Gestelpad – Herenthout

Het Gestelpad is en wandelpad in het Pallieterland. Deze wandeling begint in het dorpje Gestel wat behoort bij Berlaar.

Het dorp ontwikkelde zich rond de Sint Lambertuskerk die in de 13de eeuw werd opgericht. Uit die periode rest alleen nog de toren, in witte steen. De gotische kerk, met een driebeukig schip is ommuurd. Op het kerkhof vind je grafstenen uit de 17de eeuw. Let op het kerkplein ook op de zuilvormige schandpaal uit 1779. De pastorie is gebouwd in de periode 1869- 1875 in vervanging van een pastorie uit de 16-
de eeuw.

We wandelen vanuit Gestel richting de Kruiskensberg, langs de Grote Nete, kasteel van Berlaar, kasteel Herlaar en Hof van Rameyen.

Kapel Onze-Lieve-Vrouw Troost der Bedrukten

Tot 1855 was het een houten kapel in de vorm van een zuil, tot in 1859 de huidige kapel werd opgericht. Het witbeschilderde interieur kenmerkt zich door houten spitsbogen en een prachtig witmarmeren altaar waarin het wapenschild van de familie Legrelle afgebeeld staat. De kapel is omgeven door linden en ligt in de nabijheid van de sprookjesachtige waterburcht ‘Hof van Rameyen’.

Hof van Rameyen met kasteelhoeve.

Het Hof van Rameyen is een zogenaamd waterkasteel  Het kasteel, waarvan de kern vermoedelijk teruggaat tot een waterburcht uit de 13e-14e eeuw, opgericht door de machtige middeleeuwse familie Berthout. Een van zijn bekendste bewoners was Nicolaas Rubens, de tweede zoon van Peter Paul Rubens, die er zijn laatste jaren sleet. Tijdens de boerenkrijg van1798 huisde hier de Fransgezinde commissaris van den Bosch. Hij werd op 21 oktober 1798 verjaagd door de opstandelingen onder leiding van J.B. Caymaex. Een monumentale smeedijzeren ingangspoort aan de Rameyenstraat leidt doorheen een kastanjedreef via het poortgebouw naar een driehoekig binnenplein met de 18e-eeuwse kasteelhoeve en dienstgebouwen.

De Grote Nete.

De Grote Nete is een zijrivier van de Nete in het stroomgebied van de Schelde. Ze heeft een lengte van ongeveer 80 kilometer. De Grote Nete ontspringt ten noordoosten van Hechtel, op ongeveer 1,5 km van de Dommel (welke toebehoort aan het stroomgebied van de Maas). Vanaf Lier stroomt ze samen met de Kleine Nete en vormt ze de Nete of de Beneden Nete. De Grote Nete ligt zuidelijker dan de Kleine Nete. Bij de samenvloeiing met de Kleine Nete heeft de Grote Nete paradoxaal genoeg een kleiner debiet dan de Kleine Nete.

Ook hier was het nog erg nat!

De Kruiskensberg

Oude bedevaartplaats waarvan de oorsprong zou opklimmen tot de 13de eeuw. Kapel van 1861, ijzeren kruis van 1864, opgericht begin 1865 en zeven omringende kapelletjes met een kruisweg uit 1895, gelegen op een hoogte met aan de voet vijf waterputten van 1691, als symbool van de wonden van de gekruisigde Christus. Hoogdag voor de kapel was de bedevaart van Goede Vrijdag met tezelfdertijd een jaarmarkt. Volgens de legende ontstond het bedevaartsoord toen een schaapherder circa 1260 van koorts genas door de heilzame werking va het water uit de bron op de Lieve-Vrouweheide te Bevel, als aandenken plaatste hij een houten kruis op de berg waar debron ontsprong. In 1691 werd de bron van de bedevaartplaats omgevormd tot vijf waterputten.

Kleedruimte en kantine van FC ’t Hutteke.

Op de foto linksonder ruik je de look lucht van de Daslook.

Lichtvervuiling door de tomatenkwekerij. Overdag niet zo goed te zien. ’s Nachts des te meer.

Kasteel Herlaar

Voormalige residentie van de heer van Herenthout, gelegen in de vallei van de Wimp. Ook wel “Hof ten Hove” genoemd. Algemeen wordt aangenomen dat het kasteel werd opgetrokken eind 13de eeuw, hoewel sommige literatuurbronnen de grondvesten laten opklimmen tot de 10de eeuw. Tot de 15de eeuw eigendom van de familie van Herlaer; door huwelijk naderhand eigendom van de familie van Brimeu, in 1497 gevolgd door Adriaan Sandelyn die het grondig vervallen slot liet heropbouwen; vanaf 1684 eigendom van de familie van Reynegom; kasteel nogmaals herbouwd in 1704.

De toegangsbrug met ophaalbrug van het kasteel.

Heel het mechanisme als ook de ophaalbrug verkeren in een niet zo’n beste toestand!

Ook het kasteel bevind zich in een niet zo’n beste staat van onderhoud.

Molenaarshuis en watermolen, De Herlaarmolen.

Deze watermolen was een banmolen die behoorde tot het Kasteel Herlaar. De molen werd voor het eerst vermeld in 1304 en fungeerde toen als moutmolen. Mogelijk werd in 1477 de molen uitgebreid tot dubbelmolen. Iets na 1502 werd de molen herbouwd. Ook het sluiswerk is nog aanwezig. Het molenhuis is in baksteen met speklagen van zandsteen. De molenaarswoning is uit de 2e helft van de 19e eeuw.

Om meer te weten te komen over deze molen klikt u hier.

Creatief met boomstammen.

’t Schipke aan de Nete en de Netebrug aan “t Schipke.

’t Schipke aan de Nete is nu een restaurant en volkscafé. Het was ooit boerderij en herberg samen. In 1900 lag er aan boerderij en herberg ’t Schipke nog een veer over de Nete. De woonkamer met Leuvense stoof deed lange tijd dienst als gezellig café. Hier werd o.a. de film Pallieter naar de roman van Felix Timmermans, opgenomen.

Het eindpunt van de wandeling. Nog wel even in het idyllische dorp Gestel rondgelopen.

Pilori de Gestel (18e eeuwse schandpaal)

Bewaarde schandpaal van 1779, opgericht door baron van Gottignies. Arduinen zuil op getrapt voetstuk te midden van gekasseid perkje met vier arduinen paaltjes; gerestaureerd in 1897 waarbij de plaasteren Sint-Lambertus werd vervangen door een eikelvormige bekroning.

Voormalige verblijfplaats der maricolen, een vereniging van “godsvruchtige dochters” belast met het onderwijs en gesticht in 1722 door de toenmalige pastoor van Gestel, Ambrosius Van den Bosch.

Oostelijke zijpuntgevel met overhoeks geplaatst topstuk, muurvlechtingen en centrale rondboognis met oorspronkelijk gepolychromeerd beeld van de patroonheilige Sint-Lambertus op sokkel met jaartal 1764.

Noordoostelijke hoek met achtzijdig arkeltorentje onder leien naaldspits.

Sint Lambertuskerk van Gestel

De kerk is in verschillende fases gebouwd: de oudste gedeelten, met name toren en middenbeuk uit de 15de eeuw; uitbreiding met koor in de 16de eeuw; bouw van de noordelijke transeptarm in 1778 en de zuidelijke transeptarm in 1785, vermoedelijk samen met de verfraaiing van het koor.

Een rondwandeling van 17,9 km door een mooi gebeid.