Etappe – 6 streekpad Nijmegen

De etappe begint in Plasmolen of eigenlijk in het gehucht Riethorst grenzend aan Plasmolen.. Vanaf daar wandelen we rond de Sint-Jansberg en verder richting Grafwegen waar we de grens met Duitsland passeren. We wandelen dan verder door het Reichswald richting Kranenburg en verder naar het eindpunt van deze etappe, Wijler.

Plasmolen

Sint-Jansberg

Dubbelloof

De plant komt vrij algemeen voor langs greppels en in vochtige bossen op arme grond. De naam slaat op de twee soorten bladen: vruchtbare  en  onvruchtbare. De vruchtbare bladen staan rechtop, terwijl de onvruchtbare overhangen of op de grond liggen. De onvruchtbare bladen hebben langwerpige slippen en zijn maximaal 40 cm lang. Deze bladeren zijn groenblijvend. De vruchtbare bladeren hebben smalle slippen en zijn tot 70 cm lang. Ze sterven in de herfst alweer af. 

Sint-Maartensberg

Reuzenpaardenstaart.

Grafwegen

Tuin van een artistiek iemand!

Grafwegen is een buurtschap in de Nederlandse gemeente Berg en Dal, en een gehucht in Duitsland met delfde naam.

Witte klaverzuring

Hier gaan we het Reichswald in.

Het Reichswald is een groot gebied wat zich uitstrekt tot in Duitsland nabij de Stad Kleef. Het woud heeft een bijzondere historie, mede als noordelijk deel van de Siegfriedlinie. Hier vond n.l. de laatste grote veldslag plaats van de 2e wereldoorlog.

In het Reichswald zien we een aantal stenen staan voorzien van een nummer.

Het bos is doorsneden met kaarsrecht, parallel lopende paden, die een rasterstructuur vormen.   De dorpsbewoners uit de buurt mogen eikels, hout en heideplaggen uit het bos halen, het z.g. recht tot eikelmast, tevens mag het vee er voedsel zoeken. In ruil daarvoor moeten de boeren helpen bij de jaarlijkse drijfjacht, vooral op wolven. In de zeventiende eeuw wordt het bos omgevormd van gebruiksbos (Hauwald) naar een bos met hogere, oudere bomen (Hochwald) . De rechthoekige indeling stamt uit 1826. De hoekpunten zijn gemarkeerd met stenen met nummers die ook op de kaart staan. De nummering loopt op richting westen. De lengtewegen hebben een letter en lopen op in noordelijke richting. Deze wegen hebben in de volksmond vaak een naam, zoals “Hertekop” voor gestell C. Deze lengtewegen lopen van oost naar west en heten “Hauptgestelle”.

Deze steen verwijst naar één van de heuvels in het Reichswald.

Bosviooltje

Bosspoorbaan in het Reichswald bij Kleef.

De bosspoorbaan in het Reichswald reed tussen 1917 en 1945 van station Pfalzdorf via Asperden, Kessel en Nergena tot kort voor de rijksgrens aan de Genneper weg. Hij werd gebruikt voor het transport van hout, maar ook voor militaire doeleinden. Hij was ongeveer zestien kilometer lang, enkelvoudig en smalsporig. Aan het westelijke eind bevonden zich oorspronkelijk vertakkingen, naar het zuiden van ca. 150 m lengte en naar het noorden van ca. 800 m lengte tot het boswachtershuis. De bosspoorbaan Pfalzdorf werd sinds 1917 voornamelijk gebruikt voor het afvoeren van hout uit het Reichswald naar plaatselijke afnemers, maar in de eerste plaats voor de kolenmijnen in het Ruhrgebied. Twee stoomlocomotieven genaamd Max en Moritz, elk 60 PK, brachten het geoogste hout uit het bos naar het station. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden grote delen van de rails vernield. In 1945 werd het spoor stilgelegd, omdat herstellen ervan te kostbaar was.

Bosveldkers

Het is een plant van natte, voedselrijke grond, die voorkomt in loofbossen en langs sloten en beken.

Grenspaal 602

Grenssteen 602 op de Nederlands – Duitse grens staat bij de kruising van d Ketelstraat en de Grafwegenerstrasse, recht tegenover de ingang van het Reichswald.

We wandelen verder richting Kranenburg.

Voormalig station Kranenburg

Station Kranenburg is een treinstation in de plaats Kranenburg. Het station ligt aan de lijn Keulen – Kranenburg. Het was ook het Duitse grensstation richting Nijmegen. Nadat in de tweede helft van de 19e eeuw steeds meer steden op het spoorwegnet werden aangesloten, wilde ook Nijmegen een spoorverbinding. Aangezien Nijmegen nog steeds de status van vestingstad had en wegens een politieke beslissing, kwam deze verbinding er niet. De Nijmeegse burgerij begon in 1860 een lobby (Nijmeegsch Spoorwegcomité) en richtte in 1863 de Nijmeegsche Spoorwegmaatschappij (NSM) op. Dit resulteerde in de opening van de spoorlijn Nijmegen – Kleef in 1865, waardoor Nijmegen eerder op het Duitse spoorwegnet werd aangesloten dan op het Nederlandse net. De spoorlijn Nijmegen – Kleve, die het station aandeed, is in 1991 buiten gebruik gesteld. Het stationsgebouw uit 1911 herbergt nu een restaurant en een voorlichtingscentrum van een vereniging voor natuurbescherming (NABU) en de gemeente Kranenburg.

Fabrikantenvilla “Haus Mentrop”

Heinrich Mentrop was de eigenaar van de leerfabriek. In 1900 liet hij een villa bouwen in de buurt van zijn fabriek. Een Nijmeegse architect ontwierp de villa in een stijl van de tijdgeest van die tijd: de art nouveau.

Stadsmuur Kranenburg

De molentoren is een voormalige toren van de stadsmuur, die ook dienst deed als stadsmolen. Als onderdeel van de oude stadsvestingwerken vormt de molentoren een belangrijk onderdeel van de historische binnenstad en vormt samen met de kapittel- en bedevaartskerk het stadsbeeld van Kranenburg. Het draagt het heraldische dier van de gemeente, de kraanvogel, op de top en vertegenwoordigt dus een belangrijk herkenningspunt van het dorp. Zowel de versterkte toren als de molentoren werden rond 1400 gebouwd in de loop van de stadsversterkingen met in totaal 9 verdedigingstorens. De molen en nog drie verdedigingstorens bleven behouden.

Katharinenhof

De Katharinenhof bood van 1446 tot 1802 onderdak aan een nonnenklooster. Het huis aan de Mühlenstrasse werd in 1445 door Henrik Housteen, de keukenmeester van de Hertog van Kleef, ter beschikking gesteld aan de nonnencongregatie van Kleef ten behoeve van oprichting van een zustervestiging. Deze werd in het daaropvolgende jaar met toestemming van de Hertog gevestigd. In 1472 namen de zusters de ‘Regels van Augustinus’ aan.

Speenkruid

Petrus en Pauluskerk

Een eerste kerk in Kranenburg moet er in ieder geval al in 1277 hebben gestaan. Met de vondst van het Wonderbaarlijk Kruis in 1308 begon een stroom pelgrims naar Kranenburg af te reizen en nog in de 14e eeuw werd een nieuwe kerk gebouwd. In de eerste helft van de 15e eeuw werd deze nieuwbouw weer vervangen door de huidige laatgotische pseudobasiliek. Het doel van de pelgrimage naar de Petrus en Pauluskerk is het Wonderbaarlijk Kruis. Volgens het in 1338 opgetekende verhaal had een herder met pasen 1280 een geconsacreerde hostie, die hij niet door kon slikken, in een spleet van een eikenboom in het Rijkswoud gespuwd. De herder biechtte zijn heiligschennis op bij de priester, maar de hostie werd na lang zoeken door de pastoor niet teruggevonden. De boom werd 28 jaar later geveld om tot brandhout voor de pastoor te worden gehakt. Tijdens het spalten van de boom op het kerkplein viel er een 80 cm groot corpus uit. De berichten dat uit een hostie een corpus gegroeid was deden snel de ronde en op instigatie van graaf Otto van Kleef werd het corpus ter verering opgesteld in de parochiekerk. Lange tijd werd Kranenburg het belangrijkste bedevaartsoord van het hertogdom Kleef.

Look zonder Look

Het Jacobspad Millingen aan de Rijn – Kranenburg vormt één van de 10 etappes van de Pelgrimsweg naar Sint Jacob. 

Voor veel wandelaars en fietsers vormt het Jacobspad Limburg het begin van hun pelgrimstocht naar Santiago de Compostela in noord-west Spanje.

Marktplein Kranenburg

We verlaten Kranenburg en wandelen langs de brandweerkazerne verder richting het eindpunt van deze etappe, Wyler.

We passeren een apart transformator huisje en de Joh de Doperkerk in Wyler

Gele dovenetel

Plasmolen – Wyler. Een pittige wandeling van 18,7 km.