Etappe – 7 Bergambacht – Goudriaan.
Deze etappe gaat verder door de Krimpenerwaard. De Krimpenerwaard is een gebied dat wordt omsloten door de Hollandse IJssel, de Lek en de Vlist. ‘Krimp’ betekent rivierbocht, en een ‘waard’ is een geheel door rivieren omgeven stuk land. Er zijn meerdere polders in het gebied. Het gebied dat nu Krimpenerwaard heet, wordt voor het eerst in documenten vermeld in 944. We beginnen deze etappe in Bergambacht en wandelen via Tussenlanen weer richting de Lek en verder richting Schoonhoven. Daar steken we met de pont de Lek over en wandelen verder richting Nieuwpoort. Vandaar gaat de route verder richting Goudriaan.

Tussenlanen is een buurtschap genoemd naar de in de buurtschap gelegen monumentale boerderij Tusschenlanen, die uit 1661 dateert.


Overal in de Krimpenerwaard zie je wel water. Zijn het niet de rivieren die het gebied omarmen, dan zijn het wel de ontelbare smalle slootjes en brede sloten en weteringen in de polders. Veel woningen langs het water hebben zelfs een eigen brug.
Boerderij uit 1897

Grote boerderij uit de 17e eeuw met in de 19e eeuw vernieuwde voorgevel. Het woongedeelte heeft rechts een opkamer.

Boerderij uit 1800

Boerderij uit 17e eeuw (woongedeelte) 18e eeuw (bedrijfsgedeelte)


Boerderij van iets recenter datum namelijk uit 1911.


De polders van de Krimpenerwaard liggen onder de zeespiegel. Dat zie je ook duidelijk aan de rivierdijken. En dan te bedenken dat de Krimpenerwaard ruim duizend jaar geleden nog een groot
moerasbos was. Pas na het graven van sloten kwam het moeras droog te liggen en zakte de veenbodem steeds verder.
Nu is de Krimpenerwaard bijna zo plat als een pannenkoek. Waar je ook kijkt buiten de dorpen: overal zie je groene weides met bonte koeien. Slootjes met hoog water en knotwilgen. Op veel plekken is de oorspronkelijke lintbebouwing nog intact: langgerekte dorpen die zich uitstrekken langs riviertjes of afwateringen.



We laten de polder van de Krimpenerwaard achter ons en wandelen richting de Lek.
Boerderij uit 1916.


Het natuurgebied Buitenlanden van Ammerstol is te overzien vanaf de Lekdijk. Dit buitendijkse gebied tussen Ammerstol en Schoonhoven werd lang geleden voor rietcultuur gebruikt. Plaatselijk staat het bekend als de Griend.


Al wandelend komen we steeds dichter bij Schoonhoven en zien we het silhouet van deze plaats langzaam opduiken.


Voormalige openbare school uit 1882 met onderwijzerswoning


De skyline van Schoonhoven.




De watertoren van Schoonhoven springt er wel erg uit.
De watertoren in Schoonhoven is gebouwd in 1901 naar ontwerp van architect F.A. de Jongh voor het eerste waterleidingnet in de Krimpenerwaard. De 50 m hoge toren heeft een ijzeren vlakbodem waterreservoir met een inhoud van 150 m³. In de torenspits is een 6 m hoge ijzeren standpijp verwerkt waarmee in geval van nood extra druk op het systeem kon worden gezet. Tot 1982 diende de watertoren om druk op het Schoonhovense waterleidingnet te zetten.
De kerktoren is van de Grote of Bartholomeüskerk



Schoonhoven ontstond in de dertiende eeuw aan de monding van het veenriviertje de Zevender en werd rond 1350 ommuurd. Van marktplaats en versterkte vestingstad van de Oude Hollandse Waterlinie ontwikkelde Schoonhoven zich vooral in de negentiende eeuw tot een nijvere zilverstad. Het was ook de eeuw waarin de omwalling met bastions grotendeels werd gesloopt. Maar het zilver bleef: Schoonhoven is nog altijd een stad met een zilveren randje!



De Veerpoort is een 17e-eeuwse poort van de stad Schoonhoven. De poort dankt zijn naam aan de veerverbinding tussen Schoonhoven en Gelkenes aan de overkant van de Lek. Het is de enige overgebleven poort van de stad.
Van deze veerverbinding maken we ook gebruik om aan de overkant van de Lek te komen.





Na de veerpont wandelen we verder richting Nieuwpoort. De Vesting Nieuwpoort is één van de kleinste vestingsteden van Nederland, gelegen in Zuid-Holland aan de rivier de Lek schuin tegenover de zilverstad Schoonhoven. Nieuwpoort werd rond 1200 gesticht door de heren van Liesveld en Langerak en kreeg in 1283 stadsrechten. Het kent een roemruchte historie; vele malen is het een strijdtoneel geweest. Na 1672 is het onderdeel geworden van de Oude Hollandse Waterlinie en kreeg Nieuwpoort op voorstel van prins Willem van Oranje wallen en grachten in een vesting met zes bastions.

De wandeling gaat verder over de wallen van Nieuwpoort.
Het veerhuis




Het Veerhuis is een voormalig veerhuis in Nieuwpoort. Het werd in de periode 1871-1872 gebouwd. Het gebouw was bestemd als wachtgebouw, agentschap voor de beurtschippers en woning voor de veerschipper.
Het haventje van Nieuwpoort aan de Lek.

Zicht op de Lek vanaf de wallen rondom Nieuwpoort

De Christelijk Gereformeerde Kerk van Nieuwpoort.

De Christelijk Gereformeerde Kerk in Nieuwpoort was eerder een kaaspakhuis en werd in 1921 als kerk in gebruik genomen.
Beer met twee monniken


Oorspronkelijke functie: dam om het waterpeil van de Lek te scheiden van het waterpeil in de polder. Met de aanleg van de Oude Hollandse Waterlinie, eind zeventiende eeuw, werd Nieuwpoort aan de oostelijke zijde afgesloten met een zogenaamde beer, een gemetselde dam in de vestinggracht met twee monniken. De puntige bovenkant van de beer (de zogenaamde ezelsrug) met de ronde gemetselde monniken, maakte het aanvallers onmogelijk om de vesting via de keermuur binnen te dringen.


De buiten- en de binnenhaven van Nieuwpoort.
Aan de binnenhaven van Nieuwpoort loopt aan de achterzijde van het stadhuis een kanaaltje dat vroeger werd gebruikt om de achterliggende polders onder water te zetten als barrière tegen opkomende troepen (inundatie). De sluis ligt onder het stadhuis om de toegang te beschermen.

Na het verkrijgen van stadsrechten in 1283 werden vestingwerken gebouwd bestaande uit wallen, poorten en kanonnen op de wallen. De huidige wallen stammen uit de 17e eeuw en maken deel uit van de oude Hollandsche waterlinie. In de zuidelijke wal zit een opening (coupure) die toegang geeft tot de binnenhaven
We verlaten Nieuwpoort en wandelen verder richting het eindpunt van deze etappe, Goudriaan.

Westermolen.



De Westermolen is een wipmolen. De molen staat langs de Vliet en dateert uit 1652. De molen heeft tot 1974 de Polder Langerak bemalen, aanvankelijk samen met de Oostermolen en de Broekmolen, die op een steenworp afstand van elkaar stonden. De Broekmolen is op 11 mei 1940 door een Duits gevechtsvliegtuig in brand geschoten en verloren gegaan; de Oostermolen is in 1939 vervangen door het dieselgemaal Langerak, dat het oorspronkelijke scheprad uit de Oostermolen aandrijft.
Net voor Goudriaan staat de Goudriaanse molen.


De Goudriaanse Molen is een grondzeiler langs de Smoutjesvliet in Goudriaan. Deze poldermolen is in 1779 gebouwd ten behoeve van de bemaling van de polder Oud-Goudriaan (polder Noordzijde). Hij verving een versleten wipmolen op dezelfde plaats. In 1851 werd de molen ca. 85 cm verhoogd om het gevlucht te kunnen vergroten tot 29,15 m. De Goudriaanse Molen werd daarmee een zeer krachtige molen, mede dankzij het systeem Faüel dat later op beide roeden is aangebracht.
De fokwiek is een verbetering van het gevlucht van een windmolen, bedoeld om meer rendement te krijgen. Bij dit systeem, ontwikkeld door ir. P.L. Fauël ( zijn de voorzoom, de windborden en de bordschroot van het Oudhollandse gevlucht vervangen door een houten voorzoom met een vleugelvormig profiel, de fok. Fauël experimenteerde in 1933 op molen Den Arend in Bergambacht door aan twee wieken de fokzeilen van een boot te hangen. Eerst wilde de molen vanwege te weinig wind niet draaien, maar na het aanbrengen van de fokzeilen lukte het om met weinig wind te malen. Bij fokwieken ligt het zeil meestal aan de voorkant achter de zeilklampen.
Zo komen we aan het einde van deze wandeling.

Bergambacht – Goudriaan. Een wandeling van 15 km.
