Etappe 12 Waterliniepad

Wandeling 12 vanaf het station Utrecht Overvecht naar Nieuwegein. We passeren tijdens deze etappe een aantal bijzondere plaatsen zoals Rietveld-Schröderhuis, de oude Kromhout kazerne tegenwoordig onderdeel van de Universiteit Utrecht, het Bunkerpad nabij Rhijnauwen de Plofsluis bij Nieuwegein en nog een aantal andere bezienswaardigheden.

We starten bij het station Utrecht-Overvecht.

Vanaf het station wandelen we richting Blauwkapel alwaar we verdergaan met de route.

Tijdens het wandelen viel ons de grote hoeveelheid “bunkers” rondom Utrecht op.

Nederland heeft meer bunkers dan je misschien zou denken en ze zijn in het hele land te vinden. Al voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog had Nederland veel verdedigingswerken, toen bekend als kazematten of groepsschuilplaatsen. Deze lagen voornamelijk langs de waterlinies. De kazematten werden gebouwd met verschillende materialen en verschilden in grootte. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de woorden kazemat en groepsschuilplaats langzaam vervangen door bunker, wat afkomstig is uit de Engelse taal. De dichtstbijzijnde bunkers bij Utrecht zijn voornamelijk oude forten en kazematten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie die gebouwd zijn in de periode tussen 1820 en 1920. Vlak voor de Tweede Wereldoorlog zijn er nog veel koepelkazematten langs de waterlinie gebouwd. Deze deden vaak dienst als mitrailleurbunkers of als observatieposten. Zo staat er bijvoorbeeld nog een bunker in het Wilhelminapark wat tegenwoordig dienstdoet als expositieruimte. Pas tijdens de Tweede Wereldoorlog bouwden de Duitsers de grote, zwaarbewapende betonnen bunkers die deel uitmaakten van bijvoorbeeld de Atlantikwall in Nederland. De Atlantikwall was een Duitse verdedigingslinie van bunkers die langs de kust van Noorwegen tot Spanje liep. Een aantal van deze grote bunkers dienden als commandoposten voor bepaalde legeronderdelen. Tegenwoordig heeft een aantal van deze bunkers een nieuwe functie gekregen, zoals een museum of opslagplaats voor bijvoorbeeld archieven. In de periode van de Koude Oorlog moderniseerden de Nederlanders de bestaande bunkers. Ook bouwden ze nieuwe exemplaren onder de grond, voornamelijk langs de IJssellinie. Veel bunkers zijn afgesloten voor het publiek, vooral vanwege veiligheidsrisico’s als instortingsgevaar, weinig zuurstof of de mogelijke aanwezigheid van explosieven. Van de ruim 10.000 bunkers die in Nederland zijn gebouwd, is slechts een deel zichtbaar en bekend. Hoewel veel bunkers op kaarten zijn aangeduid, zijn er na de oorlog ook veel direct begraven of opgeblazen en daardoor niet geregistreerd.

Fort Voordorp (voluit: Fort op de Voordorpse Dijk)

Het Fort op de Voordorpse Dijk maakte deel uit van de tweede fortengordel om Utrecht en dateert uit 1870. Het fort verdedigde de nabijgelegen sluizen. In 1879 werd het fortterrein gewijzigd om ook de van de spoorlijn Amersfoort – Utrecht te kunnen beschermen. Verder gaf het fort flankerende vuurondersteuning van de aangrenzende forten bij Blauwkapel, De Bilt en Hoofddijk. 

We wandelen via het natuurpark Bloeyendael verder richting het Wilhelminapark in Utrecht.

Wilhelminapark

De geschiedenis van het Wilhelminapark gaat terug tot het jaar 1888. In dat jaar verkoopt baron van Boetzelaer van Oosterhout een stuk van zijn grond in het oosten van Utrecht aan de gemeente. Zijn voorwaarde is simpel:  In die tijd waren er weinig groenvoorzieningen in Utrecht, en dus moest hier binnen 10 jaar een openbaar wandelpark worden aangelegd. In 1898 werd het park Wilhelminapark geopend, hetzelfde jaar waarin de jonge vorstin Wilhelmina werd ingehuldigd.

Via het Wilhelminapark gaat het verder richting het Rietveld Schröderhuis. We passeren daarbij het oude St. Antonius Gasthuis.

Het ziekenhuis werd in 1910 door de toenmalige aartsbisschop van Utrecht Henricus van de Wetering opgericht te Utrecht en verhuisde in 1983 naar Nieuwegein. In 1910 heette het nog het “St. Antonius Gasthuis”, het telde 150 bedden. In feite was het gasthuis een vervanging voor het in  1873  geopende St. Andreas Gasthuis. In 1926 werden twee nieuwe vleugels aangebouwd en elf jaar later het “Maria Paviljoen”. Gedurende de Tweede Wereldoorlog moest het ziekenhuis geëvacueerd worden, maar na de oorlog maakte het een snelle groei door, onder andere op het gebied van de long- en hartchirurgie. In 1959 werd voor de eerste maal een operatie verricht waarbij gebruikgemaakt werd van de hart-longmachine.

Rietveld Schröderhuis.

Het Rietveld Schröderhuis in Utrecht werd in opdracht van mevrouw Truus Schröder-Schräder ontworpen door de architect Gerrit Thomas Rietveld en gebouwd in 1924. Mevrouw Schröder woonde gedurende ongeveer 60 jaar in dit huis, eerst met haar kinderen, daarna in gezelschap van Rietveld en later alleen. Het kleine familiehuis – met zijn interieur, de flexibele ruimtelijke ordening en de visuele en formele kwaliteiten – was een manifest van de idealen van De Stijl, een groep kunstenaars en architecten in Nederland in de twintiger jaren van de vorige eeuw. Sindsdien wordt het beschouwd als een van de iconen van de Moderne Beweging in de architectuur. Het huis is nu een museum. Gerrit Thomas Rietveld was een Nederlands architect en meubelontwerper. Omstreeks 1918 begon hij mogelijk onder invloed van hen experimentele meubels te maken, waaronder de voorloper van de wereldberoemde Rood-blauwe stoel, een ingekleurde lattenleunstoel.

Tegeltableaus onder viaduct nabij het Rietveld huis

De “oude” Kromhoutkazerne.

De oude Kromhoutkazerne werd gebouwd tussen 1910 en 1913. In september 1913 werd de kazerne in gebruik genomen door de genie. De voormalige kazerne is tegenwoordig onderdeel van de Universiteit Utrecht. Hier is de international campus met het Engelstalige University College Utrecht en de Utrecht University School of Economics gevestigd, waar studeren en wonen gecombineerd wordt.

Naast de oude kazerne is een nieuwe kazerne gebouwd. Naast deze voormalige kazerne is een nieuwe kazerne verrezen, die oktober 2010 in gebruik is genomen als onder meer hoofdkwartier van de Koninklijke Landmacht.  De nieuwe kazerne staat op het terrein van het voormalige Fort Vossegat. Van dit voormalige fort zijn nog een aantal restanten bewaard gebleven, te weten De Tamboershut, Het bomvrij wachthuis en een doorlaatsluis (genoemd “de Brug met de twaalf gaten”)

En we gaan weer verder. Nu richting fort Rhijnauwen.

Fort Rhijnauwen met kasteel Rhijnauwen

Van het fort Rhijnauwen is niet veel te zien. Ook dit fort is niet toegankelijk. Fort bij Rijnauwen maakte ooit deel uit van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. De machtigste, maar ook duurste verdedigingslinie die ons land ooit heeft gekend. Het fort is gebouwd tussen 1868 en 1871, waarna er tot het einde van de 19e eeuw nog aanpassingen zijn gerealiseerd. Fort bij Rijnauwen diende evenals Fort bij Vechten om het nauwelijks onder water te zetten gebied ten zuidoosten van Utrecht te verdedigen, de zogenoemde ‘Houtense Vlakte’. Het fort is in zijn bestaan drie maal gemobiliseerd geweest: tijdens de Frans-Duitse Oorlog in 1870, tijdens de 1e Wereldoorlog van 1914-1918 en van september 1939 tot mei 1940 tijdens de 2e Wereldoorlog. Doordat het fort niet echt bij het oorlogsgeweld betrokken raakte ligt het fort er nog in goede staat bij, alhoewel de invloed van de tijd en de natuur merkbaar is na al die jaren.

Grenspaal van het Ministerie van Oorlog

Halverwege de 19e eeuw werden in de Grebbelinie hardstenen paaltjes geplaatst in opdracht van het Ministerie van Oorlog. De grenspalen waren bedoeld om de Militaire Rijksgronden af te bakenen. De stenen zijn eenvoudig te herkennen aan de ingegraveerde “O”. In een begroting van onderhoud uit 1880 meldt de Genie te Amersfoort het aantal van 257 hardstenen en 179 houten grenspalen. Deze paal staat langs de Kromme Rijn langs het jaagpad nabij kasteel Rhijnauwen

Kasteel Rhijnauwen

De naam van het kasteel is mogelijk een samenvoeging van Rijn en auen, doordat het kasteel gebouwd werd op de natte weidegronden (= auen) langs de Rijn. Zoals zo vele kastelen is het niet precies duidelijk wanneer kasteel Rhijnauwen gebouwd werd.

Verwijzing naar een TV programma…

Bunkerpad

Het Bunkerpad verbindt Fort bij Rijnauwen en Fort bij Vechten in Bunnik. We wandelen dwars door een weiland vol met bunkers, die eigenlijk geen bunkers mogen heten maar groepsschuilplaatsen.  Tijdens de mobilisatieperiode van de Eerste Wereldoorlog van 1914 tot 1918 begon men voor het eerst schuilplaatsen en kazematten te bouwen van gewapend beton. 

Verder richting Fort bij Vechten (via Duck City)

Fort bij Vechten

Fort Vechten is gebouwd tussen 1867 en 1870. De grote bomvrije kazerne werd in 1880 toegevoegd. Er werd meerdere malen gemobiliseerd maar bij oorlogshandelingen is dit fort nooit betrokken geweest. De laatste militaire functie van het fort was bandenopslag van Defensie. Het werd gebouwd in 1867–1870 als deel van de vooruitgeschoven linie bij Utrecht, die moest dienen ter afsluiting van de Houtense Vlakte, een relatief hoger gelegen gebied dat niet volledig geïnundeerd kon worden. Het fort ligt op enige afstand van de stad naar het oosten en diende om artillerieaanvallen op de stad Utrecht en op achter het fort gelegen verdedigingswerken te voorkomen of te belemmeren. Bij een succesvolle vijandelijke aanval zouden de terugtrekkende Nederlandse troepen in het fort worden opgenomen. Na een hergroepering was dan een eventueel Nederlands offensief weer mogelijk. 

Castellum Fectio

Fectio was een Romeins fort. Het castellum maakte daarin deel uit van een gordel van legerkampen (castra) en verdedigingstorens (turres). Vermoedelijk is Fectio in het jaar 4 of 5 n.Chr. gebouwd. Fectio lag strategisch, omdat enkele kilometers naar het westen de Vecht aftakte van de Rijn. Via de Vecht kon Frisia worden bereikt en via de Rijn het gebied van de Cananefaten. In het jaar 47 werd de Rijn de noordgrens van het Romeinse Rijk en kreeg Fectio een defensieve rol. Hier is meer te vinden over Fort Fectio

Fort de Batterijen

De Batterijen aan de Overeindseweg zijn een verdedigingswerk in de gemeente Nieuwegein als onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Het verdedigingswerk is begin van 1870 verrezen; een periode die zich kenmerkte door het uitbreken van de Frans-Duitse Oorlog. Nadien is het werk aan de Overeindseweg nog uitgebreid. Rond 1982 is een deel ervan verdwenen door een aanpassing van het Amsterdam-Rijnkanaal ter hoogte van de plofsluis. Deze Batterijen dienden als verdediging van de Overeindseweg. En ze moesten eventuele afdamming van het inundatiekanaal door de vijand voorkomen.

De Plofsluis

De Plofsluis bij Nieuwegein is een onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. De sluis bestaat uit een reeks van 5 betonnen compartimenten boven het water met een relatief zwakke bodem. Dit betonnen blok is over het Amsterdam-Rijnkanaal gebouwd en steunt op massief betonnen landhoofden. In de 5 holle bakken kon ongeveer 40.000 ton zand, grind en puin worden opgeslagen. Bij oorlogsdreiging kon men de bodem laten ontploffen, waardoor de inhoud over de gesloten deuren van de sluis in het Amsterdam-Rijnkanaal zou storten. Het puin vormde dan in een oogwenk een extra versteviging om de deuren van de keersluis te beschermen. Zo werd het kanaal goed afgesloten. De razendsnelle, perfecte afdamming van het Amsterdam-Rijnkanaal maakte het mogelijk om het achterliggende gebied onder water te houden. De Plofsluis was daarmee een belangrijke schakel in de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Deze militaire verdedigingslinie, aangelegd vanaf 1815 en in gebruik tot 1945, beschermde een groot deel van Holland en de stad Utrecht door het gebied achter de linie te inunderen: opzettelijk en gecontroleerd onder water te zetten.

De plofsluis van bovenaf gezien.

Hier eindigt onze etappe.

Utrecht-Overvecht – Nieuwegein. Een wandeling van 21,3 km.