Waas – en Reynaertland – Etappe – 3 – Temse – Kruibeke

Deze etappe begint in het centrum van Temse.

Oude gemeentehuis.

Op de plaats waar vandaag het gemeentehuis staat, stond al in de vijftiende eeuw het schepenhuis van Temse. Vóór 1795 werd het oude schepenhuis vervangen door een neoclassicistisch gebouw. Dit eerste gemeentehuis werd in 1900 op zijn beurt gesloopt om plaats te maken voor een nieuwbouw. Het nieuwe gemeentehuis, gebouwd tussen 1903 en 1905, werd op 1906 in gebruik genomen. Het belfort is 31 m hoog en geeft een monumentale indruk aan het gebouw. Het belfort, een vierkante toren, is bekroond met vier spietorentjes en een centrale lantaarntoren.

OL-Vrouwkerk van Temse. Filips de Schone stond in 1496 een speciale belasting toe om de herstelling en de wederopbouw van de kerk te bekostigen na zware beschadiging door brand. In de 17e eeuw verkeerde de vieringtoren in slechte staat. De herstelling werd betaald via een heffing van tienden door de Sint-Pietersabdij in Gent. De kerk is een driebeukige hallenkerk. De achthoekige vieringtoren uit 1721 is uit de baroktijd. In 1888 werd ze ingrijpend verbouwd.

De kaailopers

Beeldengroep gebaseerd op authentieke kaailopers (scheepslossers en -laders van voor de Tweede Wereldoorlog) met name Alfons Gosselin (den bruine), Désiré Aelbrecht (de mekker) en Frans Vervynckt (de schele wringer).

Model van een watervliegtuig, een nagebouwde Donnet-Lévêque Type C.

We verlaten Temse onder de Scheldebruggen door.

Sinds 2009 zijn er 2 Scheldebruggen. Zij verbinden Temse en het Land van Waas (provincie Oost-Vlaanderen) met Bornem en Klein-Brabant (provincie Antwerpen).

De allereerste brug, ontworpen door de Franse constructeur Gustave Eiffel (cf. Eiffeltoren) en voltooid in 1870, werd gebouwd om de spoorwegverbinding Mechelen-Terneuzen mogelijk te maken. Met een lengte van 343 m was zij toen al de langste brug van België. Nadat zij tijdens WO I reeds schade had opgelopen (maar was hersteld), werd ze in 1940 om strategische redenen opgeblazen. Na de oorlog besloot men de brug te herbouwen met een spoorweg én een dubbele rijstrook voor voertuigen. Op 19 december 1955 werd de nieuwe brug plechtig ingehuldigd door koning Boudewijn.

In 2005 gaf de toenmalige minister van Openbare Werken toestemming voor de bouw van de Tweede Scheldebrug, die feestelijk geopend werd op 29 mei 2009. Met 374 meter is de Scheldebrug nog steeds de langste brug over een waterweg in België. In tegenstelling tot de oude brug heeft de nieuwe 2 beweegbare delen.

De wandeling gaat verder langs het Schouselbroek richting het fort van Steendorp. Het Schouselbroek is een overstromingsgebied nabij Temse

Kapel Onze Lieve Vrouw van de Schelde

Paviljoen De Notelaer

Het paviljoen De Notelaer werd eind achttiende eeuw opgetrokken in neoclassicistische stijl. Het deed dienst als jachtpaviljoen en feestelijke ontvangstruimte voor de adellijke familie d’Ursel. Het paviljoen hoorde bij hun kasteeldomein in Hingene en werd gebruikt om gasten te ontvangen met zicht op de Schelde. 

Wilt u meer weten over het paviljoen, klik dan hier.

Zicht op de steenfabriek van Steendorp

De oudste bronnen over de ontginning van Rupeliaanse klei gaan terug tot de 16e eeuw. In de 18e eeuw kwam de klei-exploitatie sterk op en in 1881 waren er een honderdtal steenfabrieken. Het dorp kende toen een jaarlijkse productie van circa 90 miljoen bakstenen. 

Fort Steendorp

Het fort is gebouwd van 1882 tot 1892 en is in België het laatst gebouwde fort in baksteen. In 1906 is het fort versterkt met beton. Eerst heette het fort Rupelmonde, maar vanaf 1909 fort Steendorp. Het fort werd vanaf 1913 aangepast aan de nieuwste militaire inzichten, maar deze verbouwing is nooit voltooid.

Het fort werd gebouwd omdat in 1859 Antwerpen als centrum van de Belgische landsverdediging werd uitgekozen. De bedoeling van de vesting was lang genoeg te kunnen standhouden bij een eventuele inval van een van de buren tot de grote mogendheden, garanten van de Belgische onafhankelijkheid, in staat waren België te hulp te komen. De voornaamste angst van de jonge staat was een inval van Frankrijk en inlijving bij dit land.

Het is een hybride fort, bestaande uit gebouwen op een trapeziumvormig forteiland met een gracht rondom. Het werd uitgerust met droge grachten, een unicum in de vesting Antwerpen. Door verstopping is de gracht nu gevuld met regenwater. Het reduit lijkt op dat van de Brialmontforten en is voorzien van een pantserkoepel. Bij het fort staat het soort hekken dat bedoeld was als deel van de Veiligheidsomwalling rond Antwerpen uit 1907.

Na de Eerste Wereldoorlog werd het niet meer als fort gebruikt, maar wel als fabriek voor oorlogsgassen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikte de Duitse bezetter het als opslagplaats voor munitie. Daarna werd het enkel nog gebruikt als oefenterrein voor het leger.

Verder via de vuurkouter richting Rupelmonde.

De Vuurkouter in Steendorp is een geheel van gronden en oude kleiputten die vol water staan. Dit natuurgebied is gevormd door oude ondergelopen kleiputten. Je ziet er de mooie grote vijver waar tal van afgestorven bomen op een zeer merkwaardige manier de aandacht vragen, en een grote steenbakkerijschouw die uit het water verrijst. Het eraan verbonden gebouw zit volledig onder water. Steendorp heeft een rijke geschiedenis van steenbakken, kleiputten, droogloodsen en intensieve handenarbeid door mannen, vrouwen en kinderen in de kleinijverheid. In 1571 waren er al 8 gelagen (kleiontginning) op deze plaats.

Rupelmonde

Onze-Lieve-Vrouw-Bezoekingkerk

Mercator

Gerard Mercator (1512-1594) werd op 5 maart 1512 als schoenmakerszoon geboren in het Oost-Vlaamse Rupelmonde. In de zestiende eeuw waren cartografen belangrijke figuren omdat zij de wereld stukje bij beetje volledig in kaart gingen brengen. Mercator wordt beschouwd als de grondlegger van de moderne cartografie. Hij werd vooral bekend met de door hem in 1569 geïntroduceerde Mercatorprojectie, waarbij de lengte- en breedtegraden als rechte evenwijdige lijnen worden getekend.

Standbeeld van de jonge Mercator

Ommegangskapel uit de19de eeuw. Kapel uit dankbaarheid voor het einde van de cholera epidemie die in 1859 de gemeente teisterde

Reynaert als torenwachter

Graventoren.

Ruïne van een waterburcht uit de 12de eeuw, opgericht door de graven van Vlaanderen.

West-Hinder 1

Geschiedenis van het vaartuig: Sinds 1864 werden voor de kust lichtschepen ingezet om met hun lichtbaken enkele Vlaamse banken aan te geven voor het verkeer op zee. De lichtschepen 1, 2 en 3 van de derde generatie voor de kust werden in 1950 in Oostende bij Béliard-Crighton gebouwd. Ze werden met een beurtrol ingezet om de Wandelaar en de West-Hinder met hun lichtbaken aan te duiden. Ze werden eveneens gebruikt als observatieschepen. Het derde schip lag als reserve in de haven. Van die periode in de haven werd gebruik gemaakt om de schepen te onderhouden. De schepen hadden een bemanning van negen koppen. De lichtschepen werden in 1994 uit dienst genomen en vervangen door goedkopere elektronische lichtplatformen. Het Lichtschip 1 ligt sinds 2002 op de Schelde in Rupelmonde (Kruibeke).

Spaanse molen getijdenmolen Rupelmonde

De Spaanse molen is de enige Belgische getijdenmolen die heden ten dage nog steeds maalvaardig is. Deze korenmolen is gelegen aan de waterloop De Vliet, die in Rupelmonde uitmondt in de Zeeschelde. De Spaanse molen maalde tot 1963 beroepsmatig. Op de plaats van de huidige molen stond in elk geval in 1187 al een watergedreven molen. In 1516 werd een getijdenmolen gebouwd, maar die brandde in 1562 af. Het fundament en een groot deel van het muurwerk waren na de brand nog voldoende intact om er een nieuw gaand werk in te herbouwen. Het huidige gaande werk dateert goeddeels uit 1850, maar het waterrad is enkele keren vervangen.

Op de rechter foto het zogenaamde pompierskot uit 1894. (Oude brandweerskazerne)

De wandeling gaat verder richting Bazel alwaar kasteel Wissekerke staat.

Het lijkt wel of er in de verte herten de dijk oversteken…

dichterbij gekomen…

We naderen Antwerpen

Kasteel Wissekerke.

De eerste vermeldingen van het kasteel gaan terug tot in de 10de eeuw. Toen stond er op de plek waar nu het kasteel is een stevige waterburcht. Die werd daar geplaatst om de streek rond de Schelde te verdedigen tegen figuren met onzuivere bedoelingen. De waterburcht is echter helemaal opgegaan in de rook van de geschiedenis. De oudste restanten op de site zijn de kelder (15de eeuw) en de toren (16de eeuw). Ook de hangbrug zou uit die periode moeten stammen. Eeuwenlang werd het gebouw bewoond door de adellijke familie Vilain XIIII. Vanuit dit hoofdkwartier leverde de familie 139 jaar onafgebroken de burgemeester van Bazel.

Meer weten over kasteel Wissekerke, klik dan hier.

Arcade.

Arcade is een monumentaal beeld van Gijs Van Vaerenbergh

Bazelse en Kruibeekse polders

Om Vlaanderen te vrijwaren van overstromingen worden, op strategische plaatsen langs de Schelde en haar bijrivieren, gecontroleerde overstromingsgebieden aangelegd . Bij gevaarlijk hoge waterstanden stroomt het water over de overloopdijk, zo worden overstromingen elders vermeden. De ringdijk landinwaarts beschermt het achterland. De Polders van Kruibeke worden sinds 2010 omgevormd tot overstromingsgebied.

Via een sluizensysteem stroomt er dagelijks een beetje Scheldewater het gebied in en uit. Hier ontstaat een brok dynamische getijdennatuur. Waar het hoogwater de laagste delen overspoelt, ontstaan slikken. Bij eb laat het wegtrekkende water een laagje slib achter, zo groeien de slikken langzaam uit tot schorren. 

De industrie bij Hoboken.

Nabij Antwerpen, aan de Schelde, beschikt Smulders in Hoboken over een unieke locatie. De voormalige scheepswerf wordt al meer 20 jaar gebruikt voor de productie van stalen fundaties voor offshore windmolens, substations, bruggen en andere grote constructies. 

De Meiresluis: van Schelde naar overstromingsgebied

Deze gigantische inwateringssluis van wel 50 meter breed loodst het Scheldewater richting de polders. Bij vloed dendert het water de weiden in, bij eb trekt het zich weer terug in de Schelde. De sluis waarlangs het water weer richting Schelde trekt, noemt dan weer de Meyvissluis 

Etappe – 3. Temse – Kruibeke.

Een wandeling op een donkere dag van 19,2 km.