Zuiderwaterlinie etappe – 16
Deze etappe gaat van Ravenstein via Neerloon naar Reek.
Reek is gelegen aan de Maas. De naam Reek komt van ‘reke’ dat ‘reeks’ of ‘lange rij’ betekent. Dit vanwege de langgerekte vorm van de vroegere nederzetting. Reek behoorde tot het Land van Herpen, dat later Land van Ravenstein werd.
Ten zuiden van het dorp Reek, in de Reekse bossen, liggen de Mineursberg en een oude landweer.
In 1639, tijdens de Tachtigjarige oorlog, onderneemt stadhouder Frederik Hendrik met zijn leger een veldtocht van Zeeuws-Vlaanderen naar Rijnberk (Rheinberg) in Duitsland. Op elke plaats waar het leger zijn tenten opslaat voor de overnachting wordt een eenvoudig kaartje getekend, waarop de ligging van het kampement is aangeduid. Een van deze plaatsen is Reek.
Tijdens het beleg van Grave (1674) belegerden Staatse legers de Franse bezettingsmacht. In die tijd zijn in de omgeving diverse vestingwerken aangelegd. De naam Landerd slaat op een historische verdedigingslinie, oftewel landweer. Deze landweren werden aangelegd rondom legerkampen en bestonden uit aarden wallen versterkt met palissaden (een aaneengesloten rij van in de grond gestoken palen of staken) en grachten. De linie lag strategisch − op de grens van Schaijk en Reek − en liep helemaal door tot Zeeland. De oplettende wandelaar herkent de oude verdedigingswallen nog steeds in het landschap.
Echter kan de landweer ook nog ouder zijn, en wel gebruikt of verbeterd in 1674.
In de tijd van Napoleon (1806-1813) was de Mineursberg oefenterrein van de Mineurs. Een mineur wordt zo genoemd omdat hij met mijnen werkt. Historisch gezien waren de werkzaamheden van een mineur het graven van mijngangen en bij een militaire inzet het ondergraven (ondermijnen of mineren) van vijandelijke stellingen. De mineurs worden ook wel gezien als voorlopers van de genie. Ook vandaag bevindt zich in Reek nog steeds een opleidings- en trainingscentrum voor de Genie.
In de jaren 40 van de vorige eeuw was de Mineursberg nog een mooie berg van bijna 15 meter hoog.
De wandeling start weer aan de oevers van de Maas.


Langs Neerloon en daarna via een afgedamde Maasarm, ontstaan door kanalisatie van de Maas. wandelen we richting Keent.


Monument Tijdelijk Vliegveld B-82


In de vorige eeuw lag er in het gehucht Keent een vliegveld waar regelmatig militaire vliegoefeningen plaatsvonden. Dit gebeurde op uitnodiging van de toenmalige burgemeester Hans van der Vijver van Overasselt, waar Keent destijds onder viel. In 1933 werd de Overasseltse vliegweek gehouden, waar 20.000 bezoekers op afkwamen. In 1938 kwam het gehucht door een bochtafsnijding van de Maas geïsoleerd te liggen en raakte het vliegveld in de vergetelheid.
Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak gebruikten de Duitsers de van 600 meter naar 1200 meter verlengde grasbaan enkel als parkeerplaats. De geallieerden lieten van de ‘Airstrip B-82 Grave/Keent’ vele honderden jachtvliegtuigen opstijgen. In 1944 speelde het vliegveld een belangrijke rol in operatie ‘Market Garden’, de bevrijding van Nijmegen.
Op 25 september 1944 landden twee Amerikaanse C-47’s in Keent. Dit type transportvliegtuig werd door de Amerikanen Skytrain genoemd. Een dag later landden er, met tussenpauzes van minder dan een halve minuut, 209 Skytrains. Ze brachten een eenheid luchtafweer, 132 jeeps met 75 aanhangers, 31 motorfietsen, 12.000 kilo munitie, 30.000 kilo aan voedselpakketten, 882 soldaten en 5 oorlogscorrespondenten. Nog dezelfde avond keerden de 209 vliegtuigen veilig terug naar hun thuisbasis in Engeland.
Eind september, begin oktober werd de vliegstrip verdedigd door 1310 militairen van de Poolse 1e Onafhankelijke Parachutisten Brigade van Generaal Stanislaw Sosabowski. Vier van hen kwamen in één week ongelukkig aan hun einde: Zdzislaw Jankiewicz (25) kwam om het leven tijdens het schoonmaken van een pistool. Drie anderen (Boleslaw Mania, Stefan Plichta en Jòzef Skzwarek) werden doodgeschoten omdat ze het wachtwoord waarmee de geallieerden communiceerden met een zwaar Pools accent uitspraken. Britse Grenadiers vertrouwden het niet en schoten het drietal dood.
Op 2 oktober 1944 stortte de Canadese Flight-lieutenant Russel R. Bouskill (28) neer in Keent nadat zijn toestel was beschoten door de Duitsers. Boer Thijs van de Berg ruimde het schroot van vliegtuig op in een oude bomkrater. In 1996 werd het klokje van de Spitfire gevonden door onderzoeker Wim Boeijen. Het stond stil om kwart over twaalf.
Tussen 2 en 22 oktober werd de vliegstrip meerdere malen gebombardeerd door de Duitsers. Daarbij kwamen 13 militairen van het grondpersoneel om het leven. Daarnaast werden de Canadese Flight-Officers A.J. Horrel en L.P.E Piché neergeschoten door een Duitse FLAK-eenheid (Flug Abwehr Kanone) nadat ze uit Keent waren opgestegen voor een verkenningsvlucht.

Brug d’n Overloop



De kanalisatie van de Maas, uitgevoerd in de periode 1936-1938, loste voor Noord-Oost Brabant de wateroverlast van de Beerse Maas op. Voor Keent, dat tot die tijd samen met Balgoij een Gelders dorp was, ontstond juist een probleem: de oude afgesneden Maasarm was weliswaar afgedamd, maar bij hoogwater liep door een plaatselijk verlaagde dijk de oude Maasarm telkens weer vol. Hierdoor werd Keent dan telkens een onbereikbaar eiland. Als tijdelijke oplossing werd dan een voetveer ingezet, maar gemotoriseerd verkeer kon Keent niet bereiken. Keent raakte zo telkens sterk geisoleerd, 70 jaar lang. Na twee extreem hoge waterstanden in 1993 en 1995 werd besloten Keent duurzaam te ontsluiten met een brug tussen Overlangel en Keent. Toch duurde het nog tot 2008 voordat de definitieve oplossing gerealiseerd was.


Dit monument herdenkt de verzetsman Pieter Hoekman, die op deze boerderij in een gevecht werd doodgeschoten door de Duitsers op 6 november 1943.
Keent


Vanaf de 15e eeuw stond er een kapel in Keent, de Sint-Antoniuskapel. In de 19e eeuw verviel deze tot een ruïne; tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de restanten gebruikt om het vliegveld te verharden.
Natuurgebied Keent




Het gebied is ontstaan toen, in het kader van de Maasverbetering, in 1938 een meander van de Maas werd afgesneden. De meander werd opgevuld met het materiaal dat bij de kanalisatiewerkzaamheden vrijkwam en een smalle waterloop bleef over. Het oorspronkelijk Gelderse gebied werd aldus van zijn achterland afgesneden. Het werd in 1958 ook bestuurlijk bij Noord-Brabant gevoegd.
De afgesneden meander is in 2005-2014 over een lengte van drie kilometer opnieuw uitgegraven en aan één zijde met de Maas verbonden. In 2014 waren deze werken gereed.

In de verte zien we de Sint-Vincentiuskerk, het Emmausklooster en de Redemptoristinnenklooster “de Bronkhorst” in Velp.


Vroeger stroomde voor dit wachthuis de rivier de Maas. Er was hier dan ook een losplaats voor schepen die zorgden voor het vervoer van mensen en goederen over de Maas. Na de bochtafsnijding in de jaren dertig van de vorige eeuw is de functie van wachthuis vervallen.
Onderstaande gedenksteen ligt nabij het oude wachthuis.


Op de foto recht een ooggetuigenverslag van dit ongeval. De tekst luidt:
Vanuit onze woning horen we al een paar dagen in de verte onafgebroken het geluid van
militaire voertuigen die over de corridor rijden tussen Zeeland en Grave. De Engelsen zijn
op weg naar Arnhem om de brug over de Rijn in handen te krijgen, hoor ik. Om onze
bevrijders met eigen ogen te zien, ben ik zelfs een keer gaan kijken. Het was een feest om
ze welkom te heten.
Maar in de nacht van 21 op 22 september 1944 is het geluid anders. Het lijkt van heel
dichtbij te komen. Als ik er wakker van word, zie ik dat het pas half vier is. Ik loop naar het
raam dat uitkijkt over de Oude Maasdijk en de uiterwaarden en zie dat er grote boten op
wielen komen aanrijden. Later begrijp ik dat het Engelse amfibievoertuigen waren waarvan
je de naam uitspreekt als duck. Ik wek mijn man. Samen zien we wat er gebeurt. ‘Zijn deze
geallieerde voertuigen wel op de goede weg? Ze moeten toch via de Rijksweg even
verderop naar Grave?’, vraag ik hem. Hij vindt het ook vreemd dat deze voertuigen niet
over de corridor-route rijden.
We snappen er niets van. Dan ineens horen we een verschrikkelijk kabaal. De schrik slaat
om ons hart als we zien dat het voorste voertuig van de dijk kantelt. Ik zie hem zo de dijk
afschuiven waarna hij op de helling blijft hangen. Blijkbaar zijn de Engelsen tot de
ontdekking gekomen dat ze fout zitten en willen ze keren. Maar de dijk blijkt te smal voor
de grote, zwaarbeladen rijdende boten. Snel lopen mijn man en ik naar het eerste,
gekantelde voertuig. Kunnen we iets doen om hulp te verlenen? Helaas, we zien dat de vijf
militairen de crash niet overleefd hebben. Het lukt een ander voertuig ook niet om te
keren. Gelukkig kruipen de inzittenden daar uit en komen met de schrik vrij. De andere
wagens slagen er wel met moeite in om weer terug te keren naar de corridor. Daags erna
worden de omgekomen militairen met eerbetoon begraven op het kerkhof in Reek. Het
staat er vol met Engelse tanks en gevechtswagens
De Hertogswetering



In 1303 ontwikkelden de inwoners van Oss en hun buren een plan om een afwateringskanaal te graven van een plek ten noorden van Oss naar Gewande. Om dit project te kunnen betalen, vroegen en kregen de Ossenaren toestemming van hertog Jan II van Brabant om daarvoor de inkomsten uit hun gemeenschappelijke gronden te gebruiken. Vandaar de naam Hertogswetering.
Het Smitshuis.
Groot herenhuis, oorspronkelijk van de Reekse orgelmaker Smits, voor wie het in 1789 gebouwd is.



Hier vindt u meer informatie over de orgelbouwers uit Reek.

De Hellemolen in Reek.


Buiten de bebouwde kom van Reek komen we op de Reekse heide bij de plaats waar het oude kampement van Frederik Hendrik was.



Het was zomer 1639, middenin de Tachtigjarige Oorlog. Stadhouder Frederik Hendrik trok met zijn leger van Zeeuws-Vlaanderen naar Rheinberg, in Duitsland. Zo wilde hij de stad Gelder op de Spanjaarden veroveren. Zoals gebruikelijk tekende de kaartenmaker Van Berkenrode de ligging van het kampement in op een kaart.
Mineursberg



In de tijd van Napoleon (1806-1813) was de Mineursberg oefenterrein van de Mineurs. Een mineur wordt zo genoemd omdat hij met mijnen werkt. Historisch gezien waren de werkzaamheden van een mineur het graven van mijngangen en bij een militaire inzet het ondergraven (ondermijnen of mineren) van vijandelijke stellingen. De mineurs worden ook wel gezien als voorlopers van de genie. Ook vandaag bevindt zich in Reek nog steeds een opleidings- en trainingscentrum voor de Genie.
Aan het einde van deze etappe zien we nog een herdenkingsteken van een andere oorlog.
Een warm welkom voor onze bevrijders: Een 15-jarige jongen uit Reek vertelt:


Als ik op dinsdagmorgen 19 september 1944 wakker word, weet ik nog niet dat deze derde dag van Operatie Market Garden een grote impact op mijn leven gaat hebben. Al twee dagen trekken Engelse militaire colonnes via de nabijgelegen corridor richting Grave. Deze geallieerden wil ik met eigen ogen zien en hartelijk verwelkomen. Vroeg in de ochtend vertrek ik samen met mijn vader en buurtbewoners verwachtingsvol naar hotel-café De Kleine Elft in Reek.
Gespannen stappen we allemaal flink door, wetende dat het toch best een gevaarlijke onderneming is om erheen te gaan. Een paar dagen eerder was er tenslotte nog een flinke confrontatie tussen de Duitsers en Amerikanen. Tegen tienen bereiken we De Kleine Elft. Het hotel is een strategische plaats in het militaire plan van de geallieerden. Hier buigt de corridor vanuit Zeeland af naar Grave en Nijmegen.
De Kleine Elft is dan ook dé plek om onze bevrijders uit Engeland feestelijk te onthalen. Het is er een drukte van belang. Ondanks de risico’s zijn jong en oud uit de hele omgeving hiernaartoe gestroomd. Allemaal willen we deze bevrijders toejuichen en onze dank tonen voor hun heldhaftigheid. Het is immers heel bijzonder dat de Engelse militairen hun leven op het spel zetten om Nederland te bevrijden uit de handen van de Duitsers. Net als de andere toeschouwers juich, applaudisseer en roep ik ze bemoedigend toe. Wat voel ik me ontzettend blij. Ik kijk mijn ogen uit naar die onafzienbare colonne van militaire voertuigen en tanks die voorbij rijdt. De bevrijders begroeten ons met het V-teken en delen aan iedereen langs de kant chocolade, biscuits met marmelade, witbrood en Engelse sigaretten uit. Dankbaar neem ik deze lekkernijen aan.
Later op de dag en eenmaal weer thuis, besef ik dat het een heel bijzondere ochtend was. De intocht heeft een verpletterende indruk gemaakt. Iedere keer weer vertel ik de belevenissen aan mijn moeder, jongere broertjes en zusjes. Natuurlijk krijgen ze van mij ook wat chocola, biscuits en witbrood. Ik neem me voor de herinneringen altijd te koesteren en het verhaal te blijven vertellen aan iedereen.
Ravenstein – Reek. Een wandeling van 15,9 km.

