Etappe – 19 – deel – 5; Stamproy – Thorn
De Schouwsmolen. Deze molen stond op de weg naar het startpunt van deze etappe.

De Schouwsmolen, ook wel Moulin de Thorn genaamd, kent een lange geschiedenis. De naam komt van Peter Schoufs, die in 1561 pachter van de molen was. De naam Moulin de Thorn verwijst waarschijnlijk naar de eigenaar, de abdij van Thorn; deze kreeg in 1252 (!) ‘een grondrente rustend op de molen van Ittervoort’ gelegateerd.
Grenspaal 155 nabij het buurtschap Breyvin

GP 155 staat aan de Breves Weg en duidt een knik naar het zuidwesten aan.
Natuurgebied “De Goort”.




De Goort is een moerassig, bosachtig gebied dat zich bevindt ter weerszijden van de Abeek, die hier in zuidwaartse richting stroomt. De Goort maakt deel uit van het Grenspark Kempen-Broek.
Grenspaal 140

Molenbeersel

De Geschied- en Heemkundige Kring Kinrooi heeft tot doel het bevorderen van de geschied- en heemkundige kennis van het werkgebied en de bestudering van de levensomstandigheden, gewoonten en gebruiken van de mensen die dit gebied bewonen en bewoond hebben



H. Lambertuskerk Neeritter

Het oudste deel is de vlakke romaanse toren uit de 13e eeuw. Het gotische middenschip dateert waarschijnlijk uit de 14e eeuw, toen tevens de toren met mergelstenen werd verhoogd. Het laat-gotische koor en de zijbeuken werden gebouwd in de 15e eeuw. Omstreeks 1525 werd de kerk verbouwd. Daarbij werd de zuiderzijbeuk verbreed. Tegen het einde van de 16e eeuw werd de sacristie toegevoegd.. In 1842 werd de toren opnieuw verhoogd en werden schip en zuiderbeuk onder één dak gebracht.
Armenmolen Neeritter


De Armenmolen in Neeritter is een watermolen uit 1686. Het werd gebruikt als onderslagmolen en graanmolen op de Itterschebeek. De Armenmolen is de 11e watermolen van de beekbron van de Itterschebeek. Vanaf 1280 staat op die plek een molen. De molen dankt haar naam aan de schenking van de molen door de eigenaar kasteelheer aan de armen. Het Burgerlijk Armbestuur beheerde en verpachtte de molen steeds voor een periode van zes jaar. Het einde van de molen werd merkbaar in 1950: het stuwrecht werd verkocht; een jaar later het maalwerk uitgebroken.

Kasteel Borgitter


Kasteel Borgitter in Kessenich (B), pal over de grens bij Neeritter, werd in het begin van de 16de eeuw gebouwd door Jan van Waes, drossaard van het graafschap Horn. Van het oorspronkelijk kasteel is niets bewaard gebleven. Enkel de hoektoren herinnert aan een oudere bouwfase (1610). Het huidige gebouw in Maaslandse stijl dateert uit het einde van de 18de eeuw en is gefundeerd op eiken palen. De laatste telg van het geslacht van Waes, Anna-Salomé, huwde in 1756 met een Franse graaf. Zij verbleef vrijwel steeds in Parijs, waar zij in 1794 sneuvelde onder het mes van de guillotine omdat ze hulp aan de tegenstanders van de Franse revolutie had geboden. Haar goederen werden in 1804 openbaar verkocht aan Hendrik Joseph Michiels van Kessenich, advocaat uit Roermond. Hij werd in 1822 door koning Willem I in de adelstand verheven met de titel van baron. Door toedoen van zijn zoon bleef het kasteel na de Afscheiding in 1839 op Belgisch grondgebied, naar verluid omdat hij in dit land minder belasting hoefde te betalen.
De inmiddels verdwenen eikenbomen op de lanen van het kasteel vormden voor de in Neeritter geboren Gerard Krekelberg de inspiratie van de eerste regel van het Limburgse volkslied ‘Waar in ’t Bronsgroen eikenhout…’
Het Vijverbroek



Het Vijverbroek is ontstaan als een oude meander van de Maas die verlandde toen de Maas naar het oosten opschoof.
Simca Aronde Etoile uit 1961

Thorn, het witte stadje


















Thorn staat bekend om haar witgeschilderde huizen en smalle straatjes. De geschiedenis van Thorn is rijk en boeiend en strekt zich uit over een periode van meer dan 1000 jaar. Thorn was vroeger een zelfstandig staatje waar stiftdames onder leiding van een vorstin-abdis de scepter zwaaiden. Het staatje had een eigen rechtspraak en sloeg haar eigen munt. Maar hoe kwam een einde aan deze periode en waarom zijn eigenlijk de huizen in Thorn wit? Thorn was 800 jaar een mini-vorstendom waar 33 abdis-vorstinnen de scepter zwaaiden. Het staatje had een eigen rechtspraak en sloeg haar eigen munt. Met de komst van de Fransen in 1794 kwam hieraan een einde. De Fransen voerden een belasting in op basis van de omvang van de ramen. Meer ramen in het huis betekende een hogere belasting. De arme bevolking metselde de ramen dicht om de belastingaanslag te beperken. Om de ‘littekens van de armoede’ te verbergen, werden de huizen wit gekalkt.
Abdijkerk Thorn








Begijnhof Pottenhuis


Het Begijnhof werd ook wel Pottenhuis genoemd, aangezien hier ooit de pottenbakkerij van de Abdij van Thorn was gevestigd.
Kasteelhoeve De Grote Hegge




Kasteelhoeve De Grote Hegge, gelegen in de gemeente Thorn, nabij de rivier Maas, is een monumentale herenhoeve die gebouwd werd in de vijftiende eeuw. ‘Hegge’ betekent: weilanden: een hoeve dus die in de weilanden lag. De aanleg is een L-vormig herenhuis met binnenplaats. Het gebouw is gedeeltelijk uit mergel opgetrokken. Bij latere verbouwingen in de zeventiende en achttiende eeuw werd ook baksteen gebruikt. De hoeve had vroeger een gracht die om het complex heen liep.
In 1389 was er reeds sprake van een landgoed in Thorn dat waarschijnlijk in het bezit was van het ridderlijk geslacht Haeck. Gerrit Haeck, de meier van Thorn, werd in 1451 door de abdis van Thorn beleend met de ‘Alde Hegge met den sloot, laethoff, manschap, hoeven, bemden ende toebehoerten’. Doordat hij kinderloos bleef wist Gerard van den Hoeve het in bezit te krijgen. In 1506 verkocht deze het aan Hendrik van Balderick. Het gebouw zoals zich dat heden aan ons vertoont stamt grotendeels van na het jaar 1589.
Stamproy – Thorn. Een wandeling van 17,8 km.

