Etappe – 10 Oosterscheldepad

We wandelen vanaf Sint Philipsland langs het Rammegors richting Sint Annaland. Vanaf daar wandelen we verder richting de Krammer en het eindpunt van deze etappe, Stavenisse.

De Slaakbrug

De naam Slaakbrug komt van een riviertje wat vroeger door de slikken van de Heen meanderde.

Rijn-Schelde kanaal

Het Schelde-Rijnkanaal werd in 1975 geopend. Al in 1920 eiste de Belgische regering de vervanging van het kanaal door Zuid-Beveland om Antwerpen beter bereikbaar te maken voor de Rijnhandel. Op 13 mei 1963 werd het verdrag voor de aanleg van dit kanaal ondertekend. Een tiental jaren later werd het eindelijk opengesteld. 

Rammegors

Het Rammegors is een voormalig slibdepot dat in 1971 is ontstaan als gevolg van de aanleg van het Schelde-Rijnkanaal.

Schorren van de Eendracht

Een schor ligt hoger en wordt maar zelden overspoeld. Schorren zijn begroeid, vooral met planten die goed tegen zout water kunnen. Bij vloed komen watervogels hier vaak even uitrusten. Slikken liggen lager, worden vaak overspoeld en er leven allerlei schelpdieren en wormen in de modderige ondergrond.

Boerderij uit waarschijnlijk 1820

Boerderij bestaand uit een woonhuis met aangebouwde wagenschuur, een vrijstaande schuur, een varkenshok en een moderne schuur.

In Zeeland vinden we veel knotwilgen. Wilgen kunnen erg goed tegen een hoge grondwaterstand of zelfs tegen langdurige overstroming. 

Rijk der Vitaminen

We wandelen verder richting Sint Annaland

Joanna Maria Hoeve

Sint-Annaland is een ringvoorstraatdorp, met een voorstraat van de haven naar de kerk, die is omgeven door een ring.

In 1960 is de haven gedempt, waarna meer zeewaarts een nieuwe haven is aangelegd die ook met laagwater toegankelijk is.

De noordzijde van de nieuwe gemeentehaven is in 1965 ingericht als jachthaven.

Met een laatste zicht op Sint Annaland wandelen we verder langs de Krabbenkreek.

We verlaten het water en wandelen verder langs/ over de dijken van het voormalig eiland Tholen.

De dijkbeplanting is specifiek voor Zeeland. Dijkbeplanting bevindt zich altijd op de binnendijken, de buitendijken werden nooit beplant. De bomen worden vaak gekapt met een cyclus van circa 20/30 jaar; na de kap vindt nieuwe aanplant plaats. De dijkbeplanting is van oudsher bedoeld als houtproductie. Typisch Zeeuwse soorten zijn iepen, essen, meidoorns en populieren.

Voormalige boerderij. Het woonhuis met kelder is opgetrokken uit bakstenen gevels met gevelankers en jaartalankers (1803). Boven in de kopgevel zit een schuifraam met roedeverdeling die wijst op een mogelijke eerdere bouw dan 1803.

Boerderij daterend uit eind 19e begin 20e eeuw. Waar vroeger de stallen waren is nu een B&B gevestigd.

Rijkebuurtweg ???

We wandelen verder richting het Mastgat.

Water tussen Duiveland in het noordwesten en Tholen en de Krabbenkreek in het zuidoosten; het vormt de verbinding tussen Keeten en Zijpe en dankt zijn naam aan een aldaar gezonken kaag (1671), waarvan de mast lange tijd zichtbaar bleef. De mast fungeerde als baken voor de scheepvaart. Voor 1671 werd het Mastgat tot het Keeten gerekend.

Op het talud van de zeedijk, in alle stilte lekker in de zon liggen!

Steenloper

Haven Stavenisse

Het dorp Stavenisse was over water bereikbaar via de geul De Kamer. Een “caeyken” werd in 1606 aangelegd. Na de bedijking van de Margarethapolder in 1656 ontstond het huidige havenkanaal dat in open verbinding stond met het Keeten. Het kanaal werd op diepte gehouden met het polderwater dat door de suatiesluis in de Stoofdijk in de haven werd geloosd. In 1977 is in de mond van het havenkanaal een keersluis gebouwd, die automatisch sluit bij een waterstand van 2,40 m (soms 2,60) + NAP. Bij deze stand staat het havenplateau onder water. Nu is het de enige uitwateringssluis op het eiland Tholen die alleen in noodgevallen wordt gebruikt naast de motorgemalen.

Stroomgatpaaltje

Tijdens de Stormvloed van 1 februari 1953 brak een groot aantal dijken door. De grootste vernielingen van de dijken waren de stroomgaten. Deze gaten waren zo diep uitgeschuurd, dat het water dag en nacht de polders kon in- en uitstromen. Deze waren dan ook het moeilijkst te dichten. In het gehele rampgebied ontstonden er 96. Het doel van het markeringsproject is het zichtbaar maken van deze plekken, omdat er nu niets meer te zien is van die grote vernielingen van de dijken en het land erachter. Als markering van de stroomgaten is het stroomgatpaaltje ontworpen dat gehouwen wordt uit een hergebruikte basaltzuil. Bovenop komt het stroomgat-symbool en op een zijkant de code en het nummer van het gat per eiland. Ook wordt de datum van het ontstaan vermeld en de datum waarop het gat werd gedicht. Om de stroomgatpaaltjes bovenop de kruin van de dijk vanaf de weg gemakkelijker te kunnen vinden, wordt op het asfalt een extra markering aangebracht. De betekenis van de stroomgatpaaltjes is drieledig: 1. Ze markeren een belangrijke gebeurtenis in onze geschiedenis. 2. Ze vormen een plek van herinnering voor hen, die de ramp hebben meegemaakt. 3. Het geeft de opdracht, dat dit nooit meer mag gebeuren en we waakzaam moeten blijven.

Stavenisser molen

De Stavenisser Molen is een korenmolen uit 180. De molen heeft geen naam omdat het de enige molen van het dorp is. 

De naam van het dorp Stavenisse komt begin 13e eeuw voor in een oorkonde, toen werd het als een eiland benoemd. Het dorp Stavenisse is later, in de 17e eeuw ontstaan. Het is typisch voorstraatdorp, waarbij de hoofdstraat van het dorp recht vanaf de haven op de kerk uitloopt. De naam Stavenisse is opgebouwd uit de woorden Nisse, wat landtong betekend en Stave, afgeleid van een vroege eigenaar Stavo of Stave. 

Overgebleven coupure die toegang biedt tot de haven

Coupures doen vaak dienst als toegang naar een buitendijks gelegen haventerrein en kunnen dan bij stormvloed of hoge waterstanden door middel van schotbalken worden afgesloten.
Coupures vormen, voornamelijk in de zeedijken zwakke schakels. Coupure: bij hoogwater af te sluiten opening in een dijk of een beermuur; gebruikt als doorgang voor weg of spoorlijn. Afsluiting meestal d.m.v. planken of schotbalken

Hervormde kerk Stavenisse

Bij de kerk van Stavenisse komen we aan het eind van deze etappe vanaf Sint Philipsland naar Stavenisse. Een wandeling van 22.7 km.