Etappe – 11, Hertogenpad
We beginnen met etappe in Meijel en wandelen richting het kanaal van Deurne en een gedeelte langs de Noordervaart verder richting het natuurpark Waterbloem en de Ophovense Zandberg. Daarna richting Ophoven en het Leudal naar het eindpunt van deze etappe, Roggel.
We starten in Meijel. Het dorp Meijel is ontstaan in de late middeleeuwen als een ‘eiland in de Peel’. De Meijelsen haalden in de Peel hun brandstof (turf), lieten er hun schapen weiden en hielden er bijen. Hoewel de wegen slecht waren, passeerden er door Meijel op gezette tijden handelaren, die vanaf Den Bosch via Deurne door de Peel trokken in de richting van Roermond, Weert en Venlo.

Beelden die refereren aan vroeger en aan de Peel.





Van links naar rechts: Turfblokken De turfsteker. Het reizend gezag of Bisschop te paard Mens en natuur in evenwicht
Sint-Nicolaaskerk Meijel

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de kerk op 25 september 1944 door de Duitsers opgeblazen. Tussen september en de bevrijding op 15 november lag Meijel in de frontlinie en lag de kerk regelmatig onder vuur. Op 27 oktober werd de kerk opnieuw opgeblazen, waarbij ze geheel verwoest werd. Tussen 1944 en 1955 werden de kerkdiensten in noodgebouwen gehouden, tot 1947 in het parochiehuis en een cafézaal en van 1947 tot 1955 in een eenbeukige noodkerk.
Voormalige Noodkerk


Villa Truijen uit1882

St-Anna kapel uit 1768


We verlaten Meijel en wandelen verder richting kanaal van DEurne







Aardappelgal


De aardappelgalwesp komt alleen op de zomereik voor
Het kanaal van Deurne



Het is opvallend dat vanaf het kruispunt van het kanaal van Deurne en de Helenavaart beide vaarwegen ongeveer vier kilometer lang parallel aan elkaar lopen, met slechts enkele tientallen meters ertussen. De Helenavaart werd tussen 1853 en 1855 gegraven door Jan van de Griendt, een turfondernemer, en vernoemd naar zijn vrouw Helena. Toen de gemeente Deurne besefte dat turfwinning winstgevend was, groeven ze van 1875 tot 1877 het Kanaal van Deurne parallel aan de Helenavaart. Vanwege het weigeren van vrije doorgang door Van de Griendt, moest Deurne grond kopen van de gemeente Meijel in Limburg. Hierdoor lopen beide kanalen nu “broederlijk” naast elkaar.

Hier komen beide kanalen weer samen en lopen verder richting het Canal du Nord ofwel de Noordervaart.




Meikever



Op dit punt komen Kanaal van Deurne/ Helenavaart uit in het Canal du Nord ofwel Noordervaart. Dit kanaal werd gegraven van 1806 tot 1810 in opdracht van Napoleon.


Canal du Nord




De Noordervaart werd tussen 1803 en 1810 aangelegd als deel van Napoleons Grand Canal du Nord. De aanwezigheid van turf zorgde ervoor dat de Noordervaart in 1854 op vaardiepte werd gegraven tot aan de vervolgens gegraven Helenavaart. Deze kanalen zorgden er immers voor dat het water uit de Peel weg kon en de turf uit Helenaveen en Deurne via de beide Peelkanalen kon worden afgevoerd.
Natuurgebied Waterbloem













Dit stukje natuur was tot omstreeks 1850 een groot moerasgebied maar bestaat nu uit een zeer afwisselend bosgebied met stukjes heide, landbouwgrond en nog steeds ook moerassen. Het gebied werd vanaf omstreeks 1850 ontgonnen en beheerd als landgoed
Een veld vol pioenrozen






We wandelen verder richting Ophoven en passeren daarbij het bakkerij museum Marleetjeshof.







Het gebied waar we doorheen wandelen is niet alleen natuur maar ook agrarisch gebied.











Een gebied waar het land droog is, zodat er volop gesproeid wordt maar ook een gebied waar het gras gedroogd wordt om als veevoer te kunnen dienen. Ook zien we velden met zwarte bessen teelt waar de bijenkassen vol zitten met bijen die voor de bevruchting dienst doen.

Het Leudal

























Door het gebied stromen de Tungelroyse Beek (ter plekke ook Leubeek genoemd) en de Zelsterbeek. De Leubeek is in het verleden grotendeels gekanaliseerd. Maar aan het begin van 21e eeuw is een belangrijk stuk van de oude beekloop met zijn meanders weer hersteld. Het Leudal is een betrekkelijk hooggelegen dekzandgebied aan de westoever van de Maas, met afzettingen uit de laatste ijstijd.
Baileybrug in het Leudal


Deze brug uit waarschijnlijk 1945 is aangelegd door een genie-eenheid van de 15e Schotse infanteriedivisie. Uit Britse documenten blijkt dat in december 1944 en januari 1945 diverse baileybruggen zijn gelegd in het Leudal. Aanvankelijk vooral zogenaamde class 40- en class 9- bruggen die bestemd waren voor voertuigen. Maar later ook kleine bruggen die van belang waren voor de aanvoer van munitie en voorraden naar de Britse voorposten langs de Maas. Deze brug is een van de weinig overgebleven zichtbare bouwwerken en het Leudal die herinneren aan de tweede wereldoorlog.
Gewone vogelmelk

De Leumolen




De molen werd voor het eerst vermeld in 1461, hoewel er al een vermelding is van een molen te Nunhem uit 1276, maar het is niet zeker of dat dezelfde molen betrof. De molen en de bijbehorende boerderij de Leuhof waren een leen van het Graafschap Horn (de leenheer). In 1701 verwierf het Klooster Sint-Elisabethsdal het goed in beheer door koop, maar het bleef een leen van de graven van Horn. In 1773 werd een stenen molen gebouwd ter vervanging van de vervallen voorganger, die in vakwerkbouw was uitgevoerd. Het jaartal “1773” is nog in een anker aanwezig. Toen is ook de korenmolen met een oliemolen uitgebreid. Het dak werd bekroond met een torentje. In 1796 werden molen en hof door de Fransen in beslag genomen en verkocht aan particulieren. In 1822 kwam ze in bezit van de familie Waegemans, die op Kasteel Nunhem woonde. Deze familie verpachtte de molen. In 1828 werd een aanvraag gedaan de molen met een pelmolen uit te breiden. In een nis is een beeld van de heilige Ursula aangebracht. Dit is vermoedelijk in de 19e eeuw gebeurd.










Elisabeth molen




De oudste vermelding van de molen stamt uit 1278. Toen kreeg het klooster toestemming van de heer van Horn om de watermolen van Roggel op de Roggelse Beek af te breken en bij het klooster weer op te richten. De molen was eigendom van het klooster maar dit moest voor het gebruik cijns aan de heer betalen. Het was een dwangmolen en in 1416 werd nog eens verordonneerd dat het hele dorp Roggel sal malen op dye moelen. De echtheid van dit document werd later in twijfel getrokken: de boeren maalden liever op de Leumolen. In 1796 werd het klooster door de Fransen opgeheven en de molen verbeurdverklaard en verkocht. In 1840 werd ze vervangen door een stenen molen die groter was dan de Leumolen. Ze diende als korenmolen, zaagmolen en oliemolen. In 1844 werd er brand in de molen gesticht, maar de molen werd herbouwd. Toen in 1944 de bezetter zich terugtrok lag er munitie in de molen opgeslagen. Deze werd door de terugtrekkende troepen tot ontploffing gebracht en de molen werd verwoest. Een ruïne restte. In 2014 begon men met de renovatie van deze molen. Met de ruïne als basis werd een moderne opbouw vervaardigd, en in 2015 werd daarin een groot, modern, waterrad geplaatst.
Hiermee zijn we aan het einde van deze etappe gekomen. Vanaf hier wandelen we verder richting Roggel om met het OV de thuisreis aan te vangen.



Meijel – Roggel . Een wandeling van 25,7 km.

