Etappe 10 Waterliniepad
Tijdens deze etappe wandelen we vanaf Nederhorst den Berg naar Maarsen. We volgend hierbij voor een groot deel de loop van de Vecht.
Kasteel Nederhorst


Wandelen langs de Vecht




Sluis ’t Hemeltje



Sluis ’t Hemeltje is een schutsluis en tevens inundatiesluis tussen het Hilversums Kanaal en de Vecht. De sluis ligt direct ten zuiden van Overmeer (Nederhorst den Berg). In 1936 werd het Hilversums Kanaal geopend. De sluis zorgde voor aansluiting met de Vecht. Hij dankt zijn naam aan boerderij ’t Hemeltje die gesloopt is om de sluis aan te kunnen leggen. Aanvankelijk was de verbinding van belang voor de vrachtvaart, later vooral voor varende recreanten. Met de bouw van de sluis werd medio 1931 begonnen en in 1937 was het kanaal gereed.
Gemaal polder Dorssewaard Vreeland


Gemaal uit 1895, gebouwd als stoomgemaal (later petroleum) met centrifugaalpomp, in opdracht van het bestuur van de Polder Dorssewaard. Het is het oudste gemaal in de gemeente Loenen.

Oud gietijzeren hekwerk.
Vreedenhorst.



Vreedenhorst is een historische buitenplaats in de Dorsserwaardse polder nabij Vreeland. In 1650 is het huidige huis gebouwd. Waarschijnlijk is deze locatie al bewoond sinds de middeleeuwen, gezien de kloostermoppen (middeleeuwse bakstenen) die zich in gemetselde gewelven van de kelder bevinden. Het is één van de oudste typische buitenplaatsen met een boerderij-achtige indeling: een a-symmetrische gevel met een voorraadkelder waarboven zich de voorname opkamer bevindt. Op een schilderij van Isaac Ouwater uit 1785 is te zien hoe de gevel er toen uit zag. Er bevond zich destijds in de vele bijgebouwen rondom het hoofdhuis een koperplaat katoendrukkerij.
Boerderij uit 1875.

Molen de Ruiter




De huidige molen is hier als stellingmolen herbouwd nadat zijn voorganger, een grondzeiler, in 1910 was afgebrand. Die molen was op hol geslagen, de molenaar had hem nog wel tot stilstand gekregen maar vermoedelijk was de vang hierdoor te heet geworden, waardoor alsnog brand ontstond.
Vreeland










Buitenplaats “Slotzicht Vreeland”


De naam wijst op het zicht op Slot Loenersloot aan de overkant van de rivier. De buitenplaats is gesticht in 1735 en diende in de eerste wereldoorlog als militair tehuis.


Op deze wandeling zien we ook nog iets van het Waterliniepad.



De INUNDATIESLUIS ten zuiden van de Alembertskade is in 1925 aangelegd als onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Deze van oorsprong negentiende-eeuwse verdedigingslinie tussen Naarden en de Biesbosch was gebaseerd op het onder water zetten, het inunderen, van grote stukken land. Daartoe was een systeem van duikers, sluizen, kanalen en kaden aangelegd. In 1925 werd tussen Loenen en Vreeland aan de oostzijde van de Vecht, loodrecht op de rivier een afvoerkanaal gegraven en in de Vechtdijk (de weg Oud Over) een dubbele duikersluis voorzien van een dubbele schotbalkkering aangelegd om met water uit de Vecht de Loenderveense Polder onder water te kunnen zetten.
Oud woonhuis gebouwd in 1910 met gevelsteen waarop een dolfijn is afgebeeld.


Molen de Hoop in Loenen aan de Vecht.



De voorloper van de molen ging in 1900 verloren door een brand. De nieuwe molen uit 1901 kreeg een veel hogere stelling: deze zweeft tien meter boven de grond. Omdat in die tijd de stoommachine in opkomst was, werden overal in het land molens gesloopt. Bij de herbouw van de molen kon daarom dankbaar gebruik gemaakt worden van allerlei door sloop vrijgekomen onderdelen. Zo kwam het ‘gaande werk’ uit een Gelderse molen en de kap van een Zaanse molen. Tot 1949 heeft de molen als korenmolen gefunctioneerd.
Loenen aan de Vecht met buitenplaats Bijdorp




Bijdorp dateert uit omstreeks 1700. De voorgevel van het sobere en kubusvormige 18de-eeuwse herenhuis is naar de Vecht gericht. Ook bezit het huis een overtuin, die in 1934 werd aangelegd naar een Italiaans idee. Deze overtuin werd met verscheidene beelden verfraaid, die gekocht werden van eigenaren van andere buitenplaatsen. De Toscaanse zuilen zijn afkomstig van Hilverbeek in ‘s-Graveland en de daarop geplaatste bustes, waaronder Hermes, werden aangekocht van het Nijenhuis te Heino.
Bij het landhuis vechtlust gelegen veelkantige koepel

De koepel hoorde ooit bij een buitenplaats aan de overkant van de weg, die in de 19de eeuw gesloopt werd door de eigenaar van Vegtlust. Deze kocht de terreinen tegenover zijn huis op, sloopte de bebouwing en richtte het terrein in als landschapspark.
Croneburgherbrug

Mijndense Sluis


De Mijndense sluis vormt de verbinding tussen de rivier de Vecht en de Loosdrechtse Plassen via de Westelijke Drecht. De sluis ligt in de Noord-Hollandse gemeente Wijdemeren. De eerste aanleg van een sluis op deze locatie dateert uit de 17e eeuw. Rond dat tijdperk vond in het Loosdrechtse veengebied turfwinning plaats.
We wandelen verder richting Nieuwersluis






Penitentiaire inrichting





Meer weten over dit gebouw, wat nu een gevangenis is, klik dan hier.
Buitenplaats Rupelmonde





De buitenplaats Rupelmonde is gesticht door de Vlaming A. van Ghesel, die het buiten haar naam gaf, naar de bij Antwerpen gelegen stad Rupelmonde. Rupelmonde was in eerste instantie een sobere herenhofstede. Na een ingrijpende verbouwing in 1768 in opdracht van Jacob Berthon kreeg het buiten een uitstraling met meer allure. Zowel het exterieur als het interieur werd verfraaid met elementen in Lodewijk XIV- en XV-stijl. Het koetshuis, op de foto linksonder, stamt uit de 18de eeuw en is een typisch voorbeeld van Hollandse barok. In 1924 werd het verbouwd tot woning.
Sterreschans met theehuis.



Vermoedelijk stichtte David Rutgers Hofstede Sterreschans eind 17de-eeuw. In 1815 werd het buiten eigendom van Adriaan Paets van Troostwijk, die het huis aan de straatzijde liet vergroten door tegen het oude huis een breed nieuw gedeelte aan te laten bouwen in empirestijl, waarschijnlijk naar ontwerp van Abraham van der Hart. Adriaan is o.a. de uitvinder van het gebruik van lachgas als narcosegas bij operaties en de (waterstof) elektrolyse.
Buitenplaats Over Holland met theehuis


In 1676 liet de puissant rijke Amsterdamse koopman Jacob Poppen een buiten bouwen op een terrein dat tweemaal de oppervlakte had van het huidige buiten. Omstreeks 1755 werd het gebouw in opdracht van Willem Straalman met twee zijvleugels en een koepelzaal uitgebreid. De tuin liet hij in Engelse landschapsstijl aanleggen, waarbij de formele aanleg verdween. Hiermee is Over Holland één van de vroegste landschappelijke parken in Nederland. In 1793 liet Straalman de 17de-eeuwse theekoepel vervangen door de huidige koepel in empirestijl. Aan de westkant van het huidige grondgebied werd in 1890 het Merwedekanaal (nu Amsterdam-Rijnkanaal) aangelegd.
We wandelen verder langs de Vecht en komen zo in Breukelen.






Buitenplaats Weeresteyn
Deze buitenplaats staat op de plek waar vroeger de grens liep tussen Holland en Het Sticht en heeft deze buitenplaats een middeleeuwse voorganger gehad. ‘Weere’ betekent landscheiding en daaraan heeft deze buitenplaats zijn naam te danken. Het huidige hoofdgebouw dateert uit ongeveer 1705



Een opmerkelijk verhaal…
Achter de buitenplaats werd in 1760 een stenen kist gevonden. Naast stoffelijke resten van een persoon, werden een kromstaf en een loden plaatje gevonden, met de tekst: ‘Walterus, burger van Wiltenburg, helper van de bisschop, die met de strop is omgebracht, ligt in deze grafheuvel.’ Het is niet met zekerheid te zeggen om wie het hier gaat. Een helper van Bonifacius, die bij Dokkum vermoord werd, heette Walterus, wiens lijk per boot vervoerd werd van Friesland naar Utrecht.
Het is alleen vreemd dat er in de kist een kromstaf werd gevonden: het symbool van een bisschop. Een andere suggestie was dan ook bisschop Hunger (854-866) of een wijbisschop uit de 12e eeuw. De kist werd enige tijd ten toon gesteld bij het gemeentehuis van Loenen en daarna in stukken geslagen en opgeruimd.
Sluis in de Weersloot.

Aan het begin van de 17e eeuw wordt er veel turf gegraven in het gebied dat nu de Loosdrechtse plassen heet. De stad Amsterdam vraagt daar namelijk om. De turf wordt gebruikt als brandstof. De Weersluis komt er om het niveauverschil tussen de rivier de Vecht en de Loosdrechtse plassen te overbruggen voor de schepen die de turf afvoeren naar Amsterdam. In 1897 krijgt de Weersluis een functie in de Nieuwe Hollandse Waterlinie. De sluis wordt daartoe aangepast zodat deze ook gebruikt kan worden als keer- en inlaatsluis en daarmee grote stukken land onder water gezet kunnen worden in oorlogstijd. De waterlinie blijft bestaan tot 1940.

Een andere vliegende kraai….

De PH-PBA is een Douglas DC-3 Dakota en gebouwd voor de Amerikaanse luchtmacht. Begin 1944 werd het gestationeerd in Europa. Het vliegtuig vloog in de eindfase van de Tweede Wereldoorlog missies tijdens de landing in Normandië en Operatie Market Garden. In 1946 kocht Prins Bernhard het toestel voor 50.000 dollar uit de Amerikaanse legerdump. Niet veel voor een vliegtuig dat maar 300 kilometer had gevlogen, zo vond hij. Op 25 februari 1947 werd het vliegtuig ingeschreven als de PH-PBA, op naam van de Rijksluchtvaartdienst (RLD). Het toestel werd hiermee het eerste Nederlandse regeringsvliegtuig. Als registratie kreeg het vliegtuig de landcode voor Nederland, PH. PBA staat voor Prins Bernhard Alpha. Op 13 november 1947 haalde Prins Bernhard het brevet voor dit type vliegtuig en mocht hij er zelf mee vliegen. Leden van het Koninklijke Huis gebruikten het toestel vaak, in binnen- en buitenland.
We verlaten de Vecht en wandelen verder richting Fort Tienhoven.



In de verte zien we dan kasteel Nijenrode liggen. De naam Nijenrode betekent nieuw gerooide grond. Rond 1275 liet Gerard Splinter van Ruwiel hier een eerste kasteel bouwen. Zijn familiewapen bestond uit een gouden veld en een rode balk, en deze kleuren sieren nog steeds de luiken op het landgoed. In 1930 werd het gekocht door de Amsterdamse kunsthandelaar Jacques Goudstikker. De Joodse Goudstikker overleed aan boord van het schip waarmee hij in mei 1940 vanuit IJmuiden naar het Verenigd Koninkrijk vluchtte. In juli 1940 werd zijn kunsthandel door het personeel verkocht aan Hermann Göring en de in Nederland woonachtige Duitser Alois Miedl. Het onroerend goed van de kunsthandel, inclusief Kasteel Nijenrode, kwam in handen van Alois Miedl. Na de Tweede Wereldoorlog, heeft de weduwe Goudstikker Kasteel Nijenrode teruggekocht van de Nederlandse Staat, die het kasteel na de bevrijding in beheer had. Zij heeft het kasteel in 1950 weer verkocht.
In 1946 vestigde de Stichting Nijenrode, Instituut voor Bedrijfskunde zich in het kasteel, dat in 1950 door de stichting werd aangekocht. In 1982 veranderde de naam in Universiteit Nijenrode, totdat eind jaren 1990, met het oog op internationaal opereren de ‘ij‘ vervangen werd door de ‘y’, en daarmee de spelling veranderde naar “Universiteit Nyenrode”. Sinds 2005 staat de universiteit bekend als Nyenrode Business Universiteit.
Fort Tienhoven




Fort Tienhoven in de polder Tienhoven werd in 1848-1850 gebouwd. Het fort bestond uit een verdedigbaar wachthuis dat later is verbouwd tot een bomvrije kazerne. Het diende ter afsluiting van de Tienhovense Vaart en om de er naast gelegen inundatiekade, damsluis en de kraaiennestersluis te bewaken. In de periode tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog werd een gietstalen koepelkazemat voor een zware mitrailleur geplaatst voor het bestrijken van de Tienhovense Vaart en Kade.
Vanaf het fort wandelen we richting het gemaal Bethunepolder.




Gemaal Bethunepolder
Aangezien het open monumentendag is, is het gemaal te bezichtigen.







Het oude gemaal Bethune ligt vlakbij Maarssen. Het gemaal is in 1930 gebouwd als vervanging van een stoomgemaal uit 1860, om water uit de Bethunepolder te pompen voor drinkwater. Binnen staan nog 2 motoren en pompen uit de jaren dertig. Zo’n 20 tot 25 miljoen m³ water pompte dit gemaal jaarlijks weg uit de 535 hectare tellende Bethunepolder die zo’n 3 meter onder NAP ligt.
Vanaf het gemaal wandelen we weer richting de Vecht naar het eindpunt van deze etappe, Maarssen





Gedurende de achttiende eeuw werden verschillende hofsteden vervangen door grote moderne gebouwen van het type stadhuis-buiten, zo ook met Goudestein. Eerst werd echter in 1717 de buitenplaats Goudestein vergroot met het ernaast gelegen ‘Silversteyn’. In 1754 vond een ingrijpende verbouwing van het huis plaats, zodat het er in grote trekken uit zag zoals wij het nu kennen.


Buitenplaats Goudestein in Maarssen. Ook Goudestein was te bezichten op de open monumentendag.








Goudestein is één van de eerste buitenplaatsen langs de Vecht die in de 17de-en 18de-eeuw werden aangelegd. Het huidige huis gaat terug op een eerder Goudestein uit 1628 dat halverwege de 18de-eeuw werd gesloopt. In 1754 werd het nieuwe Goudestein gebouwd in opdracht van Jan Huydecoper en Sophia van der Muelen. Tot 1955 bleef het in handen van de familie Huydecoper. In 1960-’61 werd Goudestein gerestaureerd en in gebruik genomen als gemeentehuis van Maarssen. Meer weten over deze buitenplaats, klik dan hier.
Maarssen.






Nederhorst den Berg – Maarssen. Een wandeling van 20,9 km.
