Variant 4, Hulst – Emmadorp
We beginnen deze etappe in Hulst en wandelen over de stadswallen richting de Zestig Voet kreek, naar Nieuw-Namen en eindbestemming Emmadorp.
De wandeling start in Hulst met een wandeling over de wallen.

Hulst ontstond in de 11e eeuw als de nederzetting Hulust . De in 1180 verkregen stadsrechten werden in 1350 uitgebreid en in 1413 werd toestemming tot de aanleg van verdedigingswerken verleend. In 1458 vestigden zich de Minderbroeders te Hulst. Nadat het omliggende gebied in 1585 was geïnundeerd, schuurde het Hellegat uit en werd dit de nieuwe haven. In 1591 werd voor het eerst een beleg voor Hulst geslagen en wel door Maurits van Nassau, de latere prins van Oranje, die de stad binnen vijf dagen veroverde. Van 1615-1621 werd de stad door de Spaansgezinden voorzien van de uitgebreide vestingwerken die ook tegenwoordig nog te zien zijn. In 1645 belegerden de Staatsen onder leiding van prins Frederik Hendrik van Oranje de stad Hulst en het Hulsterambacht. Ze heroverden deze op de Spanjaarden. Onder zijn bewind was handel op de Schelde verboden en verloor Hulst zijn betekenis als handelsstad. Hulst maakte formeel tot 1648 (Vrede van Münster) met de rest van Zeeuws-Vlaanderen deel uit van het Graafschap Vlaanderen en was een dochterstad van Gent.


De vestingwerken rond Hulst kent een aantal poorten, te weten: de Dubbele Poort, Gentse Poort en de Bagijne of Graauwse Poort. Daarnaast nog de Keldermanspoort waarvan alleen nog een ruïne rest.
We komen de stad binnen via de Dubbele Poort

Deze poort werd gebouwd 1619 – 1620 na de aanleg van de nieuwe vestingwerken in de zeventiende eeuw. De oudere Dobbele Poort (Keldermanspoort in de volksmond), waarvan de ruïne een eindje verderop te zien is, verloor door die aanleg zijn functie. De krommingen in de toegangswegen en de poort zelf, zijn bewust zo uitgevoerd. Het was om te voorkomen dat de stad ongehinderd met vijandelijke geweren en kanonnen kon worden beschoten In de twintigste eeuw werd de poort uitgebreid met een tweede doorgang en een voetgangerstunnel. De vestingwal is hier extra hoog (meer dan tien meter), omdat het buitengebied vanwege de hoge ligging dan niet onder water kon worden gezet. Een dergelijke ‘inundatie’ was toen één van de middelen om vijanden buiten de stad te houden.
Vanaf daar wandelen we naar de oude Dobbele poort of zoals hij wordt genoemd, de Keldermanspoort.




De Bollewerckpoorte of Dobbele Poort, in de volksmond ook wel de Keldermanspoort genoemd is de westelijke toegang tot de stad. Bij de inval van de Gentenaren in 1491 werd de poort vernield en werd weer versterkt. Echter tijdens de Tachtig jarige oorlog moest de poort er weer aan geloven. In 1618 werd de ruïne bedolven onder e aarde afkomstig van het nieuwe Brederodebolwerk en werd het onzichtbaar.


Een overwonnene die met gebogen hoofd zijn zwaard aanbiedt aan de overwinnaar. De overwonnene staat op een laag stalen voetstuk, de overwinnaar op een hoger voetstuk.
Op het hoge voetstuk een metalen plaat met de tekst:
die lezer van dit mach sien ende dencken in wat desolaetheyt alle religiosen ende andere goede menschen tot deser tyd geweest syn… br. wouter


Pagadder

Dit zijn Spaanse soldaatjes, die te klein waren om te vechten. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog werden ze ingezet om geld te innen en ervoor te zorgen dat de soldaten betaald kregen. Het woord ‘Pagadder’ is met andere woorden afgeleid van het Spaanse pagare = betalen.

De stadswallen van Hulst


De 3,5 km lange stadswallen welke zijn aangelegd tijdens de Tachtigjarige Oorlog. De omwalling die is aangelegd volgens het principe van het Oud-Nederlands Stelsel, is niet overal even hoog. In het zuiden bedraagt het hoogteverschil tussen kruin en onderwal slechts acht meter, omdat het buitengebied aan deze kant kon worden geanundeerd. Bovendien werd hier een dubbele omgrachting aangelegd. Het gebied ten noorden van de stad kon vanwege de hogere ligging niet onder water worden gezet. Daarom zijn de wallen daar niet alleen steiler, maar ook meer dan tien meter hoog. Oorspronkelijk lagen er vijf ravelijnen in de vestinggracht, waarvan vier aan de noordzijde. Tussen de Ravelijnen en de hoofdwal lagen houten bruggen. Negen bolwerken omringen de stad.
Tamboer en Vaandeldrager

Gentse poort



Deze poort werd gebouwd in het jaar 1780 en werd vroeger de Hospitaalpoort genoemd, dit was een verwijzing naar het ‘hospitaal’ (gasthuis) dat in de achterliggende Gentsestraat stond. Nu kennen we de poort als ‘Gentse Poort’. De poort heeft de kenmerkende kromming om rechtstreekse beschietingen van de stad te voorkomen. In 1902 is naast de poort in de vestingwal een toegang gegraven voorde stoomtram Hulst-Walsoorden. De Gentse Poort is bovenaan versierd met natuurstenen ornamenten. In het midden staat het wapenschild met de Generaliteitsleeuw van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
Naast de Gentse poort staat het beeld van Reinaert de Vos.

Het dierenepos Van den Vos Reynaerde, gaat over de strijd van goed tegen kwaad. Hoofdrolspelers zijn dierenfiguren met als belangrijkste de vos die het eigenbelang, de ijdelheid, de hebzucht en de jaloezie van de andere dieren aan de kaak stelt. De vos zelf is de grootste schurk en past de macht van het woord toe. In het eeuwenoude verhaal, geschreven in de 13e eeuw door Willem die Madocke maecte komen namen van dorpen en streken voor uit het land van Hulst en het aangrenzende land van Waas (België).
Zicht vanaf de stadswallen op het centrum van Hulst


De beide torens zijn de toren van respectievelijk het stadhuis van Hulst en de toren van de Sint-Willibrordusbasiliek. Het Stadhuis van Hulst is een gotisch bouwwerk uit 1534. De Heilige Willibrordusbasiliek stamt uit de 13e eeuw en heeft in de loop der eeuwen heel wat veranderingen ondergaan. Dit is voornamelijk te zien aan de markante toren, die een aantal keren is verwoest. De toren bestaat uit 4 afzonderlijke delen. Het 1e gedeelte, vermoedelijk uit de 13e/14e eeuw, gaat grotendeels schuil onder het dak van de kerk. Van de in 1402 gebouwde achthoekige toren is enkel de onderste verdieping overgebleven. Het gedeelte tussen de balustrade en de wijzerplaten is een restant van de door architect Cuypers gebouwde toren. In de oorlog is de toren van de Basiliek voor het laatst verwoest. De betonnen bekroning die nu de kerk siert, is in 1957 op de toren geplaatst.
We verlaten Hulst via de Bagijnepoort of Graauwse Poort.


Een opschrift op een hardstenen architraaf aan de landzijde vertelt dat deze poort is gesticht in1704 door Burgemeester Benjamin de Beaufort.
Via de Liniedijk wandelen we verder.
Dit was een onderdeel van de Linie van Communicatie ten Oosten van Hulst en is aangelegd tijdens de Tachtigjarige Oorlog en behoort tot de Staats-Spaanse Linies.






Om zich te verdedigen tegen de Spanjaarden liet de stad Antwerpen in 1584 onder andere het Land van Hulst onder water zetten. Het water reikte tot op enkele kilometers van Hulst. Om te voorkomen dat een Staats invasieleger zo dicht bij Hulst kon ontschepen, bouwden de Spanjaarden in 1586 Fort Zandberg. Het fort lag aan het einde van een zandrug die van Hulst naar de watervlakte liep. Tussen Fort Zandberg en de stad verrees Fort de Grote Rape. In 1591 viel Hulst in handen van de Staatsen die een nieuw fort bouwden tussen de stad en de Grote Rape: de Moerschans. Beide forten werden opgenomen in een liniedijk met gedekte weg tussen Hulst en Fort Zandberg.
In 1596 vielen Hulst en de linie weer in Spaanse handen. Pas in 1645 werd Hulst door de Staatsen heroverd. Prins Frederik Hendrik liet de linie verder versterken. Tussen de stad en de Moerschans werden twee bolwerken in de liniedijk gebouwd. Omstreeks 1700 liet de beroemde vestingbouwkundige Menno van Coehoorn de liniedijk tussen de Moerschans en Fort Zandberg versterken met zeven redans. De Moerschans kreeg zijn uiteindelijke vorm met bastions op elk van de vier hoeken. Ook werden er ten zuiden van de Grote Rape nog twee fortificaties aangelegd: de Grote en de Kleine Kijkuit. De liniedijk was op deze plaats namelijk benaderbaar geworden via de nieuwe dijk van de pas ingepolderde Kleine Kieldrechtpolder. Aan De Rape zelf en Fort Zandberg werden verbeteringen uitgevoerd.
Tijdens de Spaanse Successieoorlog werden de Fransen in 1702 tot staan gebracht bij de Kleine Kijkuit. Tijdens de Oostenrijkse Successieoorlog wisten ze hier echter in 1747 met succes door te breken, waarna Hulst kon worden ingenomen.
In de Bataafs-Franse Tijd raakte de Linie in onbruik. Met de opheffing van Hulst als vesting in 1816 werd ook de linie opgeheven. Tijdens de Belgische Opstand kregen de forten weer een bezetting van Nederlandse troepen.
Verder wandelen langs de Rotte Kreek, Zestig Voet kreek, Kleine Kreek en Vuilmuil richting Nieuw-Namen





De Zestigvoet is een grote kreek met diep, open water en smalle rietkragen. Toen de Spaanse troepen in 1594 Hulst innamen, staken de Staatsen de dijken van de polder door. Het water vormde een aantal geulen, welke ten oorsprong liggen aan het huidige krekensysteem. Het betreft de Zandbergse of Rotte Kreek, de Vlaamse Kreek, de Zestigvoet en de Vuilmuil. De kreek werd afgedamd in 1664
Via de Koningsdijk bereiken we Nieuw-Namen.


De Koningsdijk werd gebouwd na de Vrede van Münster in 1648. Met dit verdrag liep de Tachtigjarige Oorlog tussen de Nederlanden en Spanje ten einde. In 1664 werd de grens tussen de noordelijke en de zuidelijke Nederlanden definitief vastgesteld. De grens liep dwars door de Kieldrechtpolder. De dijk is geen inpolderingsdijk maar moest verhinderen dat bij nieuwe onlusten de Staatsen de hele Kieldrechtpolder onder water zouden zetten door de sluizen aan hun zijde van de grens in Zeeuws-Vlaanderen te openen.

Als we Nieuw-Namen binnenkomen zien we in de verte een toren opdoemen. Dit is een zogenaamde luchtwachttoren.

De toren is in 1953 gebouwd en was onderdeel van het landelijke netwerk van observatieposten van het Korps Luchtwachtdienst gedurende de Koude Oorlog. De toren is in gebruik geweest tot 1964, toen de luchtwachtdienst in de regio werd opgeheven. Daarna is de toren overgegaan naar de Bescherming Bevolking (BB). Vanaf de toren konden waarnemers een eventuele inslag van een atoombom lokaliseren en deze coördinaten telefonisch doorgeven. Ter bescherming van het personeel werd in 1968 aan de voet van de toren een kleine atoomschuilkelder gebouwd.
Nieuw-Namen is ook bekend van de meester van der Heide groeve.






Hier bevond zich vanouds een zandbult, Den Hoogen Kauter genaamd, welke een vijftal meter boven het maaiveld uitstak. Vanaf de 17e eeuw bevond zich hier een zandgroeve. De groeve is de enige plaats in Europa waar de overgang van Plioceen naar Pleistoceen ontsloten is. In het Plioceen bevond zich hier een zeestrand (Formatie van Merksem), terwijl de Pleistocene afzettingen dakrandenzijn. In de ontsluiting zijn fossielen te vinden van zee-egels en andere dieren die hier een miljoen jaar geleden in zee leefden. Ook uit jongere tijden vindt men er fossielen, zoals botten van wolharige neushoorns en dergelijke, alsmede menselijke artefacten als vuurstenen, speer- en pijlpunten van 10.000 jaar oud en een urn van 3.000 jaar oud.
Sint-Jozefs kerk Nieuw-Namen.

Vanaf Nieuw Namen gaat de wandeling verder richting het verdronken land van Saeftinghe

Op de route komen we weer eens langs een grenspaal, nl GP 271.
Vanaf Nieuw-Namen wandelen we verder richting het eindpunt van deze etappe, Emmadorp.




Bij Emmadorp kijken we uit over het verdronken land van Saeftinghe met in de verte het havengebied van Antwerpen en daarbij komen ook de koeltorens van de kerncentrale van Doel in zicht.




Hulst – Emmadorp. Een wandeling van 21,7 km.

