Etappe – 10 Dordtse Kiltunnel – Numansdorp
We beginnen deze etappe bij de ingang van de Dordtse Kiltunnel.

In 2018 kreeg Astrid Brockhus de opdracht van de Kiltunnel om illustraties te ontwerpen voor de wanden van de fietstunnels. Iconische beelden uit de omgeving staan centraal bij de illustraties.




Na het passeren van de tunnel wandelen we langs de Dordtse Kil richting het buurtschap de Wacht.




‘s-Gravendeel – Vluchthaven Dordtse Kil.




Het buurtschap “de Wacht” is genoemd naar het wachthuis dat hier begin 17e eeuw gelegen was (aan de Dordtse Kil). Het was een wachthuis van de admiraliteit. Het generaliteitscollege van de admiraliteit zetelde in Rotterdam. De schepen die door de Dordtse Kil voeren moesten hier belasting betalen. Het wachthuis werd bewoond door een paar landsambtenaren en sloeproeiers.
HSL spoorlijn Schiphol – Antwerpen. Tunnel onder de Dordtsche Kil en de A16

Bloemenstroken lans het akkerland.








Zicht op de voormalige vlasroterij in het dorp Schenkeldijk.

De voormalige Coöperatieve Warmwatervlasroterij Schenkeldijk is in 1920 door 15 Schenkeldijkse vlasboeren opgericht. De vlasindustrie is van grote betekenis geweest voor ’s-Gravendeel, zo ook voor de buurtschap Schenkeldijk. Het huidige roterij-pand is gebouwd in 1947. Vóór die tijd was er ook al een roterij, maar in de oorlog stond de schoorsteen een uitkijkpost in de weg en moest daarvoor om. Dit gaf de coöperatie na de oorlog ruim baan voor een nieuwe roterij. Na de teloorgang van de vlasindustrie, door de opkomst van synthetische stoffen, is de roterij geleidelijk in verval geraakt. De markante schoorsteen is behouden gebleven en is gerestaureerd.

Grondwerkzaamheden Mariapolder Strijensas


Drukke werkzaamheden op het land.

We naderen Strijensas.

Het dorp is ontstaan rond de sas (sluis) van Strijen uit 1649. Bestuurlijk gezien viel Striensche Sas eeuwenlang onder De Klundert, de oorsprong hiervan ligt ver voor de 2e Sint Elisabeths vloed van 1421. Voor die tijd vormden Holland en Brabant één aaneengesloten gebied, maar werden door die niets ontziende natuurramp van elkaar gescheiden door het Hollands Diep dat toen ontstond. Ook na 1421 oefende de gemeente Klundert nog tot de negentiende eeuw het bestuur uit over Striensche Sas, Klundert viel op zijn beurt nog onder Holland. Nu valt Klundert onder Noord Brabant.

Brug “de Oude Dame” en sluis in Strijensas









In 1908 werd de houten brug vervangen door de nu nog bestaande stalen
ophaalbrug. Al eeuwen bepaald een brug over het sluizencomplex het dorpsbeeld van Strijensas. Alle onderdelen zijn met klinknagels aan elkaar geklonken. Het sluizencomplex vormt de verbinding tussen de Strijense haven en het Hollands Diep.


Op 14 juli 1711 kwam Johan Willem Friso aan bij de Moerdijk. Hier wilde hij het Hollands Diep oversteken om zo naar Den Haag te kunnen, in verband met een bespreking met zijn rivaal, Frederik van Pruisen, over de erfenis van zijn achterneef koning-stadhouder Willem III. Het weer was goed, maar er leek een flinke bui op komst. De prins liet zijn boot bij een groter vaartuig aanleggen. Om het zelf droog te houden, nam hij plaats in een klein vissersvaartuig waarop zijn koets verscheept stond. Toen de boot bijna de overkant bij Strijensas had bereikt, was de bui uitgebleven. De prins was inmiddels uit zijn koets gekomen. De schipper moest de zeilen nog even wenden en daarna kon het gezelschap aan land gaan. Echter, de zeilen weigerden en plots kwam er een flinke windvlaag aanzetten. Deze vulde het zeil en de boot helde over en schepte water. Alle opvarenden vielen overboord. Een persoon wist zich aan de portierkruk van de koets vast te klemmen. Prins Johan Willem Friso klemde zich weer aan hem vast, maar kon hem niet vasthouden toen een golf hem meesleurde. De schipper zette tevergeefs een reddingsactie op touw; de jonge prins verdronk, evenals zijn kamerheer. De overige opvarenden konden wel worden gered.

We verlaten Strijensas en wandelen richting Oeverlanden. De oeverlanden strekken zich uit in het zuidoosten van Zuid-Holland, van Numansdorp tot Strijensas.


Uitzichtkasteeltje ‘de Motte’




Midden in het natuurgebied Oeverlanden Hollands Diep ontdek je het uitzichtkasteeltje de Motte. De inspiratiebron is duidelijk; een middeleeuws kasteel, een mottekasteel om precies te zijn, een torenvormige versterking uit de hoge middeleeuwen. Een belangrijk kenmerk ervan is dat het op een afgeplatte, aangelegde aarden heuvel staat, een motte, wat ook de naam van dit torenvormig uitkijkpunt is. In vroegere tijden werd dit type kasteel uit hout opgetrokken, maar deze hedendaagse versie is van baksteen gemaakt. Vanaf deze toren wel een mooi uitzicht over het gebied.
We verlaten de toren en al wandelend komen we bij een ander tafereel genaamd “boter, kaas en eieren”.




Ter hoogte van de Zeehondenplaat kiezen we voor de zomervariant van dit deel van de route. Via een Laarzenpad lopen we het moerasgebied binnen van de Plaat van het Land van Essche.







We krijgen een mooi zicht op het Hollands Diep en de industrie bij Moerdijk.


De gekozen route bleek toch niet geschikt om door te gaan omdat het gebied echt wel te moerassig was. We besloten dus om terug te gaan en de andere afslag te nemen.




We verlaten dit gebied, doen het hek weer dicht en laten zo de schaapjes achter ons.

We wandelen verder richting het dorp Schuring. Niet zo’n interessant gedeelte van deze etappe.


Schuring is een buurtschap van de gemeente Hoeksche Waard. De buurtschap ligt aan de Schuringsedijk tussen Numansdorp en Strijen. Schuring is in 1642 ontstaan, rondom de uitwateringssluis van de Numanspolder. In 1953 zijn er een aantal woningen aan de Korte en Lange Boomweg weggespoeld, waardoor een 55-tal mensen zijn verdronken. Na de ramp zijn er Zweedse noodwoningen neergezet.



Volgens het boekje van de “reisleider” zouden we nu verder rechtdoor moeten terwijl de nieuwste route zegt dat we richting de Oosterse Bekade Gorzen moeten. Daar kiezen we dus voor.


Wandelen langs de Schuringsche haven.





De Oosterse Bekade Gorzen.
De Oosterse Bekade Gorzen liggen verscholen achter de zeedijk. Hier klotste voorheen het woelige water van het Hollands Diep tegen de dijk en dat doet het nu ook nog een beetje. Stormde het, dan kon het er flink spoken. De Oosterse Bekade Gorzen is de naam van een voormalige buitendijkse landbouwpolder langs het Hollands Diep in de gemeente Cromstrijen. De wat vreemd aandoende naam dekt de lading wel. De polder is namelijk ontstaan uit gorzen (buitendijks aangeslibd land) waar een kade omheen werd gelegd. De polder die zo ontstond, ligt ten oosten van Numansdorp: de Oosterse Bekade Gorzen.








Bij Numansdorp, of beter gezegd: bij de Ambachtsheerlijkheid Cromstrijen, ligt op de oever van het Hollands Diep een natuurgebiedje: de Oosterse Bekade Gorzen. Omdat hier twee maal per dag grote stukken slik droogvallen, kun je hier bijzondere steltlopers zien. Hier zien we dan ook een grote kolonie lepelaars.

Zo wandelen we verder richting Numansdorp. We wandelen verder langs de dorpshaven.







In de verte het fort Buitensluis.




Op de plek van een oude vervallen batterij werd een Fort aangelegd. Daarop moest onder andere natuurlijk een bomvrij en verdedigbaar gebouw komen. De eerste plannen voor de bouw van deze bomvrije kazerne dateren uit 1854 en hij was uiteindelijk klaar in 1863. Als je naar het Fort loopt dan zie je een vierkante plas aan de linker kant. Een majoor gaf zijn manschappen de opdracht de aarde daar weg te graven en tegen de kazerne aan te brengen en zo ontstond er een groot gat dat jaren later helemaal volliep met water. Vandaar “Het gat van de Majoor”.
Verdere informatie over fort Buitensluis vind je hier

We vervolgen onze route en verlaten Numansdorp.

Zou dit echt ongenodigde gasten buiten houden?
In de verte zien we de Haringvlietbrug opdoemen.

Voor we ons einddoel bereiken moeten we echter eerst nog langs de jachthaven van Numansdorp.



Zo bereiken we het eindpunt van deze etappe, de Haringvlietbrug. Vandaar nog richting de bushalte langs de snelweg wandelen.



Het is een lange etappe geworden. Vanaf de Kiltunnel naar de bushalte aan de A4 was 32,5 km.
