Waas – en Reynaertland – Etappe – 2 – Waasmunster – Temse
Parochiepomp Rivierstraat Waasmunster

Parochiepomp, gietijzeren openbare waterpomp. Al in 1850 werd op de gemeentebegroting van 1851 een krediet voorzien om een openbare pomp op te richten in de Rivierstraat. Uiteindelijk werd de nieuwe pomp voor de bewoners zonder watervoorziening er pas in 1877 geïnstalleerd. Mooi exemplaar van een typische dorpspomp.
Abdij Roosenberg






De abdij behoorde tot de orde der victorijnen en was een vrouwenklooster. De Abdij van Roosenberg was een abdij in Waasmunster, Bisdom Gent sinds 1238. De eerste Roosenbergabdij was een reguliere abdij met pauselijke clausuur, voor bernardinnen, die het koorofficie baden. Er waren koornonnen, onder leiding van een gekozen abdis, die meestal van adel waren, en ook buitenzusters. De stichting gaat terug tot 1237-1238 aan de boorden van de Durme op verzoek van de Doornikse bisschop Walter van Marvis. In 1419 brandde het gebouw af, maar de zusters lieten hun abdij opnieuw op de Rosenberg herrijzen. Het monastieke leven werd verschillende keren verstoord: zo werd de abdij opnieuw in 1459 verwoest door de Gentenaars en in 1578 door de calvinisten. De abdissen wisten echter hun feodale rechten te vrijwaren en het monastieke leven zorgde dat de abdij tot buiten het Waasland gekend was. De bloei van Rosenberg eindigde tijdens de Franse Revolutie: het monastieke leven werd voorgoed verstoord: de koorzusters werden verjaagd uit hun abdij, en de goederen en conventsgebouwen werden verbeurd verklaard. In 1831 kwam er een nieuw gebouw in de Kerkstraat door bemiddeling van de abdis. Deze dame kocht met haar erfdeel enkele woningen, liet die afbreken en richtte er de tweede abdij van Roosenberg op. Dit gebouw bleef in gebruik tot in 1975. Het monastieke leven stopte, en de laatste zusters verlieten de conventsgebouwen. n 2023 verhuisde het patrimonium van de zusters, en vond onderdak in een zijbeuk van de OLV kerk in Waasmunster, waar de plaatselijke kerkfabriek zich borg stelde om de stukken te ontsluiten.
Kasteel Les Gobelets



Het kasteel Les Gobelets, begin 20e eeuw opgericht in neoclassicistische stijl.



Over tegenstellingen gesproken..


18 oktober en nog een heel veld met zonnebloemen….






In het kader van “Geef de rivier (de Schelde en de de Durme) de ruimte” zijn er overstromingsgebieden en wetlands in het leven geroepen.






Sint-Rochuskerk in Sombeke





In 1629 werd een proosdijkapel opgericht door Jacob Laureyns, de baljuw van de heer van Sombeke. In 1634 werd de kapel ingewijd. In 1642 werd een grotere kapel gebouwd naar ontwerp van Frans Staes, die in 1643 werd ingezegend. In 1888 werd de kapel verheven tot parochiekerk en vervolgens werd de kerk vergroot. Het oude koor werd afgebroken, een transept en een nieuw koor werd aangebouwd, evenals twee sacristieën. De oude sacristie werd omgevormd tot doopkapel. De klokkenverdieping van de toren is van 1890, voordien was er een houten klokkentorentje. In de voorgevel bevindt zich een drietal nissen met daarin beelden van het Heilig Hart van Jezus, het Heilig Hart van Maria, en Sint-Rochus.

Edmond Paul Marie Verstraeten was een Belgisch kunstschilder en etser. Verstraeten trouwde in 1896 met Augusta Reynaert met wie hij tien kinderen kreeg. Samen woonden ze eerst in Tielrode en na 1900 in het dorp Sombeke, ten oosten van het centrum van Waasmunster, waar hij het landhuis De Dommel op een heuvel had laten optrekken. Hij was er onlosmakelijk mee verbonden en stierf er op 86-jarige leeftijd.
Huis uit 1909 met in de tuin een schandpaal uit 1699



Schandpaal van de heerlijkheid Sombeke. Oorspronkelijke standplaats niet met zekerheid bekend, doch er wordt aangenomen dat de schandpaal zoals gebruikelijk stond opgesteld tegenover de kerk en de vierschaar, dit was voor Sombeke op Sombekedries. Een schandpaal is een op een voetstuk opgerichte paal of zuil, waaraan van overheidswege een wetsovertreder werd gekluisterd en tentoongesteld aan de bevolking.
Bijgebouwen van kasteel van Sombeke.


Poortgebouw met aanpalende aanhorigheden, vermoedelijk voormalige kasteelhoeve, met koetshuis en stallingen van het kasteel van Sombeke. Het kasteel aan de noordrand van de Durmevallei gaat wellicht terug op een aanvankelijk verblijf van de heren van Sombeke. De heerlijkheid Sombeke behoorde met een deel van Waasmunster tot de heerlijkheid Beveren. De vroegst bekende heren die met de heerlijkheid Sombeke in verband kunnen worden gebracht worden in de 15de eeuw vermeld (in 1448).
De route gaat verder via Groot Broek naar de Mirabrug, brug over de Durme.


Groot Broek was ooit doorstroommoeras van de Abeek. Omstreeks 1870 werd de Lossing gegraven die ook dit gebied moest ontwateren. Het gebied wordt nu teruggegeven aam de rivier zodat die meer ruimte krijgt. Hierdoor kan de Durmevallei beter worden beveiligt tegen overstromingen. Het Grootbroek is nu een natuurgebied. Het westelijk deel van het reservaat omvat vooral elzenbroekbos, en het oostelijk deel is eiken-elzenbos.

Mirabrug





De Mirabrug is een brug over de Durme, op de grens van de Belgische gemeenten Hamme en Waasmunster. Ze werd gebouwd in de periode 1896-1900. De brug kreeg haar naam en bekendheid dankzij de speelfilm Mira, de verfilming uit 1971 van het boek De teleurgang van de Waterhoek van Stijn Streuvels
Bijzonder!
Het wisselen van de stroomrichting, van aflopend naar oplopend water, onder invloed van de getijden in de Durme verloopt normaal bijna onopvallend en langzaam. Maar op sommige dagen gebeurt dit met een vloedgolf. Afhankelijk van uiteenlopende elementen kan die golf hoger of lager zijn, van enkele centimeters tot 30 cm. Een dergelijke vloedgolf kreeg de Franse naam ‘mascaret’. Dit fenomeen is echt uitzonderlijk en komt in Europa slechts op een handvol plaatsen voor: in Frankrijk, Ierland, Groot-Brittannië en … in de Durme. Maar het is een grillig natuurverschijnsel, zodat er nooit 100%
zekerheid is over het juiste moment en het verloop.
Die vloedgolf ontstaat in de Durme door krachtig oplopend water op die plaatsen waar bij laagwater de rivier echt ondiep is geworden. De krachtige stroom doet zich voor bij springtij die voorkomt bij nieuwe maan en volle maan. In die periode kennen we in de Durme normaal de laagste laagwaterstand en enkele uren later de hoogste hoogwaterstand. Maar die laagwaterstand kan in een regenrijke periode, als veel water in de Durme wordt overgepompt, toch wat hoger liggen. De gunstigste periode
om de mascaret te zien op de Durme zijn de zomermaanden en het vroege najaar. Soms kan men die vloedgolf zelfs horen aanrollen van op meer dan 100 meter







In dit gedeelte van de wandeling valt op hoeveel hekwerk er staat.







Ondanks alle hekwerk wandelen we gewoon verder richting de Bunt.


Tussen de Schelde en de Durme ligt De Bunt. Hier vindt het water een weg wanneer het tij in de rivieren te hoog stijgt. Vroeger werd hier turf gewonnen, vandaag doen de oude turfterreinen dienst als overstromingsgebied.
De route gaat verder richting de pont over de Durme bij Hamme.

De pont over de Durme.






Van alle natuurlijke waterlopen in België is de Durme diegene die door tal van menselijke ingrepen het meest van zijn authenticiteit heeft ingeboet. Wanneer men tegenwoordig over de Durme spreekt, bedoelt men daarmee de riviersectie tussen Lokeren-Daknam en de monding in de Schelde te Tielrode. Alhoewel de huidige Durme dus nauwelijks 26 kilometer lang is, situeren de natuurlijke bronnen zich niettemin een heel eind verderop, nl. in het Westvlaamse Tielt. De natuurlijke Durme was dus een rivier die, via de Schelde, in de benedenloop de invloed van de getijdenwerking onderging maar dankzij de grootte van het stroombekken toch voldoende basisdebiet kon garanderen om over een groot gedeelte van het traject scheepvaart toe te laten. Bovendien werden er in het verleden een aantal supplementaire kanalen gegraven zodat een gedeelte van het Scheldewater gebeurlijk naar de Durme kon afgeleid worden. De tijd echter dat de Durme een druk bevaren waterloop was, behoort thans definitief tot het verleden.
De Durme vormt voor een groot gedeelte de natuurlijke zuidgrens (ca. 13km) van de gemeente Waasmunster. Momenteel is enkel de benedenloop, nl. het gedeelte tussen de Oude Brug van Lokeren en de monding in de Schelde te Tielrode, aan de getijdecyclus onderhevig, Een dam (1953) aan de Oude Brug te Lokeren verhindert immers dat de getijstroming verder landinwaarts dringt. Deze menselijke ingreep werkt echter de verzanding van de Bene-den-Durme in de hand. Tijdens elke vloedbeweging —tweemaal per dag dus!— worden, samen met het getijwater, bodemdeeltjes stroomopwaarts gestuwd. Bij gebrek echter aan een voldoende sterke zeewaartse stroming van de “onthoofde” Durme bij eb, blijft een gedeelte van dit slib op de bedding achter. De aanvoer van sediment is dus groter dan de afvoer zodat er onvermijdelijk een verzanding optreedt.
Standbeeld van de Veerman aan de potpolder met zicht op de Veerdienst aan de Durme.

Standbeeld van de veerman Cyriel Van Bogaert, beter bekend als ‘den Toeter’ die 60 jaar lang het veer tussen Hamme en Tielrode bediende.
De route gaat verder richting Temse met aan de linkerkant de Potpolder Tielrode en aan de rechterkant de Schelde. De Durme is overgegaan in de de Schelde.










Het Tielrodebroek is een gecontroleerd overstromingsgebied of potpolder, gelegen aan de samenvloeiing van de Schelde en de Durme. Dit gecontroleerd overstromingsgebied of potpolder ligt aan de samenvloeiing van de Schelde en de Durme, vlak aan het veer naar Hamme. Van oudsher werd het Tielrodebroek ’s winters overstroomd en bevloeid door Scheldewater.
Hoofdkantoor van Cordeel aan de Schelde boven het voormalige droogdok van de Boelwerf.


Cordeel is een groot Belgisch bouwbedrijf met zijn hoofdkantoor in Temse. Cordeel is in 1935 begonnen in Sint-Niklaas. Cordeel is nu gevestigd op de voormalige Boelwerf.
Baggeren om het vaarwater op diepte te houden.

Residentie BELGICA.

Een van de bouwwerken van de fa. Cordeel in Temse. De naam Belgica is afkomstig van een van de schepen die ooit door de Boelwerf zijn gebouwd. De Belgica, een oceanografisch onderzoeksschip, verliet in 1984 de werf.
Kraan van de voormalige Boelwerf.
Na de sluiting van de werf werd de kraan geschonken aan de gemeente Temse. In 2004 werd ze erkend als beschermd monument en in 2009 werd ze opgenomen in de vernieuwde Inventaris Bouwkundig Erfgoed van de Vlaamse Overheid. Vandaag de dag is de kraan één van de enige herkenbare relicten die van de Boelwerf bewaard zijn gebleven.



De Boelwerf werd in 1829 opgericht door Bernard Boel, oorspronkelijk timmerman op de scheepswerven in Antwerpen-Zuid. Door de internationale crisis in de scheepsbouwsector raakte deze onderneming halverwege de jaren tachtig in de problemen en werd zij op 28 oktober 1992 failliet verklaard.


Dichter bij het eindpunt van de wandeling komend zien we de toren van de Onze Lieve Vrouwkerk.


Met het zicht op de brug over de Schelde eindigt deze etappe.


Waasmunster – Temse een afstand van 20,6 km.
