. Ze waren te klein om te vechten en werden daarom ingezet voor andere taken, zoals het uitbetalen van het loon. Deze kleine betaalmeesters werden soms “pagadders” genoemd, en zo is het woord in de Vlaamse taal terechtgekomen. 

Stadswallen Hulst

Hulst kreeg eind twaalfde stadsrechten. Midden veertiende eeuw werd de stad versterkt met een gracht en een aarden wal. Na de verwoesting van de stad door Gentenaren begon men in de tweede helft van de vijftiende eeuw met de aanleg van nieuwe vestingwerken. Na het uitbreken van de Tachtigjarige Oorlog liet het Spaanse gezag de vesting in 1572 verbeteren. En nadat prins Maurits de stad in september 1591 op de Spanjaarden had veroverd, versterkte hij de stad verder. Er kwam een aarden borstwering tegen de stadsmuren, verder een bastion, een hoornwerk en in de grachten een aantal ravelijnen. Onder Spaanse leiding werd de vesting tijdens het Twaalfjarig Bestand (1609-1621) aanzienlijk uitgebouwd.

Keldermanspoort.

De Bollewerckpoorte of Dobbele Poort, in de volksmond ook wel de Keldermanspoort genoemd is de westelijke toegang tot de stad. Bij de inval van de Gentenaren in 1491 werd de poort vernield en werd weer versterkt. Echter tijdens de Tachtig jarige oorlog moest de poort er weer aan geloven. In 1618 werd de ruïne bedolven onder aarde afkomstig van het nieuwe Brederodebolwerk en werd het onzichtbaar.  Vanaf 1959 vonden opgravingen en restauraties plaats 

Onvolledig beeld op het Ravelijn nabij de Keldermanspoort.

Twee beelden van een overwonne die met gebogen hoofd zijn zwaard aanbiedt aan de overwinnaar. De overwonnene staat op een laag stalen voetstuk, de overwinnaar op een hoger voetstuk.

Toegang via de Keldermanspoort tot de stad Hulst.

We verlaten het oude stadscentrum van Hulst via de Dubbele Poort.

Deze poort werd gebouwd na de aanleg van de nieuwe vestingwerken in de zeventiende eeuw. De oudere Dobbele Poort (Keldermanspoort in de volksmond) verloor door die aanleg zijn functie. De krommingen in de toegangswegen en de poort zelf, zijn bewust zo uitgevoerd. Het was om te voorkomen dat de stad ongehinderd met vijandelijke geweren en kanonnen kon worden beschoten. De vestingwal is hier extra hoog (meer dan tien meter), omdat het buitengebied vanwege de hoge ligging dan niet onder water kon worden gezet. Een dergelijke ‘inundatie’ was toen één van de middelen om vijanden buiten de stad te houden.

Mooie ramenpartij in een woning uit 1935.

We verlaten Hulst en wandelen verder richting het “Groot Eiland”.

Een heel veld met Phacelia.

Phacelia  is een mooie eenjarige bijenplant, goede groenbemester.

Oude Vaart

De Oude Vaart is een voormalige waterweg die van het landgoed Groot Eiland in oostelijke richting naar de vestinggracht van Hulst loopt en ongeveer 3 km lang is. Het was de toegang tot de haven van Hulst via het Hellegat. In 1789 kwam er een dam bij Luntershoek, met een scheepvaartsluis die de Hulsterse Sassing werd genoemd. De vaarweg verzandde echter. Men heeft nog een kanaal gegraven om Hulst te bereiken via het Kanaal Gent-Terneuzen. Dit staat bekend als Zijkanaal naar Hulst en het stond in verbinding met de Oude Vaart. In 1830 brak de Belgische Opstand uit en werd het kanaal gebruikt als een verdedigingslinie. Daarna werd het nooit meer voltooid, en in 1845 werd ook het Hellegat afgedamd.

Groot Eiland.

Het Groot Eiland ten westen van Hulst is sinds 1923 eigendom van een Belgische familie (Kortrijk). Het gebied maakt onderdeel uit van het krekensysteem van Zeeuws-Vlaanderen. Het Groot Eiland in Zeeuws Vlaanderen wordt bijna geheel omringd door kreken. De open verbinding met de Westerschelde is al lang verleden tijd; het is nu een zoetwater-moerasgebied. Omstreeks 1850 was het hoge gedeelte (de zandplaat) van Groot Eiland begroeid met dichte bossen, waarvan een groot deel bestond uit eikenhakhout, omringd door drassige weiden, moeras en kreken.

Bruinrode heidelibel.

We wandelen verder richting het Zijkanaal naar Hulst.

Het monument ‘Gdynia-Bridge’ in Axel is opgericht ter herinnering aan Poolse soldaten die in september 1944 op deze plek, het zijkanaal naar Hulst, een Baileybrug plaatsten. Van 16 september tot 2 november 1944 woedde er een zware strijd in West-Zeeuws-Vlaanderen, waar de bezetter zich met hand en tand verzette. Dit had grote verwoestingen tot gevolg. Axel werd bevrijd door Poolse troepen van de Eerste Poolse Pantserdivisie. De strijd duurde vier dagen. De beslissende aanval ten oosten van Axel werd ingeleid met zwaar artillerievuur. Een Baileybrug is een constructie die in 1942 in Engeland is ontworpen. Het is een bouwpakket van stalen, rechthoekige elementen die door middel van stalen pennen zijn verbonden. Een dergelijke noodbrug kon razendsnel worden gemonteerd en was bedoeld om legermaterieel en manschappen te vervoeren.

Zijkanaal naar Hulst (Het kanaaltje).

Het Zijkanaal naar Hulst is een oud kanaal dat zich bevindt tussen Axel en  Hulst. Het is ongeveer 6 km lang. Het kanaal maakte deel uit van een plan om de plaatsen Axel en Hulst met het in aanleg zijnde Kanaal Gent-Terneuzen te verbinden. Daartoe werd allereerst Zijkanaal C gegraven in de voormalige bedding van het Axelse Gat. Dit sloot via de in 1827 gereedgekomen sluis (Axelsche Sassing) aan op de Axelse Kreek. Hiervandaan werd een nieuwe vaarweg in oostelijke richting gegraven. Deze liep in het zuiden langs het gebied Groot Eiland en kwam ten slotte uit op de Oude Vaart, waardoor de haven van Hulst bereikt zou kunnen worden. Hiertoe moest dan wel een jaagpad worden aangelegd. Hiermee vorderde men tot de Derde Verkorting, nabij de buurtschap Kijkuit. Arbeidsonlusten en problemen met het verkrijgen van concessies veroorzaakten vertragingen, en pas in 1830 kon men weer verder werken. In hetzelfde jaar brak echter de Belgische Opstand uit, en werd het kanaal een verdedigingslinie. Alle bruggen werden weggenomen. Nadat de militairen het kanaal weer vrijgaven bleven de vele herhaalde pogingen om het kanaal scheepvaartklaar te maken bij goede voornemens steken. Zelfs het herstel van de bruggen kwam pas na vele jaren. In 1944 vormde het kanaal nog een belangrijke hindernis voor de oprukkende geallieerde troepen, die hier voornamelijk uit Poolse troepen bestond

We wandelen verder door de landrijen waar de aardappelen en het vlas in bloei staan en waar de gerst bijna gereed is om te oogsten.

We wandelen verder richting het eindpunt van deze etappe en passeren hierbij de plaats van het voormalig Fort Ferdinandus

Vlasteelt in Zeeuws-Vlaanderen rond het dorp Koewacht.

Vlas werd in Zeeland al in de middeleeuwen verbouwd. De vlasteelt was een tak van het landbouwbedrijf waarvoor veel vakkennis was vereist en die daarom in hoog aanzien stond. Het belang van de vlasverbouw voor de Zeeuwse economie wisselde. Handelaren speelden een steeds grotere rol. Ook politieke omstandigheden hadden invloed. Het zachte zeeklimaat en de nabijheid van Vlaanderen als afzetmarkt waren gunstig voor de vlasteelt. In de achttiende eeuw verschoof deze helemaal naar de zeekleigronden, waaronder Zeeland. Op de foto hierboven de Linex fabriek. Dit bedrijf verwerkt de houtachtige stengeldeeltjes van de vlasplant.

Hulst – Koewacht. Een wandeling van 19,5 km.