Stadswandeling Vlissingen
We wandelen door de stoere havenstad Vlissingen. Stad aan de monding van de Westerschelde. Vlissingen ook de stad van de scheepswerf “De Schelde”, de boulevard, en niet te vergeten de stad van Michiel de Ruijter, een van de bekendste zeehelden uit de Nederlandse geschiedenis.
We beginnen de wandeling nabij het station van Vlissingen en wandelen over de sluizen richting de boulevard.


In de sluis zien we de kwallen zwemmen.

De Schelde gezien vanaf de zeedijk.




Aangespoeld materiaal



Oude glorie





Op bovenstaande foto’s zien we oude en oudere geschiedenis in Vlissingen. De oude geschiedenis betreft de gebouwen en de heel oude geschiedenis de restanten van een Napoleontisch vestingwerk uit begin 1800. In de gebouwen was de Koninklijke Maatschappij De Schelde gevestigd. Dit was van 1875 tot 1983 een scheepswerf annex machinefabriek. Vanaf 1983 tot heden is er met deze maatschappij veel gebeurd. Tegenwoordig is in dit gebied een scheepsbouwer van luxe jachten gevestigd. De Oostbeer maakte samen met de Westbeer deel uit van de Vlissingse zeeversterkingen. De Oostbeer is een gemetselde stenen dam met schuine kanten. Aan de bovenzijde is een ‘ezelsrug’ aangebracht van gladde natuurstenen. Deze ezelsrug is in het midden voorzien van een zogenaamde monnik, een massief rond torentje met een zogenaamde gladde, afgedekte muts. Dit alles om aanvallende soldaten te beletten de vesting via de beer te bereiken.
Het Commandomonument









Het Landingsmonument herinnert aan de amfibische landing van Britse, Nederlandse en Franse commando’s van het No. 4 Commando op 1 november 1944.


Tijdens de landing op Uncle Beach op 1 november 1944 kwamen 69 militairen om het leven. Met dit monument worden zij herdacht.
Stützpunkt Leuchtenburg – Artilleriewaarnemingsbunker Type 143 Vlissingen

Op het molenstrand en in het Slijkhaventje zijn in november 1944 de geallieerden geland. Tijdens de oorlog fungeerde de bunker naar alle waarschijnlijkheid als waarnemingspost voor de in het achterland gelegen batterij Baskenburg.
Oranjemolen


De Vlissingse Oranjemolen is de dichtst bij zee staande molen van Nederland en daardoor een blikvanger vanaf zee, Zeeuws Vlaanderen (Breskens) en de Westerschelde. De molen heeft tijdens zijn bestaan diverse keren te lijden gehad van oorlogsgeweld. Zo zou er zich nog een kogel afkomstig van de Engelse vloot in 1809 in de zuidwestkant van de molenmuur bevinden. In 1944 hebben de geallieerden dankbaar gebruik gemaakt van de molen met zijn witte buik als belangrijk oriëntatiepunt tijdens de landing in de Slijkhaven, de landingsplaats die de codenaam ‘Uncle Beach’ kreeg.
Onderzeeër De Biber (Bever) Vlissingen

In de laatste jaren van de Tweede Wereldoorlog zijn de Duitsers kleine Kamikazeachtige eenmansonderzeebootjes gaan gebruiken. Deze waren voorzien van twee torpedo’s of één torpedo en één mijn. Deze Biber is vlak voor de kust van Walcheren vast gelopen en in de modder weggezakt. In 1950 is hij uit de Westerschelde opgedregd






Joods monument op de zeedijk in Vlissingen.


Monument onthuld door de nabestaanden van veertig op 24 maart 1942 weggevoerde Joodse inwoners van Vlissingen. Het beeld bestaat uit twee zuilen met daarbovenop prikkeldraad. Het is één zuil, gebroken in twee delen.
We laten het oorlogsverleden achter ons (zonder te vergeten) en wandelen verder.





We wandelen verder richting de boulevard van Vlissingen






Het ringrijden is een traditionele volkssport die vooral in Zeeland nog springlevend is.



Ringrijden is een traditionele Zeeuwse sport die al eeuwenlang mensen weet te boeien. Het is een spannend en spectaculair spel van concentratie, vaardigheid en traditie. De ringrijder zit op een ongezadeld, gevlochten paard dat in galop over een smalle baan rijdt. In zijn hand houdt hij een lans, waarmee hij probeert een kleine metalen ring te steken die halverwege de baan hangt. De ring is bevestigd in een ijzeren bus, opgehangen aan een touw tussen twee palen, de poengers. Tijdens de reguliere beurten heeft de ring een doorsnede van 38 millimeter. De gestoken ring wordt aan het einde van de baan afgegeven aan de ringloper.
Deze “dichter van het park” bekijkt de wedstrijd op het Bellamypark van een iets hoger niveau

Dit is een mooie jonge man.
Hij draagt zijn haar losjes, kijkt helder uit zijn ogen, heeft een glimlach. Het colbertjasje heeft een korte snit zodat de jongeman sportief oogt. De spijkerbroek zit losjes. De schoenen zijn goed; hebben vlijmscherpe punten. Deze knaap is een helemaal ideaal.
Maar wat doet hij? Hij schrijft in een boek. Dit is bijzonder.
Iemand als een schrijver, dichter, tekenaar is bijzonder.
Wat fijn dat deze bijzondere mens op een voetstuk wordt geplaatst.
De kazematten van Vlissingen






De Kazematten uit 1811 liggen op de grens van land en water. Deze kazematten zijn namelijk te vinden in het hart van het Keizersbolwerk, een onderdeel van de Vlissingse vestingwerken uit 1548. Het is niet verwonderlijk dat historische beroemdheden zoals Karel V, Michiel de Ruyter en Napoleon telkens weer voor deze plek kiezen. De strategische ligging ten opzichte van Antwerpen en het diepe vaarwater maken dit tot een bijzondere locatie. Vlissingen was van strategisch belang. Daarom liet Napoleon de vestingwerken daar op orde brengen. Het Keizersbolwerk werd uitgebreid met dertien kazematten.
Michiel de Ruyter


Het standbeeld van De Ruyter in Vlissingen is geplaatst op initiatief van enkele leden van het Vlissingse departement van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen, die hiertoe in 1830 een ‘Commissie tot de oprigting’ hebben geformeerd. Het zou nog zeker tien jaar duren voordat het standbeeld werd onthuld.
We vervolgen onze wandeling over de boulevard.




Een van de eerste gebouwen die we tegenkomen is de Belgische Loodsensociëteit met daarnaast de Nederlandse Loodsensociëteit. Op de rechter foto een getijdenklok. De getijdenklok geeft een indicatie van het gemiddelde getijverloop voor de rede van Vlissingen. Klik op de link om de werking van deze klok te zien.



Op bovenstaande foto’s een aantal gevels die er uitspringen.



De Gevangentoren

De Gevangentoren op de boulevard is een overblijfsel van de Westpoort uit de 16e eeuw. De Westpoort is gebouwd omstreeks 1491 en bestond uit twee torens met daartussen een poort: de Gevangentoren aan de zeezijde en een oudere kruittoren aan landzijde. Nadat de stad in 1563 naar het westen uitbreidde en de nieuwe Middelburgsche poort werd gebouwd verloor de Westpoort zijn functie als stadspoort. In 1610 kreeg het gebouw een nieuwe functie als stadsgevangenis. Tot dan toe was de gevangenis gevestigd in de kelders van het toenmalige stadhuis aan het Bellamypark. Een nieuw stadhuis werd in 1610 in gebruik genomen en de Gevangentoren werd aangewezen als nieuwe gevangenis. In het middengebouw van de Westpoort werd recht gesproken en veroordeelde gevangenen werden vastgezet in de Gevangentoren. Gevreesd was ‘de donkere put’, een ruimte in de kelder waar de zwaarst gestrafte misdadigers terechtkwamen.





De naam “de Leugenaar” geeft te denken…

Muursteen van prins Hendrik als beschermheer van de “de Ruyterschool”.


In de voormalige zeevaartschool, het Maritiem Instituut de Ruyter, is nu een hotel gevestigd. Het MIR bestaat sinds 1903 als de Hogere Zeevaartschool (Vlissingen) – de Ruyterschool – die gevestigd was aan Boulevard Bankert te Vlissingen. De naam, De Ruyterschool, werd formeel geschonken door het Nationale Comité ter herdenking van de geboorte dag van Michiel de Ruyter. In 1978 werd de naam van de school gewijzigd in Maritiem Instituut de Ruyter.
Blikje (zeevaartschoolstudent)

Beeld van een zeevaartscholier zittend op een blok natuursteen, met zijn pet en enkele boeken naast hem. In zijn handen houdt hij een gevouwen papieren bootje. Dit beeld geeft een leerling weer van de zeevaartschool te Vlissingen in het tot 1988 gebruikelijke uniform. Vanwege het pet embleem werden de leerlingen in de stad “blikken” genoemd.
Hoogbouw aan de boulevard,





Met hun uitzicht op zee.






In afwijking van de route wandelen we verder richting het windorgel aan zee.


Het beeld Mens, Zee, Wind.


Beeld van een man die een sigaret opsteekt, terwijl hij zijn jas beschermend voor zijn aansteker houdt.
De zandloper.


“De Zandloper”, in 1931 gebouwd in Interbellum-architectuur, aanvankelijk bewoond door de havendirecteur en daarna in gebruik als bediendenwoning bij “Het Wooldhuis”.
Het Wooldhuis.







“Het Wooldhuis” c.a. is tussen 1930-1932 gebouwd als representatieve villa voor de toenmalige burgemeester van Vlissingen. “Het Wooldhuis” is ontworpen als beëindiging van de boulevard-bebouwing wat wordt gemarkeerd door de karakteristieke ronding.





Het windorgel




Voormalig hotel Britannia


Hotel Britannia was een hotel op de Boulevard Evertsen. In 1886 werd op deze plek het Grand Hôtel des Bains gebouwd dat in 1924 Grand Hotel Britannia is gaan heten. Gedurende de Tweede Wereldoorlog vestigde de Duitse bezetters een stafhoofdkwartier in het hotel en tijdens de bevrijding van Vlissingen in november 1944 is het pand geheel verwoest. In 1955 en 1960 is op de plek van het oude Britannia een nieuw hotel gebouwd dat tot de sluiting in 1992 een roerige bestaansgeschiedenis heeft gekend. Het hotel wordt in de volksmond ‘Brit’ genoemd en is in 2010 voor een groot deel afgebroken.
Windvanger

Dit kunstwerk fungeert als een windscherm tussen twee gebouwen op de boulevard. Een windscherm dat de wind als het ware kanaliseert richting de trap. De naam tegenwind is dan ook geheel op haar plaats. Het scherm loopt als een sierlijk lint over het boulevardplein en verbindt de hoogbouw die parallel aan de kustlijn het plein flankeert.
De leeuwentrap


Aanvankelijk was het Vlissingse badstrand vanuit de in 1885 aangelegde Badhuisstraat bereikbaar via een houten trap. Het strandtoerisme was sinds het einde van de 19de eeuw in opkomst in Vlissingen en in 1899 besloot de gemeente een tweede trap aan te leggen. Omdat ook twee houten trappen de zomerse drukte niet konden verwerken stelt het college van burgemeester en wethouders in maart 1907 voor om een brede trap van gewapend beton aan te leggen.
Op het punt van bewegen. .

Het basaltblok is voorzien van een sleutel, die de suggestie wekt dat er een mechaniek verborgen is. Bij het rotsblok staat de tekst “Miljoenen jaren deel van een massief , op het punt van bewegen”, hetgeen uiteraard een geweldig contrast geeft. (1986)
Watertoren Vlissingen

De watertoren in Vlissingen is gebouwd in 1894 door de N.V. Vlissingsche Duinwaterleiding. De watertoren heeft een hoogte van 35 meter en een waterreservoir van 300 m³. De toren is gemaakt van rode baksteen. In 1933 werd dit bedrijf door de Gemeente Vlissingen overgenomen en in 1950 onder gebracht in de NV Waterleidingmaatschappij Midden-Zeeland (WMZ). De begane grond en eerste etage waren oorspronkelijk als woning ingericht en tot 1953 als zodanig in gebruik. In 1974 is het woongedeelte verbouwd tot bedrijfsruimte. Tegenwoordig is er ook de gelegenheid tot overnachten.
Stadhuis Vlissingen






Gevelsteen uit 1661


gevelsteen uit 1661 die herinnert aan het voormalige weeshuis op de hoek van de Coosje Buskenstraat en de Badhuisstraat. De steen, die bewaard is gebleven, toont de Vlissingse fles (uit het stadswapen) en de wapenschilden van negen bestuurders. Het weeshuis werd in 1795 een kazerne en in 1884 afgebroken. De gevelsteen bevindt zich in het pand dat na 1884 op die plek is gebouwd.

Belgische Loodshuizen






De Belgische loodshuizen zijn vier art-nouveau panden. De huizen zijn in 1910 gebouwd in opdracht van Belgische loodsen. De panden zijn vernoemd naar de kinderen van de Belgische loodsen die er woonden: Villa Louise, Villa Maria, Villa Blanche en Villa Yvonne.


St-Jacobskerk.













De kerk kwam in deze vorm grotendeels tot stand in het begin van de 16e eeuw na voorafgaande vergrotingen. De toren en het lage koor dateren mogelijk al uit 1328. In 1572 werd de kerk voor de protestantse eredienst ingericht. Op 5 september 1911 viel de kerk ten prooi aan een grote brand, waarbij alleen het stenen casco en een deel der pilaren overeind bleven. Nadien werd het gebouw weer opgebouwd, maar vele oude interieurstukken waren verloren gegaan.
In de periode 1953-1954 werd de kerk hersteld van de schade als gevolg van de oorlog 1940-1945 en van de watersnoodramp van 1953. Op een van de pilaren aan de linkerhand was voor de brand het peil aangegeven, dat het water in de kerk bereikte bij de vloeden van 1808 en 1825. Thans kan men aan sommige pilaren nog de inwerking van het zoute zeewater zien, dat op 1 februari 1953 in de kerk een hoogte bereikte van ongeveer 1.90 meter.

We wandelen verder richting het Scheldekwartier.









Dok van Perry






Hr.Ms. Onverschrokken was een Nederlandse oceaanmijnenveger van de Onversaagdklasse, gebouwd door de Amerikaanse scheepswerf Peterson Builders Inc. uit Sturgeon Bay. De schepen van de Onversaagdklasse waren in de Verenigde Staten gebouwde mijnenvegers van de Aggressiveklasse. In 1971-1972 werd het schip verbouwd tot torpedowerkschip en per 1 mei 1973 hernoemd tot Hr.Ms. Mercuur. Het schip werd van 1952-1954 in de Verenigde Staten gebouwd als mijnenveger. Het werd in bruikleen overgedragen aan de Koninklijke Marine. Naast dit schip kreeg Nederland nog vijf schepen van deze klasse. Na een verbouwing werd het schip in 1973 als torpedowerkschip bij de onderzeedienst in gebruik genomen. Volgens de traditie bij de marine kreeg het een nieuwe naam, ‘Mercuur’. Het was een ondersteuningsschip voor onderzeeboten en haalde afgeschoten oefentorpedo’s op uit het water. Na controle op het schip werden de oefentorpedo’s hergebruikt. De letter ‘A’ op de romp gaf aan dat het een Auxiilary schip betrof. De Mercuur heeft van 11 mei 1973 tot 12 februari 1987 als zodanig dienst gedaan.
Koningin Emma


Gedeputeerde Staten van Zeeland gaven in de zomer van 1932 de opdracht voor de bouw van drie nieuwe veerboten aan de Koninklijke Mij. De Schelde in Vlissingen . De officiële order volgde op 14 oktober 1932. Het was een opvallende keuze, aangezien De Schelde bij de aanbesteding niet de goedkoopste offerte kon laten zien. Gezien de economische crisis zag Provinciale Staten de order graag binnen Zeeland blijven. Ook de gemeente Vlissingen had hier belang bij ‘gezien de stad door slapte van het werk aan De Schelde zeer getroffen werd’, valt te lezen in het tijdschrift Het Schip eind 1932. Daarom gaf de gemeente Vlissingen een subsidie gelijk aan het verschil in kosten van de bouw bij De Schelde en de laagste inschrijver. Omdat de drie schepen in tijden van crisis gebouwd werden, kregen zij ook wel de bijnaam ‘crisisboten’. De veerboot was zeer modern, net als de scheepsmotor van het type Schelde-Sulzer. Bij het ontwerp is rekening gehouden met het vervoer van auto’s door een groter achterdek te maken waar met enig pas en meetwerk een tiental auto’s konden staan. Door de puntige voorsteven werden de drie veerboten ook wel ‘puntboten’ genoemd. De Koningin Emma kwam op 20 november 1933 in de vaart op de dienst Hansweert – Hoedekenskerke – Terneuzen.




Aan de kade bij Damen shipyard.



Het oude kantoor van de Koninklijke maatschappij De Schelde. Nu van Damen.







Timmerfabriek Koninklijke Maatschappij De Schelde




Het is in 1913-1915 gebouwd als timmerfabriek van de Koninklijke Maatschappij De Schelde. In 1914 begon de Hollandsche Maatschappij tot het Maken van Werken in Gewapend Beton uit Den Haag aan de bouw van een timmerfabriek voor de scheepswerf de Koninklijke Maatschappij De Schelde. In de timmerfabriek werd de afwerking en de meubilering voor schepen vervaardigd. Zo werden interieurs gebouwd voor de luxe passagiersschepen van de Rotterdamse Lloyd. Na de oorlog nam de werkgelegenheid af en bleef een kleine houtwerkplaats over.
We wandelen verder richting het eindpunt.







HZ University of Applied Sciences



1e binnenhaven.
Pollux loodsboot







De Pollux kan vier weken achter elkaar op zee blijven en wordt gebruikt voor het beloodsen van schepen van en naar de Nederlandse zeehavens en de Vlaamse havens aan de Schelde. De loodsvaartuigen liggen permanent op zee en worden ingezet bij het aan boord zetten en afhalen van de loodsen. Bij storm kan de Pollux langer op zee blijven dan voorganger Menkar. Tot windkracht 8 à 9 kan de Pollux op zee blijven, terwijl de oude loodsboot bij te veel wind terug moest naar Vlissingen.


Betonning in de scheepvaart is een systeem van markeringen die vaarwegen afbakenen en de scheepvaart helpen veilig te navigeren. Deze markeringen, zoals tonnen, boeien en bakens, geven de grenzen van de vaargeul aan en waarschuwen voor gevaren.



Station Vlissingen (voorheen Vlissingen Haven) is een kopstation en geopend op 1 september 1873. Het station was vooral bestemd voor de aansluiting op de veerdiensten en er werd zodoende ook een eenvoudig station gebouwd. Het station Vlissingen Stad dat een jaar eerder werd geopend lag dichterbij het centrum en als belangrijker station gezien. Dit station was echter te duur in verhouding tot het gebruik en werd in 1894 gesloten. Na de sluiting van Vlissingen Stad kwam er op Vlissingen Haven een veel groter gebouw. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het stationsgebouw onherstelbaar beschadigd en werd in 1949 begonnen met het huidige stationsgebouw.

Aan het eind van deze wandeling concluderen we dat Vlissingen ademt de Schelde en Vlissingen is De Schelde
We sluiten de virtuele wandeling af met de Zeeuwse vlag.

